maandag 20 april 2015

Groen gras

Uit stammen, takken twijgen
barst het nieuwe leven
groeikracht, groenkracht
woorden ontvallen me -
Stilte
ik geef me over.
Wat dor hout lijkt
kan weer ontluiken
uit donkere aarde
kan alles ontspruiten
onkruid, bloemen, vruchtdragend gewas
groen gras-
Geluk.

Dit krabbelde ik gisteren voor het slapen gaan neer, woorden voor de maandagochtend-meditatie. Ik had nog niets: 'Woorden ontvallen me...' was aanvankelijk alles wat ik dacht. Door die lentezon, de uitbundigheid van lentebomen aan de Waal, witte krentenbloesems, die waas van groen...

Tegelijkertijd, al dat gebrek, de onmacht, die wereld die maar zijn rondjes draait. De ochtendkrant brengt dat bericht van 500 doden op zee... Al die mensen die op zoek zijn naar een betere toekomst. En dan die woorden zo meteen gaan uitspreken?

Ja, dus. Want ook dit is een deel van de werkelijkheid. We blijven deel van dat veelvoudige, niet te tellen, web van onderlinge afhankelijkheid. Zowel in het meest pijnlijke en imperfecte, als in de schoonheid van de lente. Zoals groen gras toch elke keer weer tevoorschijn piept, hoe vertrapt, verdord, bemodderd het daar kort tevoren ook was.