Ik heb steeds meer de ervaring dat mijn hoofd een soort van Tabula Rasa is. Er gaan dingen in en uit en dat raakt me elke keer intens. Maar daartussendoor is er alleen een voortdurende waarneming: 'Ja, dit is mijn leven. Dit gebeurt er nu. Dit laat ik toe' Op de achtergrond is daarbij de gedachte: datgene waarmee je je voedt, dat wordt je, dat ben je. Het lijkt of de stroom van gevoelens en gedachten, die ik natuurlijk ook altijd heb, helemaal naar de achtergrond zijn gedrongen. Ze nemen me niet over: ik zie het aan, neem het waar.
Het is een gelukkige staat van zijn en tegelijk heeft het iets onsubstantieels. Alles vliedt, alles stroomt. Ik neem waar: Vandaag de eerste twee sneeuwklokjes in mijn tuin, plukjes paarse krokusjes en de gele knop van een primulaatje van vorig jaar nog, in een bloembak. Gisteren het achterste gedeelte van de kloostertuin bespikkeld met velden vol sneeuwklokjes en krokussen. De stilte daar, die me ernstig maakt, bezonken, het dansen dat als een roos in de wind voelde.
Ik las de afgelopen weken: Het Hout van Jeroen Brouwers. De eerste Nederlandse roman over seksueel misbruik in, nota bene een Franciscaans klooster. Ik wou niet doorlezen, het is zo gruwelijk, maar moest dat van mezelf. Ik zag de film 12 Years a Slave, een waargebeurd verhaal. Ook al zo aangrijpend. Gecombineerd met het actuele nieuws van IS, repeteert het in me: wat doen mensen elkaar toch aan...Hoe is het toch mogelijk dat we juist in godsdienst en religie aangezegd krijgen dat er vrede mogelijk is, maar het des te meer een bron van haat en meedogenloosheid is?
Ik zag de documentaire Het Ondergronds Orkest van Hedy Honingman, over al die kunstenaars en muzikanten in de metro van Parijs: hoe het mooie van hun muziek samengaat met verhalen van balling zijn, armoede, geen status hebben, steeds bang zijn voor de politie die hen kan oppakken. Ik zag O, Amor natural; Braziliaanse ouderen lezen erotische gedichten voor van Carlos Drummond de Andrade: wat een levenskracht en vitaliteit!
En ondertussen denk ik aan al die mensen die kwamen en gingen in mijn leven: de afwezigen, die je het liefst wel aanwezig zou willen houden. De tragiek van de onbereikbaarheid, het onvermogen, het verlangen dat geen reƫle vorm kan krijgen in het alledaagse leven... Ik las Karen Blixen Out of Africa en De Ontheemden van Amin Malouf: mensen in een hun vreemde omgeving; komend en gaand, van het ene werelddeel in het andere.
Ik neem waar: de mens op zoek. Naar zichzelf, naar de ander. Naar plekken en plaatsen om vrij te zijn en thuis te komen.