Hella Haasse is 90 jaar geworden. Ik zie bij haar dezelfde levendige geest, als bij de broeders in het klooster.
Zij is de eerste geweest die mij met een schok het vermoeden gaf, van een werkelijkheid die gelaagd is.
Zij bezocht mijn middelbare school en ze vertelde over een jeugdherrinnering uit Indonesiƫ. De groene tropische kleur en geur uit de verhalen van mij ouders kwamen nu uit de mond van een nederlandse vrouw.
Zij vertelde dat ze langs de kali (de rivier) liep, krekels en tjik tjaks zoemden en trilden in de hitte, ze tilde een vochtige grote kei op. Daaronder ontdekte ze een andere wereld, klein, krioelend, geheimzinnig.
Haar woorden tilden mijn kei op. Dat kunnen woorden doen, als ze uitgesproken worden in alle rust, met warmte, door een integer persoon.
Ik geloof dat door haar mijn liefde voor de belletrie geboren werd.
Ze is "OP Weg Naar Het Einde", zoals ze zelf een andere titaan van de nederlandse literatuur citeert. Die is al dood.
De dood doet mij tegenwoordig, meer dan vroeger huiveren. Laat ik maar leven, met elke vezel die in mij is. Keien optillen, houden van woorden en alles wat zij kunnen oproepen en bewaren. Dank aan Hella, voor dit besef.