Iemand vertelde me zonet een verhaal dat me wel ontroert. Ik vroeg haar of het lukte om nu werkelijk een pas op de plaats te maken. Te leven in het moment en niet vooruit denken en plannen. Elke keer weer verliest ze energie en wordt ze zó moe en nu is ze als het ware even helemaal op retraite, letterlijk: alleen een pas op de plaats.
Ze vertelde dat ze helemaal terug in het verleden aan het kijken was, hoe dat nou kwam, dat telkens over de eigen grenzen heen gaan. Ze kwam bij een oude herinnering, toen ze 4-5 jaar oud was. Ze fietste met haar vader die haar jonger broertje achterop had en haar oudere zusje naast haar op een fiets. Ze kwamen bij mul zand. Haar vader spoorde aan: kom aan, doortrappen jullie, vooruit! Haar zusje lukte het, maar haar niet. Ze zag ze beide ver uit voor haar, de afstand werd groter en groter en ze dacht: hoe hard ik ook trap, het zal me niet lukken. Ik haal hun nooit meer in, ik kom nooit meer bij hen aan.
In plaats van verder te gaan met fietsen, stapte ze af, stortte zich in het zand en ging ze héél hard huilen. Jullie moeten mij komen ophalen!, schreeuwde ze. Doodmoe was ze, van het huilen en van het héél eventjes haar uiterste best gedaan te hebben om hun wel bij te houden.
'En nu kijk ik daarnaar, als volwassene... en ik vraag me af hoe anders het was gegaan, als ik toen iets anders gedaan had. Als ik had kunnen besluiten om gewoon door te fietsen en dan weer eventjes te stoppen, en dan weer... en dan was ik ook aan de overkant van het mulle zand gekomen. Als ik niet bang was geweest dat mijn vader en mijn zusje me uit zouden lachen dat ik niet zo snel was als hun. Als ik mezelf niet zou veroordelen... begrijp je? ... en dat ben ik nu aan het doen, kijken naar mijn eigen kracht en plezier hebben in mijn eigen bewegingen...'
Ik zei dat ik het een mooi verhaal vond. En dat het dan zo'n ontdekking kan zijn, om te zien dat zo'n patroon van vroeger in je is gaan zitten en dat je dat nu nog mee bepaalt. Ja! zei ze, zo is dat precies! Want daarna heb ik het nog vele malen op dezelfde manier gedaan. Maar nu ga ik het anders doen. Wat een ontdekking hé!' Ik wenste haar nog veel avonturen in haar hoofd. 'Ja, gewoon in mijn stoel, in de kamer, ongelofelijk!