De vierde Adventszondag in de christelijke traditie: De geboorte van het licht in zeer schamele omstandigheden, midden tussen dieren, onder een heldere sterrenhemel, in het veld, is nabij.
De zon piept tevoorschijn vanachter de bosrand, in de mist, vaag licht.
Zo zijn de menselijke omstandigheden.
Op de radio dit. Soms - ooit - eens - nu even; door alle zwaarte heen, ook verwachtingsvol.
Via lege bossen met hoogteverschillen, door het landschap en door Uchelen; de westelijke route naar Paleis het Loo. De kerk zegt: Vind Rust Nu, Kapel Open, maar ik zag alleen maar dichte deuren. Voor het eerst met een fietshelm op.
Villa’s in de bossen, vlakbij het Paleis.
Op een bankje in de zon, water en chips in Kerstsfeer: met New Yorkaanse ogen zéér bijzonder zo’n oud Paleis tenmidden van bos en een kneuterstadje nabij.
Koningin Wilhelmina heeft hier haar leven lang gewoond. Haar schoonzoon prins Bernard had er zijn eigen kamer, waar hij zijn jachtvrienden ontving. De kerstboom met zilveren lammetten versierde hij zelf zo, naar een Duits gebruik.
Overal rijk aangeklede tafels. Grappig, dat fenomeen ‘conversatiestuk’: op een kandelaar bijvoorbeeld een tafereel uit de Metamorfosen van Ovidius, waar een geliefde in een olijfboom veranderd, dan konden de gasten praten over eigen liefdesverdriet. Of de borden met gebouwen en taferelen uit alle windstreken van de koloniale gebieden; dan kon je raden waarvandaan en het antwoord bevond zich aan de onderkant van het servies.
De eerste kerststal die ik zie, dit jaar. Zou die authentiek uit de koninklijke collectie komen? Protestanten doen toch niet aan kersstallen? Er waren ook conversatiestukken voor midden op de tafel, gemaakt van suikerwerk.
Daar sta ik, als resultaat van het koloniale bewind; in Nederland in een Winterpaleis, met in een tussengang een groot schilderij van badende vrouwen in Java.
En ze hadden een eigen kapel in huis, en op een schilderij vol dieren staat ook een olifant afgebeeld en een veldslag is in zilver vormgegeven, en er zijn kamertjes waar wel een bed stond, maar niet om er te slapen en ben je dan ook omringd met oude familieleden op al die schilderijen? Prinses Margriet heeft er als laatste gewoond alvorens het een museum werd.
Al met al een genoegelijk onverwachts dagje, ( ik wist niet waar ik heen wilde fietsen, om mijn fietshelm in te wijden), dus weer chips en water als afsluiting op een bankje. Ik nam mij voor om hard naar huis te fietsen voordat het donker zou worden. Nog een laatste blik.
‘Ik vind er helemaal niks aan’, hoorde ik mezelf hardop zeggen toen ik het boek In het Oog dichtklapte. Ik had het uitgelezen omdat het een boekenclub-boek was. Het bleek dat ik er zelf al in Mei in begonnen was, het stond op de lijst van de Libris literatuur prijs, en er toen halverwege mee gestopt was. Ter compensatie las ik toen een ander boekje van haar, waar zij wandelt en logeert in mij bekende kloosters. Wel aardig, alleen die idealisering van het kloosterleven…daar ontkomt bijna niemand aan, gezien ook al die kloosterserie’s op de tv, maar dit terzijde.
Aanvankelijk had ik de eerste drie hoofdstukken niet door dát ik al eerder in dit boek was gedoken. Je maakt kennis met het oog van een ambitieuze wetenschapster en haar dagelijkse beslommeringen; een liefde die niet lekker loopt, onderzoeksresultaten die tegen vallen. Dan maakt het boek een beslissende andere wending. Zij gaat een man volgen die zij wel leuk vindt, tot aan zijn huis. En dán: ze ontdekt dat hij zijn huissleutel onder een bloempot verstopt en ze gaat zijn huis binnen. Pas toen kreeg ik door dit al eerder gelezen te hebben. Wát een actie. En zij maakt er een gewoonte van. Stiekem tijdens zijn afwezigheid onderwerpt ze zijn huis, zijn spullen, alles, aan haar onderzoek. De eerste keer ben ik toen gestopt. Bah, wat een ook vrouwonvriendelijk idee; vrouwen kunnen er kennelijk mee wegkomen om zoiets te doen en erover te schrijven, het is ook maar een onschuldig tijdverdrijf…vrouwen hoef je niet serieus te nemen. Het blijkt dat zij ook nog eens een relatie met hem gaat krijgen. Wat moet hij het bijzonder hebben gevonden dat zij zo makkelijk en vanzelfsprekend in zijn keuken bewoog…
Báh. Ik vond het moreel verwerpelijk en grensoverschrijdend. Wat stelt zo’n relatie voor die in de grond op leugenachtigheid is gebaseerd?
Ik bleek de enige te zijn van de Boekenclub. De anderen konden moeiteloos meegaan in deze absurde fictie. Ze leefden mee met de hoofdpersoon, mee met de spanning dat zij betrapt kon worden door hem, enzovoort. Maar stel dat de hoofdpersoon een man was geweest, wierp eentje toen op, was ik dan ook zomaar met het verhaal meegegaan? ‘Juist ja, denk daar nog maar eens over na, dames!’ reageerde ik.
Ondertussen had ik zelf ook iets om over na te denken. Want een ander in de Boekenclub wierp op: ‘Dit doet mij denken aan dat boek van Olga Tokarczuk waarvan jij toen ook als enige, vond dat dit niet kon en daarna werd je een grote fan van haar werk.’ O, ja. Welk boek was dat alweer? Gisteren las ik het nog eens. Nu kon ik genieten van de setting en de natuur beschrijvingen én haar beleving, Het gaat over een vrouw die onvoorwaardelijk veel van dieren houdt. Tegelijk zag ik ook de nare consequenties van haar kokervisie…
Leuk van dit blog is, dat het ondertussen ook mijn geheugen is geworden.
Het was 11 Oktober 2023 dat ik erover berichtte. En het is nu dus de derde keer dat ik het boek las. Bij mijn huidige lezing zijn de eerste twee keer dus tot een geheel samengevloeid.
Mijn conclusie is, dat ik niet goed meer kan tegen gekke vrouwen.
Het is mij dan té realistisch, alhoewel hun gedrag waarschijnlijk uitzonderlijk is.
Het is zoals dat filmpje waar de hoofdpersoon bij Olga ook naar kijkt en wat haar intrigeert. Een hert valt een man aan. Herten zijn er, dat zij dromerige vanaf een bosrand naar jou kijken, dat zij afstand houden, dat je elkaar in je waarde laat. Een zekere mate van afstand hoort misschien wel bij elke relatie…
Wat betekent het als dat dan niet zo is? Moet je ervan gruwen of het in haar uitzonderlijkheid liefdevol opnemen in jouw werkelijkheid?…
De regisseur van de film, Rian Johnson, spreekt over ‘de architectuur van de film’ en over het ensemble van topacteurs, die tezamen één lichaam vormen, geheel betrokken op elkaar, alles gevend, en dan pas zal een film boven zichzelf gaan uitstijgen. Hij is héél christelijk opgevoed in een evangelische gemeente en is dat ook gebleven tot in zijn twintigste. Toen heeft hij zijn geloof verloren en is er iets van ‘mysticisme’ voor in de plaats gekomen. Zijn uiterlijk heeft ook wel wat van een theoloog, vind ik. Tenminste zo zagen ze er uit in mijn studententijd.
Ook wil hij graag iets van maatschappijkritiek kwijt, een protest tegen het huidige Trumpiaanse.
Laten zien hoe gevaarlijk het geloof kan zijn, als het als wortel een vijandsdenken heeft: Wij tegen de rest van de wereld, die ons kwaad gezind is. Mensen zijn tot alles in staat als ze denken de wereld te kunnen redden, met God aan hun zijde.
Je zou bijna denken dat het dan over een zware, zwaarwichtige, serieus en doorwrochte film gaat, maar nee, het gaat over de derde film uit de succesvolle franchise Knives Out, met de laatste James Bond, Daniel Craig, in de hoofdrol van de detective Benoit Blanc; Wake Up Death Man. Een lekkere whodunit dus, Agatha Christie-achtig en ditmaal in een gothic jasje. Locatie: een kerk in een klein dorp, ergens in de staat New York. Steractrice Glenn Close is ook van de partij en dat maakt nieuwsgierig, gezien haar rollen in Fatal Attraction en Dangerous Liasons.
Alle hoofdrolspelers vertegenwoordigen een soort van ‘gelovige’: zo is er is er een celliste die onverklaarbare pijnen heeft en die hoopt op genezing, een machtswellustige priester, een oude vrouw als meisje opgegroeid in deze vrome parochie en die dogmatisch trouw blijft. De detective Benoit Blanc begint als nuchtere atheïst, de post-moderne relativeerder, maar dat verandert in de loop van de film, hij raakt werkelijk van zijn stuk. En dan is er de jonge priester die ‘orde op zaken’ zou moeten stellen, maar dus verwikkeld raakt. Hij wordt de hoofdverdachte van de moord en de geloofsgemeenschap spuugt hem uit.
In hem heeft Rian Johnson alles gestopt van wat voor hem de ‘ideale gelovige’ is: dat het geloof ook een heel sterk verhaal kan zijn dat orde, genade en rechtvaardigheid schept.
Echt heel onderhoudend en het geeft mezelf ook een staalkaart, om tóch te blijven herinneren dat er in die christelijke wereld óók pareltjes van mensen zijn, die hun oorspronkelijke roeping, die er ongetwijfeld bij velen aanwezig is, trouw zijn gebleven. Helaas heb ik zóveel afvalligen meegemaakt, zij die uiteindelijk bezweken zijn in dat institutionele christendom, op zoek naar eigen belang en religieuze zelfbevestiging…
De aftiteling van de film is onder begeleiding van dit lied.
Hier de woorden van de laatste coupletten:
Vooral die ene regel is er één die ‘doorgewinterde’ gelovigen héél moeilijk vinden om waar te maken:
Youknow you should surrender, but you cant’t let it go.
En ach, waarschijnlijk is dat zo voor iedereen. Het is een moeilijk te leven besef: The world is not myhome, I’m just a passing through; het is moeilijk om eigen controle en egocentrisme los te laten.
Na twee nachten in mijn stadshuis is het weer heerlijk ontwaken in het bos. Fijn, die ruimte en de vogels die door de bomen vliegen.
Ook kwam een fijn liedje mij tegemoet. Het is die paradox in het mensenbestaan. Er is zóveel ellende die we elkaar aandoen, maar er blijven ook altijd momenten en de gewaarwording dat het even helemaal GOED kan zijn. En dan vraag je je éven af: waarom je bezorgd maken? Laat gaan, houdt vertrouwen.
Vorig jaar (ofzo) was het een bruisende binnenstad, vol muzikale optredens op ‘de grootse kerstmarkt van het Oosten’ in Arnhem, het was er tjokvol. Nu niks van dat alles, de kerstkramen om te kopen, eten, kopen zijn overgebleven. De stoomtrein tussen Arnhem en Nijmegen was de grootste attractie.
Terug in mijn stadshuis bleek in New York de eerste sneeuw van het jaar gevallen te zijn en wandelde ik met Sifad door Central Park. Elke stap die hij zette ken ik in zomer sfeer. De grote Menora, de grootste van de wereld, zo bleek mij later, viel mij op, natuurlijk ook door de verschrikkelijke aanslag op Bondi Beach.
Ná zijn letterlijke rondgang door Central Park, die meer dan een uur duurde, kwam hij weer aan bij het startpunt en hij ging nog naar de Kerstboom bij Rockefeller Center, over Fifth Avenue, die deze Zondag voor het verkeer was afgesloten en iedereen dus midden op straat kan wandelen. Nu zag ik dat er pal naast de Menora een kerststal was. Sifad zag een menigte mensen en dat bleek een demonstratie te zijn voor Trump Tower, waar Trump dus woont op de bovenste vijf verdiepingen. Het was tegen ICE, de immigratie-patrouilles die Trump heeft ingezet om onverwacht overal in het land invallen te kunnen doen, op zoek naar immigranten zonder papieren. In NY faciliteert de politie dus, een demonstratie bij zijn voordeur.
De wandeling geeft de kick hoe het is in New York; je beland elke keer weer in een ander tafereel. Al de sneeuw is al weg in de warme straat, maar bij de fonteinen van Rockefeller Center, dus weer een beetje aanwezig.
Verder op alle Insta accounts het enthousiasme over de sneeuw in NY, vanaf allerlei plekken. Kunstig sneeuwstel in Washington Square, guur op de Brooklyn Bridge, sneeuw moet met de hand geruimd worden. Ook een tak van de boom die ik in Central Park geadopteerd heb tot ‘mijn boom’ in beeld.
Eindelijk weer eens een blauwe lucht. Extreem warm winterweer: dit is vergelijkbaar met 35 graden in de zomer.
Een Kerst- stoomtrein tussen Arnhem en Nijmegen, vol blije mensen. Leuk om vanaf de brug dat toeterende en sissende geluid over de rivier te horen en die ouderwetse stoomwolkjes te zien uit de pijp.
De lichtstrepen en lijnen.
Eindelijk weer eens langs de rivier gewandeld, met kabbelend water.
De Waal en de Spiegelwaal en de brug; dit is de stad van mijn herkomst.