zondag 4 juni 2017

Levend licht

In de ochtendzon om 8 uur op het gras bij het water, bij mij achter. Een wandelaar met een hondje steekt het houten bruggetje over. Getjilp van de mussen vanuit mijn eigen achtertuin, het geroekoe van duiven vanuit allerlei bomen. Zo heerlijk rustig.

Gisteren wandelde ik terug vanuit de kerk, stapt er een wildvreemde vrouw van haar fiets om me te bedanken wat ik zei in de kerk en voor de zegenwens. Dat is wel leuk. Na het praatje bij de kunsttentoonstelling kwam er ook een wildvreemde man naar me toe; dat hij het erg goed vond.
Ja, het was leuk om te doen: beide praatjes, dat je in de flow dingen zegt, weliswaar van alles in je hoofd voorbereid, maar eigenlijk niet wetend wat er nou precies uit zal komen.

Is dat nou een andersoortig 'compliment' van die vrouw uit de kerk en die man? 'PoĆ«tisch, filosofisch', hoorde ik. Misschien is het verschil, dat zo'n vrouw en jij je tegelijk al wetend plaatsen in dezelfde stroom van ... tja, toch wel geloof. Geloof in het goede, dat mensen dezelfde weg gaan vol persoonlijke verhalen, waarvan het iets waard is om deze te delen. Deze vrouw vertelde dat ze met Pinksteren, dus,  terwijl haar kinderen thuis nog op een oor lagen, ze dan altijd in ieder geval wel naar de  kerk ging om de verhalen, 'getuigenissen' noemen ze het daar, van mensen te horen.

Drie Vietnamese zusjes vertelden tezamen, in vlekkeloos, accentloos Nederlands, overigens, over de gang van hun moeder, die een hersenbloeding heeft gehad het afgelopen jaar, en altijd voor de dienst eerst nog drie kwartier in de Mariakapel bidt.Ja, ze is er altijd in een rolstoel. Hun vader had net het evangelie in het Vietnamees voorgelezen. Een man vertelde over zijn pelgrimstocht naar Santiago, een vrouw over haar wonderbaarlijke oog-genezing. Een andere vrouw over haar soms wankelend, maar toch groeiend geloof, nu ze met kankerpatiĆ«nten werkt...

En ik? Ik hoorde mezelf vertellen, dat ik me meteen in deze kerk thuis voelde, en er voor het eerst kwam in de nachtmis, nadat mijn moeder gestorven was, maar nog niet begraven. Hoe fijn het is, dat ik haar toen  ook  in het licht van een levende gemeenschap kon laten dragen. En de zegenwens ging zo:

Moge je op weg gaan
en niet je ogen sluiten voor ellende en nood
het bittere en het zoete samen-leven
verdriet en vreugde bij elkaar brengen.

Blijf bidden, blijf hopen, blijf dromen
draag het visioen van vrede met je mee
het verlangen naar helderheid en liefde.

Ga op weg en laat je bij de hand nemen
de eeuwige is bij je
verlicht jouw hart
inspireert je geest met fluisterende adem.

Gezegend ben je
elk moment opnieuw
met levend Licht