Ik was er ineens weer helemaal. In het gebouwtje naast de ochtendmarkt van Mahabalipuram in India. De allesverzengende geur van kippenstront en bloed. Hier werden kippen gehouden én ernaast voor je ogen op hakblokken geslacht. Versere kip kun je niet hebben. De vloer was licht-rood van het ingesleten bloed en er waren gootjes, bloed vermengt met water, die langs de slachtplekken liepen, naar buiten. Het was pauze en daar op de grond was iedereen aan het eten. Gewoon met de bordjes op schoot, terwijl een meter verder de kippen kakelden en schreeuwden. Ik weet nog dat ik dacht: zó dichtbij zijn beesten en mensen nog met elkaar in contact hier, zó ver weg is het Westen van de natuur; van leven en dood verwijderd.
Want zo is het in India: de koeien lopen gewoon bijna de winkels in, ze snuffelen naar iets eetbaars bij voedselstalletjes, het is gewoon om een koeiensnuit gewoon weg te duwen als deze te dichtbij komt. Op het strand slapen en wonen de honden, in de tempels hebben de godheden een dier als hun voertuig en ze bewaken de ingangen.
De kraaien kunnen rustig wachten of er iets van voedseloverschot naar hen toegeworpen wordt, de olifant bij de tempel ontvangt voedsel als offerandes met zijn slurf, geitjes snuffelen in potten en boodschappentassen, iedereen kijkt naar iedereen: de mensen en de dieren naar elkaar, en over en weer. Het resultaat is dat de werkelijkheid méér geladen is met kleur en geur en geluid en dat je er zelf fysiek meer aanwezig van wordt.
Deze ervaring werd actueel door het boekje van Elena Passarello, dat in het oorspronkelijke Engels een veelzeggender titel heeft: Animals Strike Curious Poses. Zij is én actrice, én schrijver én docent aan de universiteit in literatuur en film. In een aanstekelijke lezing die te vinden is op YouTube doet ze haar werkwijze uit de doeken. Ze pleegt gigantische veel research alvorens ze begint met het schrijven van een essay en vaak gebeurt het dat wat ze oorspronkelijk er absoluut in wilde hebben, of wat de aanleiding was om ergens over na te denken, helemaal niet meer aanwezig is in het eindresultaat. Kennis is geen doel van elk essay, ze ziet het eerder als een kunstwerk dat gebaard moet worden en dat dus ook beroep doet op de zintuigen en de emoties. Niet alleen de ratio wordt aangesproken.
Ik wist dit alles niet, terwijl ik het boekje las, met inderdaad een grote en veelzijdige bronverwijzing bij elk stukje. Maar haar woorden deden hun werking dus wél bij me. Dat ik daardoor in India raakte, zonder dat zelf te sturen, ik werd geprikkeld.
Waarover praat ze? Ze vertelt over zeventien dieren die in de loop van de geschiedenis tot de verbeelding zijn gaan spreken. De tweede is de wolf van Gubbio uit 1207, een verhaal dat ik goed ken, waar Franciscus van Assisi een wolf tam maakt. Het was de doorslag om dit boekje te kopen, toen ik het vond in de boekhandel. Haar versie is ‘waarheidsgetrouw’ met de legendevorming en geeft het tegelijk een moderne twist.
Het gaat over Sackerson uit 1601, een getemde circusbeer, die veel publiek trok en die ook door Shakespeare genoemd wordt; waarom fascineerde die?, wellicht omdat we onszelf erin zien. Over Harriet uit 1835, een reuzenschilpad van de Galapagoseilanden, die véél ouder kan worden dan een mensenleven, over Mike uit 1945, een kip die 18 maanden lang zonder kop heeft door geleefd, over de spin Arabella die de ruimte in is meegenomen omdat men wilde zien of en hoe een spin zonder zwaartekracht een web zou weven.Over het sprekende paard Ed, vroeger een favoriet tv-programma van mij, en over dat paard waarvan het leek dat hij kon rekenen. Over postduiven als spionnen in de wereldoorlogen en hoe de fascinatie voor de olifant gelijk opliep met de uitvinding van de elektriciteit. Over de gorilla Koko uit 1988, die menselijke taal leerde en de spreeuw die Mozart als huisdier had en wier deuntjes waarschijnlijk gelijk opliepen en verwerkt zijn in zijn muziek.
Het eerste dier is Yuka, een wolharige mammoet, een jonkie van 39.000 jaar geleden. Associatief gaat ze van dit beest dat in de steenharde grond is gevonden, naar een grot waar mammoeten en wilde dieren zijn afgebeeld. In de bronnen zie ik dat het waarschijnlijk over de Cave of Forgotten Dreams gaat, waar Werner Herzog een film over heeft gemaakt. Uit onderzoek is gebleken, dat sommige tekeningen ooit begonnen zijn, maar 5000 jaar later pas zijn afgemaakt. 5000 jaar! Dat roept bij mij het gevoel op dat je zelf maar een microscopisch klein schakeltje bent in een levensketen, maar de mensheid en het dierenrijk ten diepste met elkaar verbonden zijn en je daar op de een of andere manier altijd een deel van blijft.