Ik weet eigenlijk niet wat ik ervan vind: van het werk van Barbara Polderman dat tentoongesteld is in het Museum het Valkhof in Nijmegen. Ze maakt levensgrote mensen en dieren en bekleed ze met stoffen, tapijt, kralensnoeren, oude stropdassen, bont, een stuk pruik, strengen met knopen enzovoort. Ik ben vooral verbaasd over de gigantische moeite die dat moet kosten: het laten verrijzen van zulke massieve objecten.
In een filmpje zie je haar in haar atelier, met de naaidoos als het ware in de hand. Ze wil vooral een gevoel bij de kijker bewerkstelligen, het maakt niet uit of het een klein of groot gevoel is. Zelf begint ze ook met een heel specifiek gevoel, waardoor ze weet wat haar te doen staat. De ene keer losse steken en dan juist weer niet, soms vooral gericht op een groot geheel, dan weer detailistisch weten, dat het tóch een ietsje pietsje anders moet, dat het anders verkeerd is.
Ik denk dat de stemming waarin je jezelf bevindt, ten zeerste je beleving van wat je ziet mee bepaalt. Ben je geagiteerd en onrustig, dan vind je haar olifantenfamilie wellicht wat obligaat en overdreven, voel je je teder en breekbaar, dan word je misschien geroerd door de stoffen roze bloemetjes die ze her en der eraan genaaid heeft of een kleurige flapoor die lijkt te bestaan uit een oude, al een beetje vervilte, ooit zelf gebreide trui.
Er grenst ook een randje waanzin aan bijvoorbeeld de Liggende Vrouw (2005) en het Staand Meisje (2007) en iets wilds en donkers aan Het Paar (2004). Een aantal ruimtelijke collages deed me helemaal niks en associeerde ik alleen aan een goede etaleur en plaatjesuitknipster. Na afloop slenterde ik wat in het tweedehands goederenhuis nabij. Eigenlijk roepen voorwerpen, spullen, kledingstukken daar, evenzeer in mijn hoofd ook altijd een wereld van verhalen op.
Home is where the heart is, zo is de titel van de expositie. Er ligt ook een vrouw, terwijl er op haar huid groen boompatronen groeien met op of rond haar borst drie kleine paarden (2008). Er is een Leeuwin met Welp (2007), een Wolf (2004) een Strijder (2009). Ik merk dat de jaartallen me intrigereren. Het lijkt mij een zeer tijd'rovende' bezigheid, het maken van deze grote objecten; een mengeling van Kunst en Nijverheid?
Associaties met knusheid en huiselijkheid zijn ook ruimschoots aanwezig door haar materialengebruik. Home is where the heart is: wat zou er gebeuren als je regelmatig naar haar objecten gaat, in wisselende stemmingen en wisselend weersomstandigheden ? Je mag het allemaal niet aanraken, staat er met grote letters aan het begin. Jammer. Het werk smeekt er haast om. Haar werk is de precieze omkering van het Knuffelkonijn van Gelitin (zie blogje januari 2009). Het binnenstebuiten ervan.
Bij Gelitin een héél groot roze stoffen konijn midden in de natuur waar je in mag gaan liggen, bij Polderman diverse objecten in een museum waar je alleen maar buitenstaander mag zijn. Haalt zij nou haar Binnenste naar Buiten? 'Een gevoel' bij de kijker opwekken, dat is toch wel erg magertjes, of niet? Laat ik mijn oordeel maar opschorten. Wellicht bijven haar objecten toch nog lang in mijn bewustzijn kleven en winnen ze zo, versterkt door de tijd, aan waarde.