In het kader van: Op Ontdekkingstocht naar Onbekende Plekken in Eigen Land, ben ik naar Venlo getogen. Een prettige, comfortable trein gleed door de weilanden en flarden bos het scheune Limburg in en na een uurtje arriveerde ik.
Op naar de Maas, want daar ligt Venlo aan. Daar leek het op de oevers van de stad waar ik woon, maar dan 35 jaar geleden. Hier is nog geen projektontwikkelaar bezig geweest. Ik zag me weer rondzwerven, in de pauzes van mijn middelbare school, tussen oud vuil en louche achterbuurtachtige wijken, turend in het water, de rivier volgend.
In het centrumpje ben ik, beschut door de huizen rondom ,op vastgegrendelde terrasstoelen gaan zitten en heb van de zon genoten. Jonge gezinnen fotografeerden zichzelf op een ijzeren troon voor het stadhuis. En verliefde stelletjes. De horeca had goede zaken kunnen doen, maar het was Zondag. Zondag in Venlo.
Het Limburgs museum was een megalomaan gebouw voor de kollektie die het herbergde. Een Efteling-achtige wandeling door oud spul, zonder dat de geschiedenis van de mijnen ook maar ergens vermeldt werd. Dat is iets te zwart, wellicht.
Maar er zat wel een grandcafé aan vast. Die gaf uitzicht op de naoorlogse voorgevel van het station. En er was een rotonde met een fontein uit de zeventiger jaren of iets daaromtrent.
Wat zondagse auto's. Wat voetgangers. Ik zakte onderuit, me koesterend in de zon met een pilsje.
Een Oud gevoel kwam over me. Alsof je op de grens staat van een onbekend leven dat nog komen moet. Een gevoel van verwachting en geluk.
Nu las ik net in de krant dat het station in Rotterdam is afgebroken.
Wie terug wil naar Oud Nederland, het Nederland van je kindertijd, toen geluk nog heel gewoon was, ga vlug naar Venlo. Strijk neer en kijk naar het dansende water dat langs de nep rotspartij naar beneden klatert.
Voel weer de eerste keer dat je de immense trappen van het station beklom, met een klein koffertje op reis, de wijde wereld in.
Nu kan het nog in Nederland. Straks niet meer.
Tijdscapsule Venlo: van harte aanbevolen.