Wat is het toch vreselijk om het van zo dichtbij mee te maken. J, vertelde dat ze erachter is gekomen dat haar overleden man, hun pleegdochter jarenlang heeft misbruikt. Ze had al eens verteld, dat ze een doos vol pornoboekjes in de kast had gevonden. Dat ze met zoveel puzzelstukjes zat en dat ze eraan kapot ging dat ze het hem niet meer kon vragen. 'Het wordt nu allemaal helderder', zei ze. 'Nu vallen er allemaal kwartjes.' Een schrale troost.
Ze is zo'n gevoelige ziel. Vroeger als kind zelf verstoten door haar ouders. Opgevoed door een liefhebbende pleegmoeder.Het eerste heeft haar diep onzeker gemaakt. Maar het tweede heeft haar de kracht gegeven om naar het goede te kijken. Plus de diepe wens om zelf 'goed' te willen zijn voor anderen. Zo wilde ze M. in huis opnemen. Wanneer ze dat niet gedaan had, dan had die naar een tehuis gemoeten.
'Wat ik van mijn pleegmoeder heb gekregen, dat wilde ik haar ook geven', zei ze. En nu dit. Elke donderdag was J. buitenshuis geweest en ergens had ze wel een vermoeden, zegt ze nu. Ze had zo vaak aan M. gevraagd, of ze iets te vertellen had, of er gekke dingen gebeurden. Maar M. zei altijd dat alles oké was. Nu blijkt dat P. haar gedreigd had, natuurlijk. Als ze er ooit wat van zou zeggen, dat zou ze uit huis gezet worden. 'Als ik het geweten had, had ik hem meteen aangegeven', zegt J. nu.
J. is altijd bezig met spulletjes hier, en spulletjes daar. Ze bewaart dingen van heel vroeger. Ik herken dat wel. Ze herschikt het en geeft het zo telkens weer een nieuwe betekenis. Nu had ze in haar sierradendoos gekeken. Ze vond een oude ring van haarzelf en het gouden Boeddha-hangertje van P. Die ga ik aan M. geven, had ze gedacht. Want M. heeft net een nieuwe baby. Wat had het mooi kunnen zijn om zo dit levensmoment te markeren.
Dus ze haalde ze tevoorschijn. En toen barstte M. in huilen uit: die ring die neem ik heel graag aan, maar het Boeddha-beeldje wil ik niet! Zo was alles er ineens uitgekomen. Ook de man van M. weet het nu pas. En haar hele schoonfamilie. Niemand neemt, gelukkig, J. wat kwalijk. 'We laten ons er niet onder krijgen, we gaan er samen doorheen!' Dat is meer dan schrale troost. Dat maakt het leven dragelijk, omdat je elkaar draagt. Ik hoop dat dit voor J. genoeg zal zijn.