Al heel erg lang, misschien wel 25 jaar, heb ik gedacht dat het een film was die ik gezien moest hebben: Black Narcissus. Black Narcissus twee woorden die werelden bij me opriepen. Ik dacht eigenlijk dat daar voor het eerst in een film, iets van vrouwenliefde een thema was, en dan ook nog iets met zwarte mensen.
Toen kreeg ik onlangs het boek in handen geduwd van Rumer Godden met de aankondiging erbij dat daar best wel goed beschreven was, hoe het is om een zuster te zijn en dan je standvastigheid te verliezen. Hé? O! Het blijkt te gaan over vijf Engelse zusters die op een winderige rots in de Himalaya, in een oud paleis, waar vroeger de vrouwen van de prins 'gevangen zaten', een klooster stichten: All faith geheten.
Ik las het en moest aan De Stille Kracht van Louis Couperus denken: het gaat ook over de kruisbestuiving van verschillende culturen. Een soort van besef dat elk mens eigenlijk als het ware op een rotonde staat van heel veel wegen die allemaal langs en door je heen lopen. Al ben ik in Nederland geboren en getogen, toch kan ik Oosterse invloeden door me heen voelen gaan, dingen die zich niet zomaar laten inkaderen in één cultuur.Wie zichzelf teveel vastzet, zoals de Resident, die verliest juist de grip. Wie de hoogmoed heeft om een klooster te stichten op zo'n plek, die...?
In het boek voel je goed, hoe die grootse natuur van die machtige bergen, je al wankel kan maken. Hoe iets aan de basis ook gaat wankelen door Dean: een zeer onconventionele Engelsman, die daar leeft onder de bevolking, met een versleten vilten hoed op en een aangesjorde korte broek. Iemand die wél zijn element daar gevonden heeft en vanaf het begint tegen de zusters zegt dat ze het waarschijnlijk tot het regenseizoen zullen uithouden.Hij zegt het niet om zijn gelijk te halen, zijn behulpzaamheid en zijn advies gaan tot het uiterste, zonder dat hij zichzelf opdringt.
De film uit 1947, die ik na lezing van het boek dan eindelijk zag, in technicolor met, voor die tijd, hoogstandjes in decorbouw en sfeertekening, legt erg de nadruk op de waanzin van zuster Ruth. Het ronduit enge en beangstigende van iemand die in haar eigen wereld leeft. Knap, hoe dat met weinig wordt opgeroepen. Net zoals in Psycho van Hitchcock.
De menselijke geest is zo'n groot en ruim continent. Er kan van alles in gebeuren en het is een hele kunst om de juiste voorwaarden te scheppen waarin deze tot bloei komt, in plaats van in verval. Hoe blijf je bij zinnen? Door wat raak je ontworteld? In Syrië-gangers gaan ook zoveel invloeden....
Black Narcissus blijkt de naam van een geur, een parfum, te zijn. Maar in die woorden zelf zit toch al alles wat een krachtige lading dekt: als je in een spiegel wilt kijken die niks weerspiegelt en je kunt je daar, zoals Narcissus, niet van weg keren dan verdwijn je in een zwart gat. Laat het niet gebeuren, denk je dan. En aan die woorden van dat lied van Huub Oosterhuis: Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.