maandag 28 februari 2022

Plyve Kacha: Niemand wil oorlog

Het blog dat ik net geschreven heb, is verdwenen, op de titel na. En ik krijg het nu ook niet meteen verwijderd. Nou ja, waarom?…Dus nu maar in telegramstijl: ik luisterde naar dit Oekraïns treurlied op YouTube, Plyve Kacha in meerdere versies, ik bekeek de documentaire ‘Winter on Fire; Ukrains fight For freedom’ over de Maiden-revolutie in 2014 en zie mensen die zeer standvastig en volhardend zijn, ik zie een president die van komiek evolueert tot een leider waar nu 90% van de bevolking achter staat en ik hoop het beste. Dat niet de tsaar die droomt van een groot tsarenrijk wint, maar de gewone mens, die Niemand heet. Niemand wil oorlog, we willen vrede.

 

vrijdag 25 februari 2022

Het labyrint Oekraïne

Per toeval liep ik gisteren, de dag dat Poetin binnenviel in Oekraïne, in de bieb tegen dit boek aan, aangetrokken door de kaft. Daar zie je twee keer een afbeelding van het labyrint van Chartres, en dan zou je denken dat het een boek is dat gaat over spiritualiteit, ofzo. Maar nee: Labyrint. In de doolhof van 25 jaar Oekraïnse ‘onafhankelijkheid’, is de titel en de twee labyrinten op de voorkant verwijzen naar het labyrint van westers Oekraïne en eenzelfde labyrint dat het oosten van Oekraïne is. Waar gaat het naartoe? In Oekraïne zelf was er altijd een labyrintische  weg die naar Europa en het Westen leidde, maar evenzeer een die naar Rusland wil. En nu kiest Poetin als het ware voor hen.

Wat weet ik nu van Oekraïne? Niks. Wist wel dat er een soort van burgeroorlog woedde, waardoor bijvoorbeeld de nabestaanden van de ramp met de MH17 nog altijd niet hun geliefde doden hebben kunnen eren en afscheid kunnen nemen op de plek waar ze gestorven zijn. Of gaat het om Russische en Oost-Oekraïnische schermutselingen aan de grens? Nu lees ik dat het land bijna 50(!) miljoen inwoners heeft, waar 2%, de bovenlaag, 95% van de nationale rijkdommen bezit. De helft van de werkende bevolking heeft een inkomen van 50 euro per maand, gepensioneerden en arbeidsongeschikten leven van 20-30 euro per maand. Dus de verwachte vluchtelingenstroom van 1-5 miljoen, eventueel met auto’s, dat zijn dus mensen uit die toplaag.

Volgens dit boek uit 2016 van Bastiaan van der Plas, is er nooit een democratie geweest in Oekraïne en draait alles er om de belangen van enige clans en oligarchen, die belust op eigen gewin, dan weer tegen het Westen en dan weer tegen Rusland aanschurken. Er zijn anderhalf miljoen zwerfkinderen in Oekraïne, meer dan 100.000 jonge vrouwen zijn slachtoffer van criminele groeperingen in prostitutie en vrouwenhandel. De economie is in 2016 bijna ingestort, velen kunnen geen brood meer kopen, stoken hout uit de omgeving omdat ze zich geen steenkool kunnen veroorloven, de energieprijzen stegen met 200%, oligarchen kopen stemmen door zakken suiker en aardappelen uit te delen in de haven van Odessa.

Ik doe zomaar een greep uit concrete dingen, die gewone mensen aangaan. Er is geen democratie, omdat er simpelweg geen middenklasse is met educatie. Alleen die rijke toplaag en heel veel armen. Ook vond ik een reden waarom Poetin het over nazisme heeft, waarvan hij zegt dat hij Oekraïne daarvan wil bevrijden: extreem rechts is er heel machtig en gekoppeld aan nationalisme, Oekraïne heeft naar schatting  35.000 Joden in de tweede wereld oorlog omgebracht en deze nazi’s hebben onderdak gekregen bij de Verenigde Staten: ze gingen werken bij de CIA en hun oorlogsverleden werd gewist.

Ik refereer maar even hap-snap naar wat ik zoal gelezen heb, tussen de zeer ingewikkelde strijd om de macht in Oekraïne door, die in detail ook beschreven wordt. Niemand wil oorlog, zoals ook niemand die pandemie wilde. Maar het komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ook dit boek anticipeert hier al op, zoals er velen al waarschuwden voor een pandemie. Het boek is opgedragen ten nagedachtenis aan zijn schoonmoeder ‘die woonde op de grens van Rusland en Oekraïne en de laatste jaren gebukt ging onder de oorlog in haar achtertuin en de angst voor de fosforbommen van het Oekraïense leger.’

donderdag 24 februari 2022

The Milk of Dreams

Wat een contrasten in het weer: vandaag bewolkt en regenachtig, maar gisteren een strakblauwe lucht met zon. De vogeltjes in het bos maakt het nu al niks meer uit: die kwetteren al zo hard, dat ik ze binnen kan horen. Gisteren begon ik de dag in de ochtendzon op de bank, met het lezen en bekijken van het boekje, de helft van een A4, The Milk of Dreams van de schilder Leonora Carrington, die bij ‘het surrealisme’ gerekend wordt, maar die eerder droomachtige, mythische werelden schept. Dit is een kinderboekje, ontstaan van muurschilderingen uit haar eigen huis, die ze voor kinderen daar schilderde, met heel korte verhaaltjes erbij.

Het zit vol mensen en dieren en dingen en natuur in metamorfose en soms worden ze daardoor hybride: deels mens en dier of machine, of met twee gezichten, of vleugels als oren of een huis dat groeit op je hoofd, of over drie kinderen die bedorven vlees eten, hun hoofd verliezen, die daarna door een groene indiaan geplakt worden op grappige plekken: op hun hand en voet en hun achterste en ze vinden dat helemaal niet erg. De mooie Humbert, die echter wel gemeen is tegen zijn zusters. Die stoppen dan een krokodil in zijn bed, maar hij is zo mooi dat de krokodil smelt voor zijn schoonheid en ze vriendjes worden. Enzovoort. Het boekje vormt de basis van de komende Biënnale in Venetië.

Daarna ging ik mijn tuinhuisje-kas weer herbouwen. Een puzzel met al die losse stangen, half verdraaid en door de kracht van de storm was op sommige plekken ook aan de uiteinden de buis gescheurd. Met ducktape weer herstellen en het spannends was, of ik wel alles bij elkaar gevonden had: als er één stang ontbreekt kon ik alles wel weggooien. En toen stond het er weer, de onderkant nog ‘verzwaard’ met een oude opklapbare stang uit een oude tent, die eerst in het afdakje van mijn huis in de stad zat, een tweedubbele recycling en een cirkel die rond wordt, daar hou ik wel van. Het was zó warm en fijn weer, met een dik vest aan en het harde werken (ahum) kreeg ik het warm en ik dronk, toen de klus geklaard was een pilsje  in de late middagzon. Dan voel ik me wel een beetje een arbeider: bier als beloning na het werk. 

Toen naar binnen en in de hangmat bekeek ik de presentatie van de Biënnale die dus ‘The Milk of Dreams’ heet. Het ‘logo’ en in alle uitgaven, zoals ook de catalogus, de affiches, de begeleidende boeken, zijn ogen te zien, die komen uit kunstwerken van kunstenaars: het oog dat speurt en álles kan zien, ook in de werelden van de verbeelding. Cecilia Alemani, de curator is gespecialiseerd in het werk van hedendaagse kunstenaars, en is nu directeur en curator van High Line Art, een park in New York, dat kunst in de openbare ruimte tentoon stelt.

Ze vertelt over deze historische Biënnale: voor het eerst met een jaar meer voorbereidingstijd, door de pandemie en voor het eerst dat die helemaal online samengesteld is, zonder dat zij fysiek in de buurt van de kunstwerken is gekomen. Daarentegen heeft ze wel heel lange, intieme gesprekken gehad met honderden kunstenaars, vaak tot diep in de nacht,  in een sfeer van urgentie, het leek soms immers of het einde van de wereld in de buurt was, en wat betekent dit allemaal voor de mens? Wie ben je, wat is essentieel?

En zo kwam ze, wat ik er nu van heb begrepen, tot een Biënnale die opgedeeld is in drie structuren en vijf ‘tijdcapsules’, die allen volkomen verschillend van sfeer en inhoud zijn. De ene heeft bijvoorbeeld de sfeer van de mens die op allerhande wijze verbonden is met de levende natuur en daar verwikkelingen mee aangaat, een ander is juist ‘clean’ en technologisch en abstract: want de mens beweegt zich ook naar robotica, de wetenschap die plaatsvervangend kan zijn voor mensen, of ze de mogelijkheid kan geven langer te leven. (En opnieuw: gezien de pandemie waar er in het begin nog geen vaccin is, denk ik nu). De drie structuren waar dit alles in beweegt zijn: De representatie van het lichaam in metamorfose, de relatie van het individu met de technologie en de connectie van de mens met de aarde.

Er zullen nog nooit zoveel kunstwerken te zien zijn als nu, nog nooit is het aantal deelnemende vrouwen zo groot geweest, nog nooit zoveel onbekende kunstenaars uit nog nooit zoveel landen. En ondertussen illustreerde ze dit met afbeeldingen van kunstwerken. O!, ik lag nu al te likkebaarden in mijn hangmat terwijl ik uit de drie ramen in mijn boshuisje uitzicht had op een kleurige schemering tussen de bomen, ik verzonk al bijna in een ‘Milk of Dreams’. 

maandag 21 februari 2022

Arjan Lubach. De Verschrikkelijke Jaren 80. I drink wine

Het wordt onontkoombaar lente. Bij het ontwaken en het eerste ochtendgloren nog ver achter de bosrand, hoor ik een merel een deuntje maken. Ook gisteren tijdens de derde storm Franklin over het land hoorde ik, als ik heel even mijn neus buiten de deur stak en in de ijzige wind op en neer liep, toch ook vogeltjes zacht fluiten, onzichtbaar in de bomen. De kleine gele narcisjes bloeien, uit bolletjes die vorig jaar op tafel stonden en in de twee seringenstruiken en de forsythia zitten al knoppen, het lijkt of er al friemelig geel uit de laatste barst.

Alles gaat er bij mij toch om, om het grotere, échte verhaal op te diepen uit de oppervlakte en de schijn der dingen. In dat opzicht vond ik de eerste avondshow van Arjan Lubach van gisterenavond veelbelovend. Hij liet zien hoe de NOS als bedrijf heel blij was met de uitzendrechten van de Olympische spelen, terwijl er zo’n schending van mensenrechten is, die ze in de jarenlange cyclus tot de uitzending dan wel heel braaf in andere programma’s aan de orde stellen. Hij deed dat in het juiste evenwicht en dat is ook wel knap: hoe voorkom je dat je een moraalridder en verknipte dominee wordt, door toch zachtjes het mes in de borst te steken van de sportminnende natie, voor wie de Spelen een van de weinige lichtpuntjes was in de naweeën van de Coronatijd?, door fijntjes erop te wijzen: waarom moet de Nationale Omroep dat uitzenden, terwijl de Nederlandse politiek en koning wel afwezig was, aldaar?

Als gast op het einde, lijkt me ook een leuke formule, was daar Kim van Kooten, de maker van de serie ‘De Verschrikkelijke Jaren Tachtig’. En ook hier die balans tussen de schone schijn en wat er werkelijk aan de hand is. Ik vond het vanaf de eerste aflevering al ijzingwekkend en wat horror-achtig, ik kon nergens om lachen, alhoewel het ook aangekondigd was als komedieserie. Maar nu zei ze zelf, dat al gaande zal blijken dat er wat meer aan de hand is in die ‘zogenaamde vrije commune’, mijn woorden , en je als de serie is afgelopen eigenlijk nog eens alles moet bekijken. En daarna de ook hilarische anekdote dat ze zelf de musical voor groep acht op de school van haar dochtertje had herschreven, terwijl haar man Jacob Derwig de regisseur was, ook Kluun een bijdrage leverde en ook nog eens een decorontwerper en requisietenmens die bij de tv en film werkt, en Susanne Klemann van Lois Lane, wier kinderen of kleinkinderen ook op die school zitten. Waarom?! Het resultaat gaf de verzamelde kroeggemeente van opvoeders bij de uitvoering waarschijnlijk niet meer plezier als alle andere jaren.

Een van de onversneden programma’s waarvan je hoopt dat wat je ziet gewoon de echte werkelijkheid is zoals die zich voordoet, is voor mijn nu ‘Nachtdieren’ van Raven van Dorst, waar ze in een oude auto in de nacht door verschillende steden trekt en kijkt waar er licht brand en wat die mensen daar dan aan het doen zijn. Bij voorkeur heel toepasselijk om te bekijken op de iPad onder de dekens in de nacht. Op Insta liet ze zien wat er na de stormen over was van de ludieke kas die ze op de boerderij , hier ergens in de buurt van Apeldoorn, had  gebouwd met Emma Wortelboer, terwijl Maarten van Rossem op een campingstoeltje toekeek. Dat wekt bij mij ook de verwachting, dat die boerderij nu toch ergens ook een rol in haar leven speelt en er niet alleen is om een leuk programma te maken.

Het lied dat nu het grootste statement voor mij is, dat er een doorleefde, niet altijd makkelijke werkelijkheid is, achter de schone schijn van glitter en glamour is I Drink Wine van Adele. Zij heeft het onlangs live gezongen tijdens de uitreiking van de BRIT awards 2022, waar ze drie van de vier prijzen ontving: Beste Zanger, Beste Album, het Beste Lied. Daar zit ze in een letterlijk gouden en schitterend decor en ze zingt over de weg van de ziel naar echtheid. Dat lied kan ik wel elke dag beluisteren, als een soort van mantra.

zondag 20 februari 2022

Afscheid (2)

Vanochtend droomde ik over Broer. Ik was al wakker geweest en ik dacht aan hem, zoals vaker deze tijd: het is nu meer dan een jaar dat hij overleden is. Bij het opnieuw inslapen dacht ik aan dat lievelingslied van hem ‘The Fool on the Hill', dat als laatste op zijn uitvaart gedraaid werd. Ik herinnerde mij dat hij vertelde dat hij dit zo’n mooi lied vond. We waren tieners, woonden dus nog thuis en hij stond in mijn kamer bij de lang getimmerde tafel/bureau langs de hele vensterbank van het raam.

Ik droomde dat ik rechtop in mijn bed zat en ik hem uit een raam zag aanlopen, vol levenslust. Het was in een groot modern hoog gebouw van zijn werk en op de een of andere wijze was dat dus mijn slaapkamer, in de soort van conciërgekamer. We zwaaiden naar elkaar en toen liep hij ook nog mijn kamer in, het bleek dat rechts van mij, bij mijn hoofdeinde, de klok was waar hij zijn kaart in moest stoppen, om in te klokken. ‘Hé, doe je dat elke dag zo?'  vroeg ik hem, ‘daar wist ik niks van.’ Hij knikte van ja, en glimlachte. ‘Goh, wat raar’, zei ik, ‘jij weet dus hoe ik er slapende uitzie, dat weet ik zelf dus niet.’

Hij vond dat heel vanzelfsprekend, hij was in volle vaart, vol levenslust en zei dat hij gisteren, toen hadden we elkaar ook gezien op de een of andere bijeenkomst die voor ons beide verplicht was, niet wist dat daar ook op dat moment de tweede kamer vergaderde, als hij dat had geweten dan had hij dat gezegd op zijn werk en dan was het vergoed, nu had hij er een vrije dag voor opgenomen.Hij liep door naar de deur en daar ving een collega hem op en die zei dat hij wel iemand moest vinden voor zijn lever, voor 14 maart. We wisten dus wel dat hij ook ziek was.

Die stralende, brandende ogen van hem, doelgericht en vol vitaliteit… Zo kon hij als kleuter al kijken. Wat een aparte droom. Ik zocht 14 maart op, waarom die dag in mijn droom? Het blijkt ook de geboortedag van Einstein, en de sterfdag van Stephen Hawking, en het is PI-dag, de Wiskundedag. De wetenschap was iets waar Broer veel belang aan hechtte, naast bosbouwer was hij ook statisticus, en  hij monitorde zijn eigen ziekte en ging ook met de behandelende artsen in gesprek over de beste behandeling…

De droom is troostend, ook omdat hij zo in vol ornaat, zo helemaal zichzelf, hoe hij was, aanwezig was. In mijn huidige slaapkamertje hangt er op de plek waar de prikklok was in het gebouw van zijn werk, een Mongools jongetje, dat mij ernstig en ook wat schuchter aankijkt. Zo was hij ook.

zaterdag 19 februari 2022

Trillend boshuisje

Op Nu.nl lees ik dat Staatsbosbeheer mensen adviseert om dit weekend niet in de bossen te gaan lopen, maar het open terrein te zoeken. Dit om omgevallen bomen en takken te kunnen verwijderen en ook bomen te controleren op takken die al half losgescheurd zijn. En precies op het moment van lezen, hoor ik hier ineens het geluid van zware machines en materieel, ze zijn dus al begonnen.

Ik kon het gisteren niet laten om toch door het bos te wandelen, al was het advies om binnen te blijven en ‘Eunice’ te mijden. Het viel mee, die wind, meestentijds. En toch ook niet: als er ineens een harde rukwind door de bomen joeg. Dunne dennenbomen die wild zwiepten langs de hogere glooiingen tegen een grijze lucht aan. Ik stond ervoor stil: en ja, het zal ook niet aan mij gebeuren: een dun takje tikte mijn voorhoofd een beetje hard, maar ook weer niet erg aan.

De storm zou na zes uur in de avond hier het hoogtepunt bereiken: 113 km/u. En ja; dat heb ik gemerkt in mijn boshuisje. 's Middags was er de constatering dat ik hier nog altijd met iets van een camping-gevoel leef: want de harde wind was buiten en ik zat windstil binnen. In een tent ben je dan alleen maar bezig met kijken of deze het wel houdt en onderwijl haringen strakker en dieper de grond in trekken. Maar nu had ik niks te doen. Maar 's avonds voelde het een beetje anders: ik had af en toe een trillend boshuisje. De wanden kraakten in hun voegen en de wind loeide door de twee schorsteenpijpjes. Pas iets na 23u, was de laatste rukwind.

Uiteindelijk ervaar ik dan mijn welvaart: dat ik een droge en veilige plek heb om te wonen. Hoe anders is dat voor zovelen… Het liedje dat hier in alle opzichten bij hoort en wiens uithalen ik af en toe hoorde is van Bob Dylan: Idiot Wind.

PS: Ik ga nu proberen om een plaatje toe toevoegen van de locatie van mijn boshuisje, dat ik gisteren met Google Earth dichterbij bracht. Dat pionieren hoort wel bij mijn stemming vol wind. (Want voor wie het niet weet: al de plaatjes en filmpjes in dit blog worden sinds 2008 erin geplakt door Lucie Theodora, die ook een blog schrijft en door wie ik dit ook ben gaan doen. Elke keer is het weer een verrassing wat ik te zien krijg.)

vrijdag 18 februari 2022

Bieb: Maria Lassnig. Adele. Een eenzame bruggenbouwer

Gisteren, de dag tussen twee stormen in, ‘Eunice’ raast nu door het land, geen treinverkeer vanaf 14u, doorgebracht in de bieb van Apeldoorn. Na de fietstocht waar ik altijd van geniet: door de bossen, langs glooiende maisvelden, nu met stoppels; het stukje dat me altijd aan het buitenland doet denken, langs losstaande boerderijen, met dan weer schapen of paarden in de wei en in de verte een spoorlijntje en ik altijd ‘Thuis heb ik nog een ansichtkaart…’ van Wim Sonneveld neurie. En dan langzaam de bebouwde kom van Apeldoorn in. 

De bieb: dat is toch wel een levensplek voor mij, al op de middelbare school deed ik er graag mijn huiswerk en dan onderwijl ertussendoor langs al die boekenkasten lopen en iets gaan lezen wat mij zomaar opvalt in dat gigantische aanbod, al die werelden die ontsloten kunnen worden. Mijn concentratie-niveau is in de bieb ook anders en hoger, gerichter en scherper. 

Nu las ik lang in het zonnetje in een stoel een kunstboek van Maria Lassnig: ‘Ways of Being’. Alleen kunstenaars brengen voor mij radicale nieuwe werkelijkheden voort, ze graven in je ziel en in de samenleving en vertellen als profeten het menselijke verhaal dat ertoe doet. 

Dat dacht ik ’s avonds bij het Journaal weer. Het bericht dat KLM verliest draait, dat de lockdown en de zakenwereld daar debet aan is, dat die terug moet komen ‘want je moet elkaar toch kunnen zien, om zaken te doen’. Dat er dan iemand uit de zakenwereld aan het woord komt, die zegt dat ze nooit meer met het volle vermogen terug zullen komen, want met Zoom en Teams etc ging het ook en er is maar één mens nodig bij grote technische klussen, die alle anderen kan vertegenwoordigen omdat alles heel precies in beeld kan worden gebracht. Help, hoe moet dat met KLM, een deel van Hollands Welvaren? Die zakenmensen die de hele week op en neer vliegen, de hele wereld over. Dan realiseer je je, dat ‘klimaat-neutraal vliegen voor het individu en vliegreizen beperken’ maar een fractie is, van wat er in de zakenwereld vervlogen wordt. Zo’n item zit dan in de eigen bubbel, losgezongen van de klimaatcrisis en alleen kunstenaars weten dit alles beeldend met elkaar te verbinden en te verwerken.

Daarna las ik een stuk in een biografie over Adele. Dat zij kind is van een alleenstaande moeder, die haar op haar 18e kreeg, opgegroeid in Noord Londen in Tottingham, de meest diverse en multiculturele plek van Europa en dat zij op school vaak het enige witte kind was. Dat, als ze toevallig niet kon zingen en liedjes schrijven, ze wellicht altijd blue-jeans was blijven opvouwen in een winkel, dat Eta James haar al jong inspireerde en bovenal het lied ‘TROY’ van Sinead O'Conner. En dan luister je dat thuis en hoor je als het ware Adele erdoorheen: het oprechte en goud eerlijke, een ander, vaak een geliefde, vanuit je ziel direct aanspreken.

En toen vond ik het boek Een eenzame bruggenbouwer van Casper Luckerhof en las het in één ruk uit en toen bleek het 18u te zijn. Op driejarige leeftijd kwam hij al in India en voor zijn moeder is India haar tweede vaderland. Hij gaat zelf indologie studeren en zijn eindscriptie gaat over de 19-0eeuwse ideeën-roman Akbar van P.A.S. Limburg Brouwer. Met liefdesverdriet besluit hij met een rugzak om twee maanden in India te reizen, toch ook op  zoek naar geluk,  langs de plekken die in dat boek voorkomen: Zoals Delhi, Agra, waar de Taj Mahal staat, Varanasi, de heilige stad waar de doden in de rivier worden verbrand. De schrijver zelf is nooit in India geweest en dat was toen gewoon, in het kielzog van het Oriëntalisme, waar het Westen in leefde: in de verbeelding werd het Oosten een plek vol exotische, bedwelmende, sprookjesachtige taferelen en Wijzen, de goeroes, die het individu konden bevrijden uit de waan van de dag. Hij heeft lange filosofische gesprekken met een vriend van zijn moeder over Spinoza en Krishnamurti en gaat naar een bezinnigscentrum rond Krishnamurti: en die heb ik ook nog eens met een leesgroepje bestudeerd. Krishnamurti focust op de directe waarneming in het hier-en-nu. als weg naar geluk en waarachtigheid.

Kortom: ik was zelf weer in mijn verleden en in India en legde mijn ervaring naast de zijne. Hij concludeert dat het oosten en het westen niet van elkaar verschillen, dat het valse romantiek is, dat er in het oosten meer wijsheid zou zijn. Maar ik kan niet om mijn ervaring heen van dat kleine ‘food-center’ waar ik elke dag at, met Hindoes en Moslims en  Christenen en men  uit één mond uit zichzelf zei, dat wij  uiteindelijk één zijn, zoals de zachtaardige en zorgzame erudiete gastheer van de Airbnb met een altaar in hun keuken dat ook zei, evenals de vrouw van mijn leeftijd die stoffen verkocht op het strand… En ook het echtpaar dat Vietnamese loempia’s verkoopt reageerden afgelopen zaterdag op het antwoord op hun vraag, dat ik van huis uit katholiek ben, meteen met: Ach, het maakt niks uit. Geen dik westers KLM-ego, maar ‘de kunst van het leven’… gericht op verbinding.

donderdag 17 februari 2022

Omgewaaid tuinhuisje. The House van Paco Roca

Vanochtend, ik had net mijn gezicht gewassen in de waterbak, ontdekte ik dat met de hevige storm van vannacht, mijn plastic tuinhuisje, de kas, was omgewaaid en meegenomen. Stukken ervan lagen verspreid in het tuintje van de achterburen. Ook bij hun, is hun party-tent die ze afgelopen zomer met veel moeite in elkaar hadden gezet, ingestort. Ik alles meteen bij elkaar zoeken, losliggende planken, een zijkant losgeraakt van het geheel, losse palen en bloempotten, en het bij mij achter mijn schuurtje, ‘windstil’ gedeponeerd. Meteen weer opbouwen heeft geen zin, want vrijdag wordt het nog helser, qua storm. Maar het zal weer komen, zo  meteen bij de lente…

Gek genoeg, geeft het een kick. Om nog voordat je koffie hebt gedronken en je haren geborsteld, je meteen met opruimwerkzaamheden buiten bezig bent, terwijl de wind om je heen loeit. Ik dacht aan de graphic novel The House van de Spanjaard Paco Roca. Al bijna alleen om de sfeervolle voorkant aangeschaft. En omdat ik zijn tekenkunst al bewonderde door Wrinkles, het boek waarmee hij internationaal doorbrak. Dat gaat over zijn vader met alzheimer in een verpleeghuis. Zijn zachte kleuren, hoe hij de verwarring van zijn vader, het gemengd raken van zijn ondernemende verleden en nu patiënt die begeleiding nodig heeft, via kleurverschil en een subtiel andere tekenstijl, weergeeft. Zonder veel woorden word je ingeleid in de gevoelens van de familie, die hun vader niet graag daar achter laten (ik las het in het begin van de lockdown, het was heel toepasselijk) en die vader die rondzwerft in zijn eigen hoofd.

In The House gaat het over de episode ervóór. Het begint ermee dat zijn vader tijdens een regenbui het zomerhuis afsluit. Dan zie je familie komen, twee broers en een zus, één voor één met hun partners en gezin, ze blijken de boel op te gaan ruimen en ze hebben al besloten om het vakantiehuis te gaan verkopen. Gaandeweg krijg je een inkijk in dit familieleven en hoe verschillend de leden zijn en de hardnekkige beeldvorming over de ander. 

Allereerst komt de tweede zoon, kunstenaar en tekenaar, Paco Roca zelf, gezien het geblokte overhemd dat je ook op een foto van hem met zijn vader achter in het boek ziet. Vader bleek altijd druk, kon niet stilzitten en nu vind hij in een boom in de takken, alle papieren recensies die hij zijn vader heeft gestuurd. Hij was dus helemaal niet geïnteresseerd in mij, hij heeft ze niet eens gelezen, denkt hij aanvankelijk. Totdat hij een oude buurman spreekt die vertelt  dat zijn vader die recensies uitgebreid aan hem liet zien en zo trots was.

De tweede zoon, die zich niet dus niet gekend en erkend voelt als de eerste, die even handig is als zijn vader. Die klaagt ook bij aankomst, dat zijn broer dus niks gedaan heeft, alleen maar wat heeft gerommeld. ‘Hij heeft wel de koelkast vol eten gestouwd’ zegt zijn vrouw. En dan blijkt dat de oudste zoon in het ziekenhuis, zonder overleg te hebben gepleegd met de anderen besloten heeft om, na de zware niet goed gelukte operatie van zijn vader, de behandeling stop te laten zetten, vertelt hij aan zijn zus, die nu ook aangekomen is in het vakantiehuis. En ondertussen lopen hun kinderen rond en vragen dat het huis niet verkocht wordt, het is er zo fijn.

Ook Paca Roca komt weer aan, met alle benodigdheden om in een dag een pergola te bouwen, een wens van zijn moeder, om daar samen gezellig onder te kunnen eten. Die wens was nooit vervuld, zijn vader had altijd andere belangrijker klussen. Dus ze bouwen de pergola. Terwijl het de bedoeling was om alles in het huis op te ruimen en weg te doen. Dan belt ook nog de makelaar: er is iemand die het huis meteen wil kopen, een heel goed bod. Ze besluiten in november nog een keer met de hele familie terug te komen, om het dak te herstellen. En daarvoor kan een ieder dan ook nog van het huis genieten. Paco Roca wil zien wat er uit de meloenzaden is gekomen die hij geplant heeft, hun vader was daar ook altijd mee bezig. 

De oude buurman komt langs om alles te controleren en dood blad op te ruimen. Er hangt een bordje ‘Te Koop’ aan het hek. Hij herinnert zich het laatste gesprek met zijn buurman. ‘Ik ga niet dood voordat ik vruchten van deze vijgenboom geplukt heb’, zegt deze. De buurman graaft het vijgenboompje uit en neemt het mee naar zijn eigen huis: het laatste plaatje in het boek. Dat gevoel van opbouw en afbraak, ik maak het hier mee met die oude bewoners die vertrekken en hoe een tuinhuisje meegenomen wordt door de wind. Dat het altijd maar doorgaat: Het leven is voortdurend in transitie.

dinsdag 15 februari 2022

Droefmoedig mild zijn: Thomas Beijer

Een paar weken geleden hoorde ik op de radio ‘Iberia’ van Albeniz. Een pianostuk dat ik heel goed ken omdat een ex dat vaak voor mij speelde, ook op mijn verzoek: die verlangende warme oproep in de klanken. Ik kende het erna alleen in de uitvoering van Alicia de la Rocha, maar die is veel geslotener, strakker, staande als een huis. Maar nu hoorde ik een interpretatie die mij terugbracht in die studentenkamer en ik, liggend op zijn bed, zijn handen over de toetsen zag gaan. Het bleek Thomas Beijer te zijn.

Vandaag staat hij in Trouw omdat hij de Nederlandse Muziekprijs krijgt uitgereikt, anderen zijn  aan het woord, zeer lovend over hem. Dat was ook de reden waarom hij toen op de radio te horen was, aangekondigd als een 'Homo Universalis' en er volgde een interview met hem en wat mij vooral is bijgebleven is, dat hij gelooft dat kunst wel degelijk invloed heeft op mensen, dat het ze mild kan maken. Niet omdat als hij iets uitvoert ineens de ijskap minder gaat smelten, maar wel omdat mensen geraakt kunnen worden en wéér en wéér en dat dit zo uiteindelijk ook hun handelen zal beïnvloeden. Mooi, vind ik dat: het geloof in een heel fijnmazig netwerk tussen mensen onderling.

Hij maakt ook animatiefilmpjes en dan ook alles eraan: tekst, muziek, tekeningen, uitvoering. Op zijn Instagram-account en zijn website zijn ze te zien en ik klikte nu weer even ‘Sunken’ aan;  in grijstinten zwemmen er vissen  over de hele wereld op pleinen en in musea, langs de denker van Rodin… En er is humor  te horen en te zien in ‘Als de nacht valt’. Elegische aria van een droefmoedige aardappel’ . In zijn stem hoor je zijn plezier van het maken en het vertellen.‘Droefmoedig’ is ook wel een heel mooi woord…

vrijdag 11 februari 2022

Beesten rond en in het boshuisje

Vanochtend vroeg werd ik wakker van geknaag vlakbij mijn linkeroor. Ondertussen weet ik dat dit zich afspeelt buiten mijn boshuisje en niet binnen. Daarvoor heb ik al eerder in de nacht langs de plinten in het slaapkamertje gescharreld of ik iets zag. En de dag erop buiten langs de randen van het boshuisje met mijn voeten  op het bruine dorre blad getrapt om te kijken of er ergens een gat gegraven was, dat naar onder de vloer zou kunnen leiden.

Die nacht was het geluid dat ook op gegraaf leek, veel heftiger en het leek zich pal onder mijn bed af te spelen. Ik dacht aan een boommarter, die immers vorig jaar sporen in de sneeuw door mijn tuintje had gezet. Misschien kan dat nog steeds zo zijn en is het gat aan de buitenkant miniem… Maar overdag zag ik dat er binnen het park, aan de rand van het bos en tot in mijn ‘straatje’ er donkere sporen waren van omgewoelde aarde van everzwijnen. En bij mijn buren was de afdekking onder hun caravan omgestoten. Daar stel ik me dan toch de kracht van een everzwijn bij voor. 

Tot twee keer toe die nacht hoorde ik dat gestommel en gedoe langs de randen van mij boshuisje. Wat ik deed was hėél hard zelf tegen de muur bonzen en de tweede keer tegen de vloer en daarna stopte het. Het blijft detective-werk: ik heb nu omgekeerde plastic bloempotten in een rijtje op de grond in de hoek gezet, verzwaard met hout: als deze verplaatst zijn, dan weet ik dat er een beest letterlijk het hoekje om, langs en rond mijn boshuisje heeft gewandeld.

Gisteren tijden het koken was het óók raak: ik had het raam een beetje opengezet voor de ventilatie, dat vind ik fijner dan het geluid van de afzuiger, ‘vliegt’ er ineens een beest van de grote van een muis binnen en daalt razendsnel via het aanrecht af om te verdwijnen. Ik las ergens dat bosmuisjes als het ware zuignapjes aan hun pootjes hebben, waardoor ze met gemak 5 meter hoog kunnen klimmen. De ‘val’ in de schuur van een hele hoge doos met eronder een beetje pindakaas is dus mislukt: pindakaas weg, géén muisje op de bodem.

Ik ben zo netjes als wat geworden: Alles van etenswaar meteen opbergen, elke dag een afwas, nachecken of er nog ergens iets van eten ligt, maar gisteren zag ik dat er toch aan een banaan geknabbeld was, zoveel als een flinke eetlepel en dat kwam omdat ik het plastic zakje waarin ik ze gewikkeld had, op tafel net niet goed had afgesloten. En ik had takken waar rode besjes aan zaten in een vaas en op een ochtend bleek dat de takken kaal waren en geen besjes meer te bekennen. Alsof beesten, wat voor soort weet ik dan niet, eraan gerammeld hadden en alles meteen hadden opgegeten. Naast zwarte muizenkeuteltjes vind ik ook weleens wat grotere en dikkere, de grote van anderhalve rijstkorrel,  en die zijn eerder beige-achtig. Om ’s nachts niet wakker te worden van gescharrel en geknaag slaap ik nu met de slaapkamerdeur dicht: wat ik niet zie en hoor, deert niet. Ondertussen komt het ook weleens voor dat ik s’ochtends nergens een muizenkeutel meer vind. De strategie van het ontmoedigingsbeleid.

‘Avontuurlijk’ hoor, wonen in een boshuisje! Vorig jaar had ik geen ‘last’ van beesten, maar waarschijnlijk zijn ze deze winter aardig uitgehongerd want er was nauwelijks een eikeltjes en beukennoten oogst. En ik ben de enige mens  die voedsel kan verschaffen aan de bosrand, alle buren zijn er niet of nauwelijks in de winter. Oppaskind M. had aan haar moeder gezegd dat ik voor haar een voorbeeld ben van hoe ze wil dat haar leven is: avontuurlijk. Dat vind ik natuurlijk heel leuk, zo’n positief beeld. Dus dat is nu mijn actie: omgaan met de levende natuur.

donderdag 10 februari 2022

Zo is het leven

‘Ja meid, zo is het leven nou eenmaal’, zegt ze. S. op de hoek komt langs: ‘Ik weet niet of je het al gehoord heb, maar ik vertrek vanaf 14 maart. Heb je zin om een kopje thee bij me te komen drinken?’ Ze is hier al 38 jaar en twee jaar geleden is haar man overleden en toen was ze de hele winter die eraan kwam ongeveer de hele tijd hier en dat was haar heel goed bevallen. Ze had al eerder tegen me gezegd dat ze niet wist of ze het nog kon betalen, met het kleine weduwenpensioentje en de AOW.

En nu was dus onverwacht het dak van haar huis gaan lekken. En het bleek niet niks te zijn, er moesten platen verschoven worden en een deel ergens opgehoogd en nu kon ze het echt niet meer betalen. En ze heeft een hekel aan schulden en leningen, dat kán ze niet. Ze heeft alle opties overwogen, gevraagd of ze nog een hypotheek op haar huis kon nemen, of kleiner gaan wonen, bij een van haar zonen in de buurt. Maar haar ene zoon heeft een hersentumor en… als die er niet meer is (het gaat nu goed, maar je moet er toch rekening mee houden), dan heeft ze daar ook niks meer te zoeken. En bovendien kost dat ook veel geld, verhuizen en iets anders vinden, zó dat ze geld zou overhouden van de verkoop van het huis en dan hier zou kunnen blijven… Die kans was klein en bovendien was haar spaargeld nu bijna op. En de geiser was 22 jaar oud, de auto 17 jaar en de benzine werd ook steeds duurder.

Ik vond het zó sneu. Ze is hier gekomen toen haar zoontje acht was, die is nu 46 jaar, ze heeft hier hele generaties geboren zien worden. Grote Jan is ook al weg, maar zijn zoon kleine Jan, die is hier nog. En gelukkig hoorde ik dat de kinderen van andere vrienden van haar van een plek hierachter toch het kunststoffen huisje hebben kunnen kopen, ter vervanging van die van aluminium, waar ze afgelopen zomer al zaten, ook al verhuisd van een andere plek. Hun derde kind is op komst: dus dat wordt de derde generatie wier jeugdherinneringen voor een groot deel hier zullen worden gevormd.

En nu moest alles dus weg. Veel was al door achterblijvers overgenomen of aan hun geschonken, maar uiteindelijk liep ik heen en weer en heb ik nu een opklapbaar bankje voor in de tuin en twee bijzettafeltjes, loeizware grote stenen die bij haar ingang lagen, die had ze ooit gekregen, plastic ladenkastjes voor binnen, een spiegel voor op de deur, een droogrek, buitenbezem, schoffel, een zwabber op een lange steel om mijn huisje aan de buitenkant mee schoon te maken, twee lantaarntjes voor een waxinelichtje aan hoge haken, een campingtafel met opklapbare zijstukken voor in de schuur… haar man zette daar vroeger altijd een gasfornuisje op en dan ging hij er vissen aan schoonmaken. Ze vroeg voor alles € 25, ook toen er nog een mixer die al thuis was en misschien een kruimeldief bijkwam, ze ging eerst kijken of deze het nog deed, en kussens voor op het bankje… ik gaf haar €30. 'Super!' zei ze. 

Zij ging misschien wel weer een dagje vrijwilligerswerk doen in het verpleegtehuis, waar ze eerder al vier dagdelen was, toen de Corona begon was ze ermee gestopt en iedereen zei dat ze altijd meer dan welkom was en dat bleek ook wel toen ze vorige week weer even naar binnen liep. En ze kende twee oppasgezinnen heel goed, pas had ze de baby op schoot en had de jongen, de vader, gezegd: hoe bestaat het hé, en zo zat ik vroeger ook bij jou op schoot! Dat vond ze ook wel leuk: dat ze die banden nu meer kon aanhalen. ‘Ik ben ook al 73, het was ook maar de vraag hoe lang ik het nog had kunnen doen, elke keer hierheen en ik woon in de buurt van de zee, dus daar kan ik nu ook vaker naar toe… Er komen altijd weer andere dingen voor in de plaats, zo gaat dat.’

Nadat ik alles hier een plaats had gegeven las en bekeek ik Mooie Zomers 1. Zuidwaarts van Zidrou & Jordi Lafebre. Er zit vast een autobiografisch element in, want de vader van het jonge gezin dat richting de zon en het zuiden vertrekt voor hun kampeer-zomervakantie is een arme striptekenaar. Het begint dat een oud echtpaar terugkeert naar een favoriete picknickplaats, onderweg. Dan volgt hun terugblik: het blijkt dat ze eigenlijk van plan waren om te scheiden na die zomer, en dat na de vakantie aan hun kinderen zouden vertellen. Maar gaandeweg die zomer komen ze erachter dat er weliswaar veel bewolkte dagen waren, maar dat die toch te dragen waren voor alle dagen met zon.

Alles draait om het liedje  van dat jaar 1973, ‘La Maladie d’amour’ van Sardou, gedurende de strip vaker gezongen. En ik zocht het liedje op en luisterde:  ‘De zucht naar liefde verspreidt zich over de harten van kinderen van zeven tot zevenenzeventig jaar…de onstuimige rivier zingt en verenigt in zijn bed blonde en grijze haren’, de vertaling werd in de strip erbij geleverd. En ik dacht: ja, zo gaat het leven, zo is het leven nu eenmaal… 

dinsdag 8 februari 2022

Kampvuurtje spelen

Nu heb ik even binnen kampvuurtje gespeeld. Van ‘buren’ heel erg verderop kreeg ik de tip rondom ‘gel.’ Die koop je in literflessen voor €2 bij de Jumbo of de Coop (ook bij Action, ontdekte ik onlangs), je vult er een leeg smal blikje mee, voor nog geen  drie  kwart, doe het wel met zo’n automatische aansteker en dan heb je ongeveer voor anderhalf uur een vuurtje. Als je dan drie blikjes bij elkaar zet, komt er ook nog aardig wat warmte vanaf. ‘Ruikt dat dan niet érg, binnen?' vroeg ik. Zij vinden van niet, wel een vage geur, ‘weet je wat, we halen wel een fles voor je, kun je het uitproberen.’.

Dus een aantal weken geleden hoorde ik, terwijl ik in mijn tuintje aan het rommelen was: ‘Ha, buurvrouw, daar ben ik dan.’ Het had langer geduurd, want in de tussentijd was hun grote langharige St Bernardhond, voor mijn leken-oog, maar ze zal wel anders van ras heten, heel erg ziek geweest, én zijn schoonmoeder overleden. Gelukkig had iedereen afscheid kunnen nemen, al was het onverwacht, want hij had het niet nog eens mee kunnen maken. Zoals het bij zijn eigen moeder was gegaan. Die had zware hartproblemen, ze kon zich letterlijk nauwelijks meer verroeren, er was nog één operatie die wellicht soelaas zou bieden. Tevoren had ze gezegd: als die niet lukt, dan hoeft het niet meer voor mij.

Ze had alles daarvoor al geregeld, ze was een heel sterke vrouw. Maar haar man, zijn vader, wilde daar niet aan. Dus had die al zijn hobby's al afgebouwd, zoals vissen en zijn tuin, om voor zijn vrouw te kunnen zorgen. En toen had ze gezegd: weet je wat, ga jij even bami-ballen halen en toen kwam hij terug en had ze de dokter al gebeld. Dat was het, ze was er niet vanaf te brengen. En ze had tegen hem gezegd: 'Poets mijn tanden nog maar even, anders moeten anderen dat doen op een lijk en ruik ik naar vette bami.’ Ze voelde zich gevangen in haar lichaam, dus zijn vader legde zich er zogenaamd bij neer, en hij zelf was te laat. Tijdens de autorit op de snelweg was ze overleden. ‘Het was een harde hoor, mijn vader heeft er nog steeds verdriet van, dat ze er nog had kunnen zijn en hij voor haar had kunnen zorgen. En ik heb geen afscheid kunnen nemen. Nou kom, ik ga maar weer eens, ik hoor het nog wel, wat je ervan vindt’.

Hij wilde er niks voor hebben, écht niet, maar ik kon hem nog gauw 2 euro geven, voor een pilsje, zei ik, en toen was het oké. En liet hij mij achter met zo’n levensverhaal, dat nu ineens weer present is,  nu ik de gel geprobeerd heb. Het leukste vind ik, dat er ineens een vlammend klein vuurtje is. Maar voor de warmte heb ik nu mijn elektrische kacheltje. In de zomer buiten, zal het ook leuk zijn, wat van die vlammende blikjes en het is goedkoper en brandt langer dan een tuinfakkel.

Dus ik zat hier, bij een vlammetje, in het donker bij het licht van de halve maan, waardoor ik nog net mijn glaasje ouzo en het schaaltje met cashewnootjes zag. En ik luisterde naar  Mary Chapin Carpenter, met alleen een gitaar. Waarbij ik haar onopgesmukt in haar keuken of de kamer zie spelen met haar hond aan haar voeten. Elke week in de lange eerste lockdown, één liedje: ‘Songs from Home’. En daar was een van mijn favoriete liedjes: ‘I have a need for solitude’. Dat vond de moeder van de buurman ook zo erg: dat ze nooit meer alleen kon zijn. 

maandag 7 februari 2022

Graafwerk naar het menselijke

Afgelopen boekenclub ontvlamde even heftig opnieuw de discussie over het boek van Rutger Bregman: De meeste mensen deugen. Reden was dat ik mij liet ontvallen de laatste tijd wel wat pessimistischer te zijn over de staat van het mensdom, dat het 'animale’ de overhand aan het krijgen is, waarmee ik bedoel, het handelen op instinct en eigen gewin. Dat het toch ongelofelijk is dat Republikeinen die de bestorming op het Capitool veroordelen en dit ook aan Trump wijten, gewoonweg weggesaneerd worden en dat de WHO, de Wereld Gezondsheids Organisatie al vanaf het begin geadviseerd heeft om de vaccinatie  wereldwijd te delen, maar de rijke landen het voor zichzelf houden, plus de farmaceutische bedrijven en Omicron en wie weet wat er nog volgt, er niet hoeven te zijn.

Ik was het dus eens met Bregmans stelling en een ander lid ook, maar anderen vonden dat er in het boek niks nieuws onder de zon is en dat mensen zowel goed en slecht zijn, altijd al geweest. In zekere zin ben ik het daar óók mee eens, het is het oerthema in alle religie: de mens is ‘zondig’ volgens het christendom en in het boeddhisme is er een lange weg te gaan naar de verlichting: Boeddha als rijke jongeman ging eerst ook alleen voor eigen genot, opgesloten in zijn eigen wereldje en dat geldt ook voor Franciscus van Assisi. Beide verwijzen uiteindelijk naar een andere weg. Zo ook Clara van Assisi.

Ik denk hier nu aan door de berichtgeving rondom het  Marokkaanse vijfjarig jongetje Rayan, dat  gevallen was in een diepe put 35 meter onder de grond, en waar reddingswerkers vier dagen gepoogd hebben hem te bevrijden. Bij de New York Times zie ik een foto die wel iconisch mag worden van mij: je ziet een kleine gele cat-graafmachine in een diepe, diepe donkere sleuf. Die was gegraven naast het jongetje en op een geven moment, naast hem nog geen meter van hem verwijderd. Mens en macht is in gang gezet, er waren stalen platen gemaakt zodat de de tunnel niet zou instorten.

Er werd gebeden voor zijn behoud, er waren 100.000 livestreams, er werd met bulldozers en met de hand gegraven, de toegestroomde mensen bleven bemoedigingen schreeuwen. Ook het Nederlandse acht-uur journaal liet live-beelden zien en mocht het jongetje bevrijd worden, dan zouden ze meteen doorschakelen. Zo’n grootschalige actie om één jongetje te redden kan de stelling ondersteunen dat ‘de meeste mensen deugen.’ Kosten noch moeite worden bespaard. Dat er stelselmatig en zeer langdurig zoveel kinderen figuurlijk in de knel komen en zijn in het eigen rijke Nederland en dit steeds maar niet veranderd, kan de stelling ondersteunen dat het kwaad uiteindelijk toch overwint. Rayan heeft het niet overleefd … En dan kun je ook nog eens erbij zeggen dat bidden dus geen enkele zin heeft.

Maar precies daarom blijft het boek van Bregman, dat ook wereldwijd resoneerde, wel van betekenis, want de stelling is: De meeste mensen deugen. Dus dat er nu veel aandacht is om een veilige cultuur te creëren om seksueel grensoverschrijdend gedrag en misbruik tegen gaan, zegt dat je een nieuwe geschiedenis kan schrijven, gebaseerd op inlevingsvermogen. Er is empathie nodig voor de gevoelswereld van kandidaten, zó dat de rotte appels geïsoleerd worden en dan kun je zelfs begrip opbrengen voor Linda de Mol, die het heeft over ‘een verslaving’ van haar ex-man. Ook elke verkrachter en moordenaar heeft waarschijnlijk trauma’s opgelopen in de eigen jeugd. dus ja, de meeste mensen deugen.

Wij, de mensheid als geheel, lijkt gevangen te zitten in systemen, die veranderingen ten goede belemmeren. De verdienste van het boek van Bregman is, dat hij erop wijst, dat deze systemen gesanctioneerd worden van binnenuit: dat de mens ‘nu eenmaal zo is’: geneigd tot het kwade en geweld. Mensen in een gevangenis-experiment, waar sommigen tot bewakers werden aangewezen, worden vanzelf wreed, leek het, maar hij toont aan dat er gesjoemeld is met de gegevens en de wetenschappers de bewakers aanspoorden om wreed te worden, terwijl ze eerst geneigd waren om met zijn allen het gezellig te houden. Kinderen op een onbewoond eiland blijken in werkelijkheid een vreedzame beschaving te hebben gebouwd, en niet zoals in The Lord of the Flies elkaar gingen vermoorden. Fransen en Duitsers aan het front bleken Kerst met elkaar te vieren in de korte periode van wapenstilstand. Enzovoort.

Wij leven liever in een behapbaar hier-en-nu en verdringen dus alles wat zich in de toekomst kan afspelen. De satirische film Don’t Look Up, met in een van de hoofdrollen Leonardo di Caprio, ‘klimaatactivist’, zoals het ingekapselde woord in het huidige systeem daarvoor is, en Meryl Streep in de vermakelijke rol van de Amerikaanse president toont dat van jewelste. Er komt een reusachtige meteoriet naar de aarde razen die deze totaal zal vernietigen,  maar de wereldwijd strategie is tot op het laatst: Kijk niet naar boven en als er dan uiteindelijk wel wereldwijd gehandeld wordt en de krachten verenigd, dan is het te laat…

Dus, ja, de mééste mensen deugen en we moeten diep in onszelf graven en kijken naar de systemen waardoor we net niet bij het menselijke komen en waar het kan, vertrekken uit systemen die stelselmatig ‘kwaad-doen’. Dat kan ook het familie-systeem zijn, waar je je in bevindt of de beklemming in een vriendschap of relatie of in een kerk of klooster of elke sociale gemeenschap. 

En zo kun je dus tegelijk wat somberder zijn over de staat van de mensheid nu en tegelijk het boek van Bregman beamen: De meeste mensen deugen. Maar ingespannen graafwerk blijft noodzakelijk. En soms is dat vergeefs. Maar dat het vruchten kan afwerpen, dat blijft de hoop.

zondag 6 februari 2022

Elektrisch kacheltje. Huisraad Foenix.

Wat een contrasten in het weer. Gisteren was het lente-achtig en vandaag stroomt de regen langs de ramen, waait en tikt het rond en op het huisje. Ik zit droog en warm binnen, warmer dan eerder, want ik heb nu een nieuw elektrisch keramisch kacheltje van Steba, leuke vormgeving en rood en die staat nu op een klein opklap-bijzet tafeltje midden in de kamer te suizen. Met een kussen op de grond zit ik zo vlakbij de haard.  Nog een heel karwei, eer ik het in handen had, want het pakketje was eerst onvindbaar. Door de chauffeur afgeleverd bij de buren, maar er zijn geen buren op een recreatiepark. ‘Bij Cd’, stond er bij en wat mag dat dan wel betekenen?

Door de zogenaamde service van de bezorgdienst werd ik het bos ingestuurd, figuurlijk, dan: ze verwezen mij door naar de webshop, want hun chauffeur had verzekerd het pakketje geleverd te hebben. Maar de service bij bol.com was wél heel goed: die had erachter aan gebeld en kreeg uit de chauffeur los, dat deze het misschien op de verkeerde camping had geleverd, omdat er een aantal op een rij waren. Zodoende, toch gevonden. Ik berichte dat aan bol.com en kreeg een uitgebreide mail terug; dat ze hoopte dat ik geniet van het kacheltje in deze koude dagen, met een smiley erbij.

Ik doe nu onderzoek: er zitten twee standen op en gisterenavond gaat deze op 900 wat van 14 graden naar 18 graden in 3 en een half uur en nu vanochtend op de stand van 1500 wat in twee en een half uur van 14 naar 21graden. Tot nu toe was het hier ongeveer 18 graden: met een dekentje erbij goed te doen. Elektrisch schijnt véél goedkoper te zijn dan gas en milieuvriendelijker en ik kan het kacheltje makkelijk verplaatsen naar het kamertje waar ik tv kijk en dan blaast de warmte mij zo ongeveer in het gezicht. Dus de gaskachel staat nu op de een na laagste stand en ik ga verder op elektrisch.

Gisteren zei de vrouwengroep met anarchistische trekjes op het allerlaatste moment af, terwijl het uitstekend wandelweer was. Het proces van besluitvorming weet ik niet, het begon ermee dat eentje vage klachten had, maar nog wel negatief getest was, maar wel voorzichtig wilde zijn,  wat dan verder wordt geappt, dat weet ik niet en ik krijg dus alleen het eindresultaat, laat op de middag. Dus er zat in mij al geprogrammeerd, dat ik om half twaalf naar Otterlo zou fietsen voor de start, zo’n 15 kilometer door de Hoge Veluwe, wandelen en dan weer terug. Een actief dagje, dus toen het niet doorging moést er iets anders enigszins actiefs voor in de plaats komen.

Dus om half twaalf vertrok ik naar Apeldoorn-Noord waar er een ander filiaal is van kringloopwinkel Foenix, in een oude Zwitsalfabriek, en daar hebben ze ook hun wasserij, fietsenmakerij, een elektronica-afdeling, hout-  en reparatie-werkplaatsen, enzovoort. Er blijken meer dan 750 mensen te werken bij Foenix en het bestaat al 37 jaar, ze zijn hun tijd dus ver vooruit, want Kringloop is pas de laatste jaren echt ‘woke.’ En in de middag wilde ik ook nog naar een ander filiaal van hen, dan zou ik een compleet plaatje hebben. 

Ongeveer al mijn inrichting en huisraad in mijn boshuisje komt van Foenix en ook nu sloeg ik in beide winkels mijn slag: zoals een vrolijk gebloemd gordijn voor het kleine kamertje voor 4 €, compleet met gordijnhaakjes, om zo op te hangen en een tijkmatras dat precies op de stretcher past voor 9,50  €, vier oranje-rode ronde blikken die in elkaar passen en nu in een rijtje boven op de keukenkast respectievelijk koffie-cupjes, Bounty en Marsjes, Chinese deegwaar en Italiaanse vlinderpasta herbergen. Het kostte maar €1,95 en de mevrouw aan de kassa liet ontvallen, dat dit wel érg goedkoop was. Mee eens.

En toen maakte ik in de schemering en het ongeveer bijna donker nog iets van een avontuur mee. Want ik fietste op de bonnefooi, mijn neus achterna, weer naar huis en kwam uit langs het kanaal, door Lieren, via lege landerijen, door bossen en bij een héél drukke A50. Daar klopte niks van, waar was het fietspad de goede kant op? Ik dacht het gevonden te hebben en toen eindigde deze in een wandelpad met hek ervoor en was het al bijna donker. Enfin: een omweg van wel 10 kilometer, schat ik zo in.

Vandaag wordt het een leesdag, lekker in mijn hangmat, en kijk: ik kan het kacheltje zó draaien en dan blaast het de warmte in mijn rug. Waarschijnlijk laat ik mij meenemen door het eerste deel Vader van de autobiografie van Karl Ove Knausgårds autobiografie Mijn Strijd, die ik als enige van de vijf delen nog niet gelezen heb. Ja, voor maar € 2  gevonden en het is leuk om nu een boek van hem te  bezitten omdat elke pagina overloopt van nauwkeurig beschreven details en fysieke sensaties. 

zaterdag 5 februari 2022

Vietnamese tempel

‘Mag ik je wat vragen?’ zegt de Vietnamese vrouw terwijl ik weer in een stukje knapperige warme loempia hap en zoek waar op het bakje nu de zoete saus zit en waar de heel scherpe. Ik vraag altijd meer zoet, met een heel klein beetje scherp, maar op het bakje weet je niet waar het ene en het andere zit, het is allemaal rood-oranje. Die saus maken ze zelf en als ze er flesjes van verkochten zou ik er meteen een van mee naar huis nemen.

‘Is er in Indonesië nu ook Chinees Nieuwjaar? ‘ is de vraag. Dus ik begin te vertellen van niet, en dat Chinezen een minderheid zijn en eigenlijk enigszins gediscrimineerd werden; tenminste Moeder mocht als kind niet in het openbare zwembad: geen toegang voor gelen, ofzo, was het bordje bij de ingang… Ik vraag me nu af, of  ‘inlanders’ in de koloniale tijd dan wel naar binnen mochten.

Voor haar is het wel Nieuwjaar! Vietnam volgt China hierin, dus het is het jaar van de tijger en ze vierden het nu met de familie alleen maar door 's avonds lekker met elkaar te eten. Ze hebben drie kinderen en die werken allemaal, dus ze hadden overdag geen vrij. 

‘Maar een keer per jaar in augustus dan hebben we wel allemaal feest.’ Dan gaan ze met zijn allen naar de Vietnamese tempel in Almere. ‘Boeddhistisch’, zegt haar man achter haar, terwijl hij de loempia’s in het vet nog eens omdraait. Ik ben helemaal verrast, ik wist helemaal niet dat er een Vietnamese boeddhistische tempel in Almere is.

‘Ja hoor, heel groot, we vieren dan Moederdag in de tempel, met veel eten’. 'Hoeveel mensen komen dan?' vraag ik, 'enkele honderden? ‘Véél’, zegt ze, ‘heel veel, uit het hele land. Wel duizenden.’ Het is in augustus en het is de grootste Vietnamese feestdag en ook de enige, dat er zoveel mensen komen. Ze kent de Chinese tempel in Amsterdam ook, maar deze in Almere is toch anders, ‘Ik ga kijken op internet’, zeg ik. ‘Ja, doe maar!’ zegt ze, maar je kunt ook in het echt kijken, in augustus, dan kan iedereen naar binnen.’

Ik vind zoiets zo leuk! Dat je in zo’n eenvoudig kort praatje ineens iets heel nieuws leert.

http://www.vanhanhpagode.nl/

donderdag 3 februari 2022

Een kaars die brandt

En nu heb ik de kaars uitgeblazen. Het is bijna 20u in de avond en ik ontstak het ongeveer 9u in de ochtend. De hele dag geen muziek aan en stil geweest. Op zoek naar die ruimte die overal tussenin is, tussen leven en dood, verbeelding en werkelijkheid, verlangen en gemis, troost en perspectief…

Vorig jaar was het de laatste levensdag van Broer, hij zal in de nacht van de vroege ochtend van morgen sterven. Zo’n levensdag: de mijne, in een poging de dag en het leven van broer te markeren, te herinneren, te gedenken. Een leven voorbij, maar in zoveel sporen altijd aanwezig.

Waarom is het zo gewoon om zoveel dagen van je leven voorbij te laten gaan, zonder je bewust te zijn dat het die ene unieke dag is, die nooit meer exact zo voorbij komt, de levensadem die door je heen gaat, die je in stand houdt, tot die ene dag dat er een laatste levensadem zal zijn? Waarom zijn er geen plekken, overal in de samenleving om daar bij stil te staan? 

Vroeger waren er overal open kerken en kapelletjes waar je zo’n kaarsje kan aansteken. In India is er wel op ongeveer elke straathoek iets waar een lichtje brand en zelfs op een drukke markt brandt er tussen alle koopwaar ergens wel iets van vuur. Op Bali worden twee keer per jaar de voorouders verwelkomd met uitbundige feestelijkheden. Die verwijzing dat er door de gewone wereld heen, haar drukke reilen en zeilen, gericht op nut en prestatie, geld en gewin, ook een ruimte is die dit allemaal doorbreekt…

We leven ook altijd, ergens in die andere ruimte: waar de overledenen de levenden ontmoeten, waar zachtheid en zuiverheid bewaard is gebleven, waar elke traan samenvalt met een heldere waterdruppel die alles wat groen is, groener maakt. Er groent altijd ergens wel iets;  in het grauwe as is er de vonk die weer veranderen kan in warmte en licht.

dinsdag 1 februari 2022

Vrouwelijk en mannelijk. Startrek, the next generation

Het thema ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’ gaat eigenlijk al mijn hele leven met mij mee. In mij was al op de middelbare school, een dandy, die graag in mooie blouse en wit colbertjasje flaneerde, die wellicht verliefd zou kunnen worden op ook zo’n soort jongeman, later in mijn studententijd liep ik altijd in een colbertjasje en een stropdas en rookte een pijpje, was géén lid van een van de vrouwengroepen want dan zou ik me een soort van buitenstaander en spion voelen, en ik had een relatie met een wat ‘vrouwelijke’ man, die ook wel met Tadzio, uit ‘Der Tod in Venedig’ werd geassocieerd. Er is een man in mij die een soort van zwerver en avonturier was in de woestijn, gevangen heeft gezeten en valt op vrouwelijke vrouwen. En dan is er ook een vrouw in mij die het even leuk vond om een kokerrok te dragen met zwarte ragfijne panty’s  en destijds het mannelijke in een man heel aantrekkelijk en onweerstaanbaar vond…

Ik denk hieraan door de Deense film A Perfect Normal Family die ik bij de NPO zag, waar een vader van een gezin met twee dochters besluit om vrouw te worden. Zoals hij als man is, daar kan ik mij in herkennen, maar ik zou nooit het soort vrouw kunnen worden, die ze wordt:  jurken en rokjes en sjalen en sieraden, niet overdreven, het past haar heel natuurlijk, maar het zou mij nooit passen.

Ik vind het wonderlijk, al die verschillende personen die in je huizen…en wat ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ dan behelst. De afgelopen weken kijk ik in het schemeruurtje op de iPad een aflevering van Startrek, The Next Generation. Star Trek was mijn favoriet in mijn jeugd, ik denk door de ook wel filosofische thema’s die in elke aflevering worden aangesneden, in totaal bordkartonnen decors, zie je nu, en des  te meer kun je de acteerprestaties waarderen van toen. ‘Spock’ was toen favoriet bij me, de man die geen mens is, en leeft vanuit zijn ratio. Ook zo’n thema: ratio contra gevoel of emotie, maar dit terzijde.

In The Next Generation is er een nieuwe bemanning, waar ik de dosering tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid in alle personages heel goed vind en subtiel geacteerd en een nieuw thema is toegevoegd : menselijkheid en machine, in het personage van Data, een android. Het ziet er heel bij de tijds uit: er zijn geen drukknoppen meer, alles gebeurd via aanraking, zoals ik op de iPad ‘typ’ en er is een ‘holodeck’, waar elke werkelijkheid in kan worden gesimuleerd, zoals the virtual reality van nu. Er zijn zeven seizoenen van, dus ik kan vooruit. Ik heb deze reeks totaal gemist toen deze actueel op de tv was. Nu dus op Netflix in te halen.

Een aflevering, vorig week Angel One was verrassend actueel door de combinatie van twee thema’s die speelden: Er was een onbekend virus aan boord van de Enterprise, die zorgwekkend was omdat al een derde van de bemanning niet meer kon werken, het virus muteerde elke 20 minuten en de dokter, vrouw, is op zoek naar een vaccinatie. Ondertussen zijn er bemanningsleden op een planeet waar vrouwen de baas zijn en vanzelfsprekend macht hebben over de mannen, die in pastelkleurige glitterende kleding met half ontblote bovenborst en oorsieraden lopen en het zijn de vrouwen die ook de uitnodigingen doen voor erotische contact. Eerste officier Riker, vindt het helemaal niet erg om zich in deze kleding te hullen, al wordt hij uitgelachen door de andere bemanningsleden, en hij gaat graag in op de seksuele avances van het hoofd van het matriarchaat. Zij kunnen echter niet terug naar het ruimteschip, zolang het virus niet onder controle is.

Misschien versnelt deze Coronatijd, waar mensen meer op zichzelf zijn teruggeworpen, met minder afleiding, wel dat die aflevering van BOOS over The Voice, zo breed in de samenleving resoneert. Misschien is het de tijd voor werkelijke veranderingen rondom vrouwelijk en mannelijk en gelijke machtsverdeling, ‘arm en rijk’; getuige de tv-programma’s Sander en de kloof en Jeroen Pauw met Scheefgroei en de wereldwijde Black Lives Matter-  en Me Too-beweging. Dat zou een reden zijn in deze onzekere tijden voor optimisme.