Ik vind de hoeveelheid leed in de wereld overstelpend. Alleen al in het wijkcentrum zijn er verhalen die maar doorgaan, over Dr Jekyll & Mr Hide en hoe je daaraan onderdoor gaat. Het begint en eindigt steeds maar met 'wat-wij-mensen-zijn-en-elkaar-aandoen'. Het gevoel past natuurlijk erg bij de Goede Week: Wéér, dat lijdensverhaal van Jezus, dat het verhaal van ons allen is. Alleen die verrijzenis: ik zou willen dat ik meer 'Verrijzenisverhalen' zou horen en meemaken in mijn omgeving. Maar mensen zitten vast, muurvast, in de gevangenissen van hun hoofd, hun lichaam. Of aan anderen die de sleutels hebben van deuren, waar je zelf niet doorheen kan...
Zo'n storm als gisteren, die je bijna van de sokkel waait, geeft je ook nog eens een gevoel van de nietigheid van de mens. Tegen de natuur zijn we niet opgewassen, merkte iemand in het wijkcentrum op. En ook dat is helemaal waar. Ik stond in mijn tuintje dat aanvoelde als een loszittende postzegel op een enveloppe, terwijl ik met een schoffel wat onkruid weg werkte en de storm om me heen loeide.En ik waaide werkelijk bijna van de weg af, richting de brievenbus en daarna met mijn tas vol boodschappen.
Dus de vrije dag vroeg om een radicale maatregel. Ik heb gewoon op de middag, dat doe ik anders nooit, een dvd bekeken. De documentaire Erbarme Dich. Prachtig. Maar o, zo vreemd dat het verdriet van anderen troostrijk kan zijn. Of wellicht eerder: dat het zo wonderlijk is dat die Matthaeuspassie en Bach voor zovelen een keerpunt is gebleken in het grote verdriet dat op hun pad kwam. En dan was er eén mevrouw die letterlijk haar leven te danken had aan het lied Erbarme Dich. Haar moeder wilde een morning-afterpil nemen, hoorde dit en wist toen ineens vanuit haar diepste innerlijk dat ze wél ruimte wilde geven aan die vrucht in haar buik. Ik zag onderwijl door het tuimelraam de storm gaan en komen, blauwe lucht afgewisseld met grijs en grauw, de bamboe heftig op-en-neer gaand: alsof je op de uitkijk staat van dat altijd wisselende leven....
Ondertussen las ik ook Het bestand van Arnon Grunberg. Wat een raar, kaal, vreemd boek. Net zo onsubstantieel en tegelijk werkelijk als het onderwerp: het zogenaamde individuele bestaan op internet in talloze bestanden. En dat alles afhangt van de zwakste schakel. Net zoals in het 'echte' leven: een menselijke fout kan de hele werkelijkheid van zoveel anderen bepalen. Dan denk je maar niet aan die copiloot in de cockpit, die overspannen een vliegtuig vol mensen tegen een berg laat knallen.
En ik besluit het boek Alles wat vaststaat, verdampt, een debuut van de Ier Darragh Mc Keon, meegenomen uit de bieb om de titel, maar half uit te lezen. Het volgt enige mensen na de ramp in Tjernobyl. Het collectieve ontkennen en ook niet-weten vlak daarna, wat de ramp behelst. Ik las uiterst gedetailleerd over alle misgeboorten, een jaar later. Dit is de limiet, dacht ik. Meer kan ik niet verdragen. Ik focus me maar op de primula's van vorig jaar, die nu met nieuwe bloemen in de bloembakken tevoorschijn piepen. Toch ook een soort van verrijzenis. En maar blijven zingen: Erbarme Dich.