Ik zit hier in de bijna avondzon, heet het nu, want de zomertijd is ingegaan, op een bankje op het perron. De trein reed voor mijn neus weg, het is zondag, de volgende gaat pas over een uur. Nu kan ik twee dingen doen. Het perron aflopen en een bus zoeken. Of gewoon hier blijven zitten en een blogje schrijven. Ik heb dus al gekozen voor het laatste, anders zouden voorgaande regels er niet zijn.
Waarover, zal ik schrijven? Ik zit weer in mijn zondagse gevoel dat toch echt ontstaat door in de morgen naar de zondagse viering in de kerk te gaan. De kerkklokken luiden vanuit de stad, aan de andere kant van het kanaal en dat is een mooi geluid, dat een andersoortige tijd op roept, dan werktijd, kloktijd, tijd is geld. Zo klinken de oproepen vanaf de minaretten dus, dagelijks voor hen die willen luisteren. De christenen doen het ondertussen met maar een keer in de week, het klokkengelui.
Dat hoor ik overigens nog steeds in mijn hoofd, elke nacht. Maar het neuropsychologisch onderzoek heeft geen objectieve afwijkingen kunnen aanwijzen. Dus volgende week is er een gesprek met de baas gepland. Wat wil die nu met me aan, waar wil hij me toe zetten? Dat is nog steeds een cliffhanger in mijn leven.
Ik leef dus al een maand zonder werktijden. Als een plant richt ik me naar de warmte, naar voeding, ik lees, ik wandel, ik denk... dus ik besta.
PS. En toen stopte het schrijven ineens, want een perron wachter wees me erop dat heel veel verder op, er een eerdere trein gaat, over enkele minuten. Ik rennen. En nu typ ik, met de fiets tussen mijn benen, dit blogje af, bij de wifi van de kinderboerderij, tegenover mijn huis.
Straks bij het duister floepen de 2x10 lampjes, in de struiken en de bamboe weer aan. Dat is puur zonlicht!, dacht ik gisteren. Omdat ze met zonne-energie branden. Sprookjesachtig: zowel het aanzien, als het idee. De lichtjes zijn druppelvormig en lichten ook overdag op. 'I give you the light of Eriendel', hoor ik een basstem zeggen, de elf die door Cate Blanchet vertolkt wordt, in de Lord of the Rings.