Eigenlijk was ik van plan om het niet meer te proberen: iets te zeggen over de boeken van Haruki Murikami. Het is de leeservaring, het échte lezen, pas dan komt het binnen. Of niet en dan snap je niet waarom zoveel mensen wereldwijd voor hem gevallen zijn. Iets zeggen over een boek van hem, wordt gauw gemompel: 'meerdere werkelijkheden naast elkaar, surreëel, sci-fi-achtig, koud en warm tegelijk', enzovoort. Zijn eerste boek Norwegian Wood is verfilmd, maar dan kan het alleen een soort liefdesverhaaltje worden en nóóit recht doen aan wat zich nog meer afspeelt.
Maar nu las ik de laatste pagnia's van het drie delige dikke 1q84, zo ontroerend, dat ik hier toch maar een nieuw soort voorzetje geef, hoe je ook tegen Murikami aan kan kijken: hij flirt met God en dat is de kern van een nieuw soort wereldwijd levensbesef.
In 1q84 zijn de twee hoofdpersonages Tengo en Aoname naar elkaar op zoek in een parallelle werkelijkheid, eentje waar de wereld twee manen heeft. Helemaal op het einde vinden ze elkaar terug. Aoname is op een wonderbaarlijke wijze zwanger geraakt van Tengo:
Ons heer in de hemelen, Uw Naam zij overal geheiligd. Uw koninkrijk kome, voor ons en voor onze kinderen. Vergeef ons onze talrijke zonden, en verleen Uw zegen ook aan het kleinste stapje dat wij nemen. Amen.
Het gebed vloeit als vanzelf van haar lippen. Het is bijna een geconditioneerde reflex. Ze hoeft niet te denken. De woorden afzonderlijk hebben geen enkele betekenis. Ze zijn niet meer dan een formule geworden, een geluid, een rijtje codewooorden dat ze opnoemt. Maar terwijl ze het gebed afraffelt, bekruipt haar een vreemd gevoel - een vroom gevoel, mogen we het misschien wel noemen. Diep in haar hart wordt ze door iets beroerd. Wat ben ik blij dat ik na alles wat ik heb meegemaakt nog hier sta zonder mezelf geweld te hebben aangedaan, denkt ze. Wat ben ik blij dat ik hier kan zijn als mezelf -zelfs als ik niet weet waar 'hier 'precies is.
Ze zijn beide in een nieuwe werkelijkheid beland en ze weten niet of het de oude, gewone wereld is, waar maar één maan schijnt, of dat het iets onbekends is. Ze zijn weer op de snelweg rondom Tokio en houden een taxi aan, waarvan het raar is dat deze leeg in de eindeloze file op de snelweg stil staat. De chauffeur wil het verhaal hierover wel vertellen, maar willen ze dat rare verhaal wel horen?, vraagt hij hen.
'Graag!' zegt Aoname. Het kan haar niet schelen hoe lang en saai het is, ze wil horen wat voor verhalen de mensen in deze nieuwe wereld elkaar vertellen. Misschien bevatten die nieuwe geheimen, nieuwe suggesties.
Dit speelt zich dus af op één pagina. Op de volgende, zijn ze in een hotelkamer en wordt heel concreet verteld hoe ze voor het eerst vrijen met elkaar en zij nog nooit zo'n harde penis in de hand heeft gehad. Ze hebben elkaar voor het laatst gezien als tien jarigen en elkaar altijd, sindsdien in gedachten gehouden. Duizelt het al een beetje? ... Murikami schrijft razendsnel achterelkaar heel raak over de meest uiteenlopende ervaringen. Je snapt waarom mensen met citaten van hem op zak lopen omdat zoveel, zo raak is, allemaal in één ademtocht.
Nieuwe geheimen en nieuwe suggesties influisteren, toefluisteren, weer verder gaan en er weer naar terugkeren, dat is flirten. Hij doet dat veelomvattend, aanwezig op heel veel terreinen en levensgebieden. Is een ander woord daarvoor niet 'God'?