Ik moet er geloof ik een blogje aan wijden, want het blijft in mijn hoofd zitten. Ik was naar de lezing van filosoof Frank van Caspel die binnenkort promoveert op deze stelling dat het een onzinnige vraag is: 'Waar is onze mind?’ Of geest, of ziel of bewustzijn... maar van Caspel vindt ‘mind’ meer overkoepelend: zoiets bestaat niet, volgens hem, het is niet los verkrijgbaar. Het was weer in het kader van de Zomerfeesten, anders was ik er niet heengegaan.
Hij vergelijkt ‘minden’, dat is dan het werkwoord, met sporten en hij meent dat er sprake is van een categoriefout is als je ‘mind’ tot iets aparts maakt, alsof het los, zelfstandig zou bestaan, waardoor er allemaal onzinnige vragen en boekenkasten vol zijn geschreven over bijvoorbeeld of ‘mind’ na onze dood nog ergens is. Er bestaat ook niet ‘de sport’ die ergens is, er zijn allerlei sporten, van voetbal, tot wielrennen tot schaken enzovoort en als we één van hen beoefenen, kunnen we zeggen dat we sporten. Sporten is de overkoepelde term, en dat is minden ook. Dus: wanneer je zegt, ik ga naar de Zomerfeesten en je loopt naar de Valkhofaffaire en naar Otis Park en naar Het Festival Op Het Eiland en iemand vraagt dan: maar ik ben nog niet op de Zomerfeesten geweest, waar is het?, dan weet je dat deze een onzinnige vraag stelt.
Volgens mij maakt Frank van Caspel hiermee zelf een soort van categoriefout. ‘Minden’ kan niet in dezelfde categorie vallen als ‘sporten’.‘Sporten’ is een overkoepelende term van activiteiten die we eerst zelf ontworpen hebben, met regels en dergelijke en zo hebben we elke sport zichtbaar gemaakt in de werkelijkheid. En dat geldt ook voor Zomerfeesten. Of anders wel voor ‘fruit’: wij nemen verschillende vruchten waar en hebben de verzamelnaam fruit genoemd.
Maar met mind, ziel of geest etc is iets anders aan de hand. De activiteiten die daarbij zouden horen, zoals emoties hebben, zoals verlangen, verdriet en vreugde ervaren, wijsheid zoeken, liefhebben... bij deze activiteiten zelf ligt ’mind’ aan de basis of is ermee verweven, we kunnen het er niet uit lostrekken. Verdriet bijvoorbeeld, is er, het kan een directe oorzaak hebben, dat is te traceren en het feit is te verifiëren, maar niét hoe we daarmee vervolgens omgaan, er is geen handleiding of recept of ontwerp of concept, zoals wel bij elke sport of één van de Zomerfeesten: gemaakt en ontworpen door mensen.
Concepten als liefde, wijsheid,rouw, verzoening, overgave, verbeelding... etc. veronderstellen iets eronder of erachter om stand te kunnen houden. Het heeft iets met oorzaak en gevolg te maken...of iets met ‘een bodem’ of ‘een grond’ of desnoods zoiets als de wand in de grot van Plato, waarop wij de wereld in schaduwen projecteren. Zonder wand waarop of grond waaruit (het zijn maar metaforen): zoals aarde voor elke plant, zou alles in het luchtledige en in chaos hangen: er is dan geen ruimte waarin het gestalte kan krijgen, geen bord waarop we krijten, het wegwissen en weer een poging ondernemen...
Ik snap Van Caspers intentie wel om af te willen rekenen met oeverloze speculaties waar de locatie van ‘mind’ zou zijn. Want van daaruit zijn alle speculaties ontstaan omtrent een God die over die mind zou kunnen oordelen. De ene naar de hemel, de andere naar de hel, enzovoort. Ik ben er ook voor om naar de mind in actie te kijken, verweven met al ons doen en laten en zodoende geen energie te verspillen aan gedachten waar de mind zich bevindt en waarheen die mind dan eventueel kan gaan.
Ik denk dat met mind of ziel of geest etc. in feite gezegd wordt, dat de horizon van het menselijk vermogen altijd wijkt en nooit zomaar bereikt is. De locatie van mind is daarom niet aanwijsbaar en te vatten: je kunt niet zeggen dat het ergens is, maar ook niet dat het nergens is. Hoe verder de techniek gaat, hoe meer mind op meerdere plekken tegelijk kan zijn, hoe meer wellicht zichtbaar wordt dat ‘mind’ geen hier tegenover een daar heeft, of een onder en een boven, of een heden en een verleden... mind resoneert in mij en jou, het zingt rond, overal en nergens.
Zo is mijn ‘mind’ misschien ook aanwezig in elk blogje dat ik schrijf en toegankelijk voor iedereen. Terwijl, toen er nog geen internet was, mijn mind misschien alleen aanwezig was geweest in wat schrijfsels die ik binnenkamers ergens op papiertjes krabbelde. En toen er nog geen papier was, had ik mijn mind misschien alleen aanwezig laten zijn in de wereld, door met een andere mind te praten onder een sterrenhemel... Al zijn er mensen die mij nooit gezien hebben, iets van mijn mind is door de huidige techniek zichtbaar en heeft een locatie, een aanwijsbare plek.
Nee ‘mind’ is niet hetzelfde als ‘ik’, maar wat is dat...? Mind is ook iets wat we delen met elkaar, maar wat zeg je daarmee? Mind is zeker geen ding, dat klopt, maar mind laat zich ook niet wegwissen door er maar een werkwoord, zoals sporten van te maken.