Ik ben ineens in Franse sferen. Dat komt door de liedjes van Charles Trenet. Ik weet niet waar het kip en de ei zit: ik nam eens een 4 cd-box mee op Koninginnedag of op een rommelmarkt, voor zo goed als niks, dus. Nu las ik in I.M. dat Connie Palmen en Ischa Meijer er ook voortdurend naar luisterden. Misschien dat ik daarom die box toen meenam, na de eerste lezing van dat boek. Gecombineerd wellicht met dat vrolijke gezicht; een liedjeszanger met een hoedje op. Net hoorde ik in het wijkcentrum dat er onlangs een documentaire van hem op de tv was: als er een camera in de buurt was, vertrok hij zijn gezicht tot een grimas.
Ik had er nooit echt naar geluisterd. Zo gaat dat met die impulsaankopen. Maar enkele maanden geleden las ik I.M. opnieuw. En nu viel mijn oog weer op die box.. Ach, wat vrolijk, wat helemaal lente-achtig, woorden als Belle, le soleil. mon coeur, sourire, liberté, l'amour, Paris, reve, la mer, le ciel, vliegen je voortdurend om de oren. Je wordt er mild-vrolijk van: want een vleugje verdriet mijmert er ook doorheen.
De tederheid en de mildheid van de lente. Datzelfde zat in de film l'Heure d' été, die eigenlijk over de zomer zou kunnen gaan, gezien de titel. Het gaat over een mooi sfeervol oud zomerhuis, op het Franse platteland, in de buurt van Parijs, een familiebezit, propvol kunst. De film begint met de 75-ste verjaardag van moeder en oma, de hele familie aan een grote eettafel vol bloemen buiten in de tuin, op exact dezelfde plek waar 100 jaar geleden een eerste foto is genomen.
Moeder praat onderwijl met al haar kinderen afzonderlijk. Over de erfenis. Oudste zoon wil het er niet over hebben: voor hem blijft het zomerhuis in de familie en zo ook de twee Corots: die gaan weer naar jullie kinderen, zegt hij tegen zijn kinderen. De dochter is uitgeefster en geeft een boek uit van de kunstenaar die ooit in het huis woonde en is er alleen maar op gespitst dat haar moeder naar San Francisco komt, voor de opening van de tentoonstelling die bij het boek hoort. En de jongere zoon, heeft het te druk met zijn eigen geldzorgen: hij heeft een bedrijf in China met gymschoenen.
De film eindigt met een feest dat haar kleinkinderen geven in het zomerhuis, vlak voordat het naar een nieuwe eigenaar zal gaan. Ondertussen is hun oma overleden en hebben de drie kinderen besloten om toch alles te gaan verkopen. Er komen taxateurs in het huis voor al die kunst, het hele huis wordt onttakeld. Oudste zoon heeft daar het meest verdriet van: hij wilde het liefst alles bij het oude laten...
Misschien is dat de reden dat ik er hier nu zo over uitweid. Die verschillende leefwijzen in de familie en het werkelijke respect dan de broers en zus toch voor elkaar hadden. Meestal kun je elkaar met rust laten, maar bij een erfenis ben je verplicht om knopen door te hakken.
Tot slot zag ik ook nog een de documentaire uit 2006, Forever van Heddy Honigman. Ze ontmoet daar bezoekers van het kerkhof Père Lachaise. Van een Koreaanse pianiste bij het graf van Chopin die elke keer alles van Chopin opdraagt aan haar jong overleden vader. Tot de anonieme vrouw die er toevallig was en haar 20 jaar jongere geliefde verloor aan een bijensteek, na drie intens gelukkige jaren. 'Je begrijpt niks van de dood, totdat je die tegenkomt', zegt ze. Een ontroerende film, vol poëtische, meditatieve beelden, vol muziek en vol subtiele bewegingen van het menselijk gelaat.
De lente... de dood....verlies... het leven dat zich herneemt.... teder, met milde melancholie en een zoete, zachte pijn, die als een aquarel ook zomaar kan vervloeien naar milde vreugde... Ik noem dat maar even een Franse sfeer, zoals in dat gezegde: Leven als God in Frankrijk.