donderdag 30 april 2015

Een Spaans hondje

In de boekenboom bij mij in de buurt, waar je boeken kunt pakken en kunt weggeven, zag ik een heel bekende kaft: Een Spaans hondje van Rascha Peper. Er staat een zandkasteel op. Ik nam het mee. Pas na lezing en ik me afvroeg wat de titel van het boek met de kaft te maken had, herinnerde ik me waar ik het boek eerder gezien had: rondslingerend in het huis van vriendin P, toen ik wekelijks op haar kinderen paste. Toen puzzelde me dat ook: Waar slaat de titel van het boek op en wat heeft het met dat zandkasteel te maken?

Vandaar, waarschijnlijk dat ik het boek meteen meenam. Lang geleden heb ik me, denk ik, voorgenomen dat boek eens te gaan lezen, om het raadsel op te lossen. Ik geloof dat ik het nu weet en de oplossing verraste me. Wat is dat toch inventief en creatief verzonnen!
Het boek begint bij de begrafenis van de moeder van Victor Clarijs. Hij twijfelt of hij haar hondje, dat Curly heet,  mee zal nemen. Hij is bang voor sentimenteel gedoe. Stel dat het hondje maar om de kist zal blijven lopen, kermend en jankend.

Hij neemt van lieverlee het hondje onder zijn hoede en gaat hem Knak noemen. Zijn andere broers Jasper en Felix willen het hondje niet. Vicor is architect, maar het enige wat hij ooit gebouwd heeft is een nep-ruïne, een folly, op een verlate landgoed dat niet voor het publiek toegankelijk is. Met zijn broer Jasper verdient hij nu de kost met een zand-sculpturen-bedrijf: leuk voor op feestjes en openingen van bedrijven en dergelijke. Felix is een verstrooide professor met het syndroom van La Tourette, die een onconventionele jongere vriendin heeft: Pleuntje.

Victor raakt in een crisis. Is dit nou zijn leven? Hij leest over een eigenzinnige man die in Spanje al zijn leven lang bouwt aan een kathedraal die gemaakt is van alles wat hij om zich heen vindt, en van geldelijke schenkingen. Victor verdwijnt enige maanden na de dood van zijn moeder. In deel 2 van het boek is het tien maanden later en het thuisfront weet niet of Victor nog leeft. Pleuntje en Felix besluiten te gaan zwerven, naar Spanje toe, om de zinnen te verzetten.

In een verlaten, klein dorpje ziet Pleuntje ineens een hondje dat heel erg op Knak lijkt. Maar dat kan toch niet? Ze durft het niet eens aan Felix te vertellen. De volgende dag gaat ze in haar eentje terug. Victor werkt er binnen aan de kathedraal (ja,  hij is daarnaartoe afgereisd en nog niks gemeld, omdat hij bang is voor de bemoeienis van zijn familie) . Hij vindt aan de halsband een briefje:  DAG LIEVE VIC. En hij stuurt een briefje terug en hij verschijnt daarmee weer.

Er bestaat dus in de werkelijkheid geen Spaans hondje.Er is een Nederlands hondje dat Knak is gaan heten.  Het staat symbool voor transformatie, voor verlangen, zó dat droom en werkelijkheid bij elkaar kunnen komen. Ik las in Trouw vandaag over een architect Bikash Palikley, een Nepalees die in Duitsland heeft gestudeerd en sinds anderhalf jaar is teruggekeerd. Hij loopt nu in de puinhopen in Nepal en zegt: 'Werken in Nepal is een geweldige uitdaging. Ik leer iedere dag iets nieuws. De aardbeving leert me dat verbindingen, gewicht , flexibiliteit, en het combineren van lichte en zware materialen cruciaal zijn".

Soms is er een persoonlijke aardbeving nodig om te kunnen veranderen in de  architect van je leven en de juiste verhouding van de dingen te vinden.  Zoals Victor zijn echte roeping is gaan volgen en zichzelf en zijn familie terugvindt.

Mooi, vind ik het dat Rascha Peper in het nawoord zegt dat de hond Knak heet, als eerbetoon aan een gedicht van Jan Hanlo. Ik zocht het gedicht op en daarmee wist ik zeker dat Knak een Spaans hondje is:

HOND MET BIJNAAM KNAK

God, zegen Knak
Hij is nu dood
Zijn tong, verhemelte, was rood
Toen was het wit
Toen was hij dood
God, zegen Knak

Hij was een hond
Zijn naam was Knak
Maar in zijn hondenlichaam stak
Een beste ziel
Een verre tak
Een oud verbond
God, zegen Knak.