Deze dagen zijn er twee sterke vrouwen langs gekomen. Het begon met het boekje van Agnes Holvast, Leven met de beminde, 9 jaar in een besloten klooster, dat ik in één ruk heb uitgelezen. Dat klooster is het Clarissenklooster in Megen. Ik ken wel wat verhalen uit de tijd die ze beschrijft, van een ander uitgetreden zuster. Het mooie aan het verhaal van Agnes is, dat ze zonder morele oordelen over zichzelf en anderen, heel onbevangen eigenlijk,vertelt, hoe ze van feestneus en uitgaans- en reistype, onrustig werd en iets miste. Tot ze dan eindelijk dat punt op haar wensenlijstje ging vervullen: 'Een keertje gast zijn in een klooster'.
Dat was in Megen en meteen bij aankomst moest ze al huilen. Ze kende het christendom helemaal niet, maar werd langzaam maar zeker gegrepen. Of eerder: deze weg opende zich en die ging ze lopen. Van het bed van de vriend met wie ze samenwoonde, sliep ze de nacht daarop in haar kloostercel. Ze leerde randfiguren in het kleine dorpje kennen: een zwerver, een stel dat op een boot aan de rivier woont, vaak in dronkemansroes. Vanzelf opende zich een andere weg: ze moest weg uit dit besloten klooster en naar Amsterdam om wellicht bij een andersoortige, actieve orde in te treden, de Kleine Zusters van Jezus. Die raden haar aan, eerst een jaar op zichzelf te wonen.
Vanaf het begin van haar kloosterleven had ze 'huidhonger', zoals ze het noemt: haar leven lang gewend geweest aan aanraking en dan is er ineens niks meer op dat vlak. Nuchter constateert ze, dat ze , net in Amsterdam, nog dacht: Nee, ik kan niet gaan vrijen met een man want dan zou ik De Beminde, God dus, ontrouw zijn. Maar kijk: een maand later gebeurde het toch. En na enkele anderen leeft ze nu met een man en heeft twee kinderen gekregen. Maar De Beminde is er ook altijd nog.. En dat is wel mooi, en voor mij ook herkenbaar en sterk, vind ik: dat je leven vele vormen kan aannemen, maar dat daaronder er iets blijft, als je het eenmaal gevonden hebt en 'thuis' bent gekomen.'De Beminde' is daar wel een mooi woord voor omdat het associatieveld dat het je persoonlijk ráákt, daarbij in besloten is.
Een sterke vrouw: wanneer ben je dat eigenlijk? Voor mij heeft dat iets te maken met trouw zijn aan en volharden in de sporen die je in de werkelijkheid hebt waargenomen en die je aan het hart gaan. Niet jezelf verstrooien, niet mee gaan in de verleidingen van de afleiding, de algemeen aanvaarde meningen om je heen, maar desnoods helemaal alleen, je eigen sporen volgen, ook als die soms pijn en verdriet geven.En uiteindelijk heeft het iets te maken, dat de wereld er beter van wordt: die van jezelf en de kleine kring om je heen. Of zelfs wereldwijd.
Ik zag de film Zero Dark Thirty: een reconstructie van de jacht op Osama Bin Laden. De wereld was bevangen door wereldwijde terroristiche aanslagen na nine-eleven in 2001. Bin Laden leek van de aardbodem verdwenen. Er gingen geruchten dat hij in een grot woonde tussen stamvolkeren. Maar er was 1 vrouw die vanaf den beginne bedacht dat er een koerier was, die als het ware het lichaam van Bin Laden in de buitenwereld was. Als deze koerier gevonden zou worden; waar hij woonde, dan zou Bin Laden daar ook zijn.
Niemand geloofde haar theorie. Ze werd afgezeken en uitgelachen door alle mannelijke collega's om haar heen. Negen jaar is ze met de zaak bezig geweest. Net zolang als zuster Agnes in het klooster. En ze kreeg gelijk.Stel nou, dat ze géén gelijk had gehad, met haar 100% stellingname dat Bin Laden in dat huis, dat een fort was, zat? Was ze dan geen sterke vrouw geweest? ... Dat had van haar houding daarna afgehangen. Als ze zonder schuldgevoel en andere hang-ups, haar ongelijk had kunnen weggeven. Dan was haar weg dezelfde geweest als die van Agnes Holvast: hier ben ik en ik kan niet anders.