Ik volg hem nog steeds, Duncan Laurence, zelfs op Instagram. Hij is nu in Los Angelos om nieuwe liedjes te maken bij Capital Records. Je ziet hem door de straten joggen en op het strand een eendje filmen met een kindje dat erachteraan gaat en hij wil zijn fans niet teleurstellen, hij baalt dat hij niet elke keer meer kan reageren op Instagram-berichten en richt een Quality-time uurtje in: dat hij nú een uur op alles zal reageren.
Ik zal het nooit vergeten: daar lag ik in India op bed in een donkere kamer onder de klamboe en had net ontdekt dat ik naar de NPO kon kijken en keek naar de DWDD. Daar was hij, die onbekende zanger die desondanks zacht en zelfverzekerd vertelde over de clip van het songfestivalnummer: en hij eindigde met te zeggen dat het misschien ook ging over wedergeboorte...ik dacht: jij durft, om daar zo onbevangen over te praten en nu maar hopen dat het ook iets is.
En nu weten we allemaal dat het wat was en elke stap voorwaarts werd door hem met bescheidenheid ontvangen; hij steeg bij de bookmakers naar de hoogste regionen en aanvankelijk zei hij alleen dat hij het als een groot compliment beschouwde. En ik zag vanuit India dat het liedje op You Tube de wereld veroverde en ik luisterde er elke dag naar, want ja, het had iets.
En nu heb ik een nieuw favoriet liedje dat ik elke dag beluister: The Woods, gezongen in Paradiso op 5 juli, weer een droom van hem, na Pinkpop, die uitkwam: een concert geven in de oudste poptempel van Nederland. Hij raakt omdat hij kwetsbaar durft te zijn en over dit liedje vertelt hij dat hij het alweer zes jaar geleden schreef ( hij was toen dus 19 jaar ofzo!). Hij kende iemand van wie de oma was overleden en hij stelde zich de heartbreak voor, hoe dat moet zijn als iemand er niet meer is, die je jouw hele leven, zestig jaar, gekend hebt. Terwijl hij dit vertelt, voelt hij het weer en met dit liedje heeft hij het verwerkt.
En dan komt er weer zo’n liedje met zo’n gelaagdheid, een oude ziel zingt betoverend: zo ervaar ik dat, zijn stem krijgt iets magisch. En tegelijk is het zo’n schatje, nog een beetje verscholen in zijn bruine jas, je ziet er ook nog het jongetje in dat vroeger werd gepest, maar tevoorschijn is gekomen. The Woods vertelt ook dat verhaal van een omvormingsproces : een vuur branden, voetstappen van herinnering maken om uit de bossen te kunnen komen.
Hij maakt hier gebruik van een mythisch beeld: de bossen zijn in sprookjes en mythen en fantasy-verhalen, de plekken van het onbewuste, waar duisternis en schaduw je uit het licht houden, waar demonen kunnen huizen, maar ook elfen kunnen wonen die je vanuit een tijdloze wereld weer naar de gewone wereld brengen, opgeladen met nieuwe energie. En daarom wandelen we tenslotte zelf ook in bossen...
Ik verwacht dat Duncan Laurence, als hij door gaat op deze weg, héél groot zal worden. Het is zijn eigen motto: dat hij zichzelf wil blijven. Nu is hij ook nog dat jongetje met een pestverleden wiens eerste uitgebrachte singeltje onverwacht zo’n succes heeft, beland in een snoepwinkel. Ik hoop van harte dat wanneer hij een ‘doorgewinterde artiest’ wordt, hij toch ook altijd dat jongetje zal blijven. Ik blijf hem volgen.