zondag 25 juni 2017

Pluksla, buitenplezier

'Hoi, niet schrikken, ik maak een fotootje. Jij met dat laptopje bij het water en die ganzen naast je, dat is een leuk beeld', zegt een jongen achter me, toen ik omkeek omdat het me opviel dat ik ineens geen brommergeluid meer hoorde. Oké, zei ik, oké. Wel grappig, dat zo'n jongen, een koerier van nl.post zie ik aan zijn tassen, zoiets leuk vind. Maar wat zeg ik nou?, weet ik veel, dat is beeldvorming. Veel eigenzinnige mensen schijnen bij de PTT te werken, omdat je alleen werkt en je de tijd zelf kan indelen.

Ja, dit is mijn buitenleven, als ik thuis ben. Zo idyllisch is het plaatje eigenlijk niet, want er zit botulisme in het water voor me. Behoudens die enkele bruine ganzen zijn alle eenden, meerkoetjes en andersoortige ganzen, zoals de Egyptische nijlgans, allemaal verdwenen. En er spelen en badderen geen kindjes meer op het strandje aan de andere kant van het houten bruggetje.

Maar ik moet toegeven: in het gras, met af en toe wat avondzon, achter mijn huis, internetten, bevalt me prima. Ik was op zoek naar een nieuw opvouwbaar campingstoeltje. In de stad is mijn missie niet geslaagd. Ik had een zeer simpel kinderstoeltje van de Xenos, die precies lekker in mijn rug paste én ook precies in de koffer paste. Niet meer te krijgen. Ja, de Hema had een kinderstoeltje,maar het draaggewicht was 30 kilo. Dat risico ga ik niet nemen. Door mijn oude ben ik ook heen gezakt, maar wel pas na acht jaar ofzo.

Waar ik ook genoegen aan beleef, is buiten eten en dan onderwijl de pluksla met volle regendruppels erop, uit de pot plukken en zo in mijn mond stoppen. Ik moet dan ook steeds denken aan Moeder: die kocht vroeger bij de plantenzaak een Djabé Rawit plantje, dat is zo'n klein plantje met rode en oranje pepertjes en die pot stond op tafel en daar plukte ze er tijdens het eten de pepertjes vanaf.

Dit is nu mijn 'moestuinervaring': pluksla, zeer klein gekregen uit de grote moestuin van I. en die overgepot in twee grote zwarte plastic bloempotten. Voor Terschelling en Oerol had ik ze beide helemaal kaal gegeten; O, wat een mals zacht blad: zonder dressing een genot op je tong en gehemelte. Ik dacht dat er niks van over zou zijn na mijn vakantie, maar tot mijn vreugde zijn beide doorgegroeid, en nu eet ik er bijna dagelijks van. Het blad is wel iets bitterder geworden van smaak, maar dat mag mijn pret niet drukken.