Wat was het een prachtig, winters weekend met witte windstille sneeuwvelden en blauwe luchten. Diep in de nacht zag ik de wereld toverachtig veranderen. Ik keek naar buiten en zag langzaam en traag de sneeuw vallen. Het was volle maan en in een kwartiertje tijd veranderde het kleurloze grauwe uitzicht door een laagje weerschijnend wit tot een uitkijk dat iets van geheimzinnigheid en verassing uit straalt.
De volgende dag belde Moeders op met het idee om naar de Hoge Veluwe te gaan. Ik hou erg van spontane invallen, dus we gingen. Ach, ach, wat is het daar toch mooi: in het grootste Nationale Park dat Nederland rijk is. De sneeuw lag in de ochtend nog dik op alle kronkelige takken, des smiddags was alles alweer weggesmolten, en de oranje rietpollen bij het bosje van Staf kleurden prachtig op, de wijdse witte vlakten met de besneeuwde vliegdennen, de dikke sneeuw op de hoge sparren en de zichzelf ingevouwen bladeren van de rododendron: mooi...
Bij het besneeuwde St Hubertusslot, maakte ik in opdracht van Moeders een foto van de grillige zwarte, hangende takken. Met haar redelijk nieuwe cameraatje stapte ze regelmatig uit voor een fotootje. Ik doe het maar met de woorden in dit blog. Dit dierbare familielandschap in de sneeuw. Heel, heel vroeger liepen we met de familie bij St Hubertus voor het eerst op het ijs. Nee, schaatsen leerden we niet, dat konden Vader en Moeder zelf tenslotte ook niet.
Ik wandelde kriskras door de bossen om niet met mijn sporen zomaar dwars lang het bordje 'Stilte en rust gebied voor het wild, verboden toegang' te lopen. Stil, alleen iets van suizen van wind in de verte en twee keer doorkruiste ik een spoor van flinke hoeven, een edelhert? dat langs de stammen verder ging.
Ja, de Hoge Veluwe, dat is familielandschap, waar ik ooit de tweede prijs won van een tekenwedstrijd: herten in de avondzon, waar Moeders, zo vertelde zij, in het restaurant vlak buiten de ingang, voor het eerst Franse uiensoep at en waar ik op mijn beurt weer een levendige herinnering van heb: hoezeer zij daarvan smulde.
Bij de uitgang kwamen we geheel per toeval, Zusje T. tegen, die met nichtjes N. en M. naar binnen ging. Ook voor haar is het een familielandschap: Zij heeft, zo vertelde zij, een abonnement genomen, zoals de familie dat vroeger had, op de sterfdag van Vader.