Hermsen beschrijft hoe Woolf hier een andersoortige tijd oproept dan de kloktijd. Een tijd waar ons bewustzijn door de tijd heen reist, terug in ons eigen verleden, maar ook mee met het bewustzijn van anderen.Hoe het gevoelsleven een eigen tijd heeft, hoe het 'ik' een vloeiend iets is, dat met andere 'ikken', mee kan vloeien en zichzelf kan transcenderen. Als golven, zo zijn we: op en af, heen en weer, eb en vloed, telkens weer.
Deze associatie met de zee, die zit er ook in de muziek van Simon ten Holt, de Canto Ostinato, waar Joke Hermsen ook een hoofdstuk aan wijdt. Als zij niet zo razend enthousiast was, dan had ik het wellicht voortijdig opgegeven. Je hoort twee piano's, maar het kan ook met 4 piano's of andere muziekinstrumenten worden uitgevoerd. Op mijn cd, met de pianisten Polo de Haas en Kees Wieringa, duurt de tijd 75 minuten, maar er zijn ook uitvoeringen bekend die veel langer duren.
De canto is gecomponeerd binnen een stramien, maar de uitvoering is van intuïtie en inval afhankelijk. Je hoort, bijna monotoon, 2 piano's: mijn eerste associatie was een trein die door het landschap gaat. Het heeft iets hallucinerends en evocatiefs: de wijze waarop het-maar-door-gaat, soms met jubelende subthema's en dan weer terughoudend en in zichzelf gekeerd.
Simon ten Holt zegt er zelf over dat hij zich aanvankelijk ook bijna schaamde, voor de eenvoud ervan. Maar dat het tegelijk toch zijn levenswerk is. Als je steeds maar weer luistert, dan ontdek je dat deze muziek niet ergens over gaat. Het vertelt geen verhaal met een plot, het gaat alleen maar door en door en het woord dat uiteindelijk bij mij blijft hangen is: Levenstroom. Ten Holt gaat voorbij aan intrige en spanning, maar geeft een onophoudelijke intensiteit van Iets.
Ik denk dat het je inderdaad ook in een andere tijdsbeleving kan brengen, dat het de tijd als lineaire groei stil kan leggen en het je bijvoorbeeld in een file, zoals Joke Hermsen vertelt, in een soort extase kan brengen en rust geeft tegelijkertijd. Verder ziend dan het eindeloze blik van de auto's om je heen.
Maar, als je vanuit de stilte luistert naar deze Canto, dan geeft deze canto, óók lawaai. Ultieme stilte blijft toch het allermooiste. Dat mis ik ook wel in het boek van Joke Hermsen. Via allerlei wegen vertelt ze over een andere tijdsbeleving dan de kloktijd. Via de filosofie, kunstenaars als Rothko, schrijvers, muziek. Maar ergens geeft ze geen antwoord waartoe dat kan leiden: dat stil zetten van de kloktijd. Waarom zou je eigenlijk, als er niet iets heel moois te vinden is?
In alle religie gaat het ook, uiteindelijk, om een andere tijd dan de kloktijd. Er wordt verteld dat de mens zichzelf kan overstijgen en zijn dagelijkse ik achter zich kan laten. Wat je dan vind, heeft met liefde te maken, verbondenheid, je meet met andere maten dan met wat je gewoon bent. Maat telt niet meer. Tijd tikt niet meer. Stilte brengt je in de ultieme levenstroom, die uiteindelijk te maken heeft met Liefde.