Volgens mij was het vóór de fotografie met afbeeldingen door schilders gemaakt, precies zo, als nu: de ene keer kom je er flatteus op en de andere keer niet. Afhankelijk van de fotograaf of schilder. Omdat ik voor Bruno gevallen ben, heb ik nog eens naar portretten van hem gezocht.
In het boek Sanctus, meer dan 500 Heilige herkennen, staat een ets. Daar heeft hij dezelfde spitse neus als op andere afbeeldingen, dus die zal wel bij hem horen. Het geefthem iets teders en liefs.
In het boek Sanctus, meer dan 500 Heilige herkennen, staat een ets. Daar heeft hij dezelfde spitse neus als op andere afbeeldingen, dus die zal wel bij hem horen. Het geefthem iets teders en liefs.
Francisco Ribalta heeft ook een afbeelding van Bruno, die in de buurt komt van mijn falling-in- love-icoon. Die heb ik tenminste ook gezien, daar in Valencia. Ik moet zeggen dat ik het voor het eerst jammer vond, dat ik niet beschikte over een mobiele telefoon met fotografie mogelijkheid of zo'n ander handig klein digitaal cameraatje. Er liepen mensen rond, die aan het klikken bléven... Dan had ik mijn Bruno voor altijd bij me gehad.
Francisco Ribalta schildert nog op een klassieke wijze. Donkere bruine kleuren, de mensen in een pose. Maar de gezichten, iets in de wijze waarop ze staan: ik associeer het met modern.
Maar ach, wat is modern?... Het klooster waar ik ben heeft ook het uiterlijk van de 17-e eeuw, maar de bewoners zijn wel van deze tijd. Vanochtend bij het ontbijt memoreerde een broeder de gevleugelde woorden van een ander broeder: 'De mens is natuurlijk en wonderlijk.' Janus grinnikte. 'Dat is om weer te vergeten hoor, anders wordt dat bij mijn dood ook nog herhaald.'
Zo apart: deze broeders kennen elkaar al zowat een leven lang. Dus deed een andere broeder er nog een Janusanecdote bij: 'We stonden op een berg in Zwitserland. Het was een hele klim en Janus zegt daar boven op de top: Ze hebben hier hetzelfde onkruid als in Nederland!'
Janus grinnikt opnieuw. Maar het was wel zo, zei hij. Ik weet niet waarom zoveel mensen zo'n lol aan dat verhaal hebben. Janus, nu bijna 80, zag er in zijn jongere jaren vast zo uit als Bruno.
Francisco Ribalta schildert nog op een klassieke wijze. Donkere bruine kleuren, de mensen in een pose. Maar de gezichten, iets in de wijze waarop ze staan: ik associeer het met modern.
Maar ach, wat is modern?... Het klooster waar ik ben heeft ook het uiterlijk van de 17-e eeuw, maar de bewoners zijn wel van deze tijd. Vanochtend bij het ontbijt memoreerde een broeder de gevleugelde woorden van een ander broeder: 'De mens is natuurlijk en wonderlijk.' Janus grinnikte. 'Dat is om weer te vergeten hoor, anders wordt dat bij mijn dood ook nog herhaald.'
Zo apart: deze broeders kennen elkaar al zowat een leven lang. Dus deed een andere broeder er nog een Janusanecdote bij: 'We stonden op een berg in Zwitserland. Het was een hele klim en Janus zegt daar boven op de top: Ze hebben hier hetzelfde onkruid als in Nederland!'
Janus grinnikt opnieuw. Maar het was wel zo, zei hij. Ik weet niet waarom zoveel mensen zo'n lol aan dat verhaal hebben. Janus, nu bijna 80, zag er in zijn jongere jaren vast zo uit als Bruno.