woensdag 27 augustus 2008

Loop der dingen

De socioloog Willem Schinkel, geboren in 1976 in Kampen, in de afgelopen Zomergasten vond ik vooral zo jóng! Ik had last van deja vu: ja, jouw soort ken ik, uit het linkse actiewezen in mijn studententijd: die sociologen, androgogen en politicologen die het allemaal zo goed wisten. 'Ik ben mijn eigen adept', zei hij en dat maakt hem tot kind van deze tijd. Gewoon zeggen: 'Hier ben ik goed in, ik biedt een perpectief aan, zie maar wat je ermee doet.'

Hij wilde niet over emoties praten, want daar ging hij niet over. Toch had het gesprek aan diepte gewonnen, denk ik, als hij daar wel toe in staat was geweest. Dan was hij werkelijk tot de wortels gegaan en zijn geuzenaam van 'radikaal denker', helemaal waar gemaakt. Indirect spraken sommige gekozen fragmenten voor zich.

Uit de SF-serie Battlestar Gallactica (1980) zaten Mens en Aardsvijand vast op een planeet. Mens brengt Robot, die ervoor gemaakt is om mensen te doden, weer tot leven. Mens geeft Robot de keuze: Gaan we samenwerken of wil je blijven doden? Bij het laatste zet ik je uit. Robot zegt eerst: Ik kan niet anders dan jou willen doden. Bijna uitgeschakeld en dan zegt Robot: Nee, wacht... Op het eind doodt Robot er drie van zijn eigen soort en zegt: we zijn geen Robot en Mens meer, maar Vrienden.

In religieuze terminologie heet dat: Transcendentie. Je stijgt uit boven alle conditionering en daardoor kan je een ander écht ontmoeten. Een vak als sociologie maakt zichzelf bij zo'n articulatie overbodig.

Dat gold ook voor het filmfragment uit Léolo,waar een jongen door een ander in elkaar getimmerd wordt. Als reactie daarop gaat hij aan bodybuilding doen en pompt zijn lijf geheel op. De twee zien elkaar weer. 'Kom maar op!' Maar de bravoure zakt als een plumpudding in elkaar bij de mentale presentie van de wreedaard. Huilend wordt hij wéér in elkaar geslagen.

Alle religieuze tradities vertellen daarover: The Mind over The Body: de Geest wint van het lichaam, bezielt het lichaam, geeft het vleugels. Vleugels van liefde of hamerslagen van geweld. Zoals hij zelf in zijn dissertatie zegt: 'Geweld kan een doel op zich zijn, kan gewoon lekker zijn.'

Typisch waren ook twee andere fragmenten die Schinkel had uitgekozen: de eerste over snooker, waar een biljarter schijnbaar moeiteloos alle ballen van het groene laken wist weg te werken. De andere waarmee hij eindigde: Der Lauf der Dinge, een film van de kunstenaars Peter Fischli & David Weiss. Je ziet het domino-effect gemaakt van oude stoelen, trechters, zuren, water, balletjes, het een stoot het andere aan en gaat zo verder.

Ik vind het intrigerend dat juist zo iemand als Schinkel dit mooi vind. Eigenlijk gaat het hier over de ultieme controle over de materie. Alsof het helemaal mogelijk is om oorzaak en gevolg op elkaar aan te laten sluiten. Schinkel vindt dat we in een hypochrondische samenleving leven, die teveel aan zelfreflectie doet en zichzelf allerlei kwalen aanpraat. Dat ben ik wel met hem eens. Alleen is de wijze om dat te doorbreken alleen mogelijk, als je ook de alternatieven weet te verwoorden.

Het zelf dat alleen maar over het ego gaat, levert hypochrondie op. Het zelf dat zoekt naar mogelijkheden om dat zelf te overstijgen en te overwinnen, levert schoonheid op en een vreedzaam samenleven.

'Links' wil niet zo aan godsdienst en religie. Maar naast de kunst is dit het terrein, waar door de eeuwen heen er een reis naar binnen gemaakt wordt: Je vanuit de worsteling van een klein, verdrietig zelf, verstrengeld in jaloezie, geweld, angst en agressie, je kunt wortelen in een grond van onvoorwaardelijke liefde. In dit opzicht hebben we de loop der dingen wel zelf in de hand.