Het is carnavalsvakantie, de tijd om weer oppasservice te zijn voor mijn nichtjes en neefje. Ik geniet daar altijd erg van. Gisteren "douw niet zo duivies, dring niet zo duivies" uit Ja zuster Nee zuster met m'n musicalnichtje ingestudeerd en een poppenbeen weer vastgenaaid. Vandaag een domino-day-landschap gemaakt op kinderprentenboeken omdat het wollen vloerkleed te hobbelig was.
En de Gebroeders Leeuwenhart tussendoor gelezen van Astrid Lindgren, om beurten, want mijn nichtje wou er ook in verder.
Een kinderboek dat op bladzijd 1 al over de dood begint. Een prachtig boek, vol weemoed, verlangen, trouw, verlies...wie het gelezen heeft weet wat ik bedoel: je moet van steen zijn om er niet door geraakt te worden.
"Je moet soms dingen doen die gevaarlijk zijn." zegt Jonathan Leeuwenhart tegen zijn jongere broer. "Waarom dan? " vraagt Kruimel. " Anders ben je geen mens maar een lor."
For my own record en om de sfeer vast te houden, citeer ik:
Als ik op zee kom te sterven
dan kan jij, mijn liefste, misschien,
op een avond een sneeuwwitte duif
bij jou in het raamkozijn zien.
Die vogel is mijn schat,
is mijn ziel die wacht
en, al is 't maar voor even,
naar jouw armen smacht.
Dingen doen die gevaarlijk zijn...en dan gaat het wat mij betreft vooral over het overwinnen van eigen lafheid: een mens zijn en geen lor.