Uit Nieuw Zeeland, van vriendin W. kreeg ik, voor mijn verjaardag een prachtige kleine ets opgestuurd. Er stapt een grote witte vogel door het water, met een scherp en helder oog en om haar heen in blauw-groene tinten een grootse natuur van woudbomen en bergen. Ze hoopte dat ik het wat zou vinden: haar oog was erop gevallen en ze was meteen geraakt geweest omdat er intensiteit en leegte vanaf straalde.
Ja, ik begreep meteen wat ze bedoelde. De vogel stapt in alle concentratie, doelbewust door het water, dat ene oog gericht op de verte en zich bewust van het daar-zijn; hier ben ik, dit ben ik. Ik was heel blij met de print. Er stond Kotuku bij geschreven en ik vroeg haar of dit wellicht Maori was voor kraanvogel: in Japan is een witte kraanvogel het symbool van hoop en geluk.
Nee, het was geen kraanvogel, maar een witte reiger, dus de symboliek vervalt. Maar ik geef je er meteen andere symboliek voor terug, mailde ze: de witte reiger is in Nieuw Zeeland zeldzaam en de Maori beschouwen het als een inwoner van de wereld-hierna. Hij komt uit het geestland Reigo en staat voor alles wat zeldzaam en mooi en kostbaar is. Er is een Maori-lied dat eindigt met: Ko-to kotuku to tapui e tama e en dat betekent: Kotuku is nu mijn gezelschap, O, zoon. Een Maori gezegde luidt: zo apart en bijzonder zijn, als de kotuku.
Mooi toch, zo'n symboliek van een plaats aan de andere kant van de wereld. Ik heb Kotuku ingelijsd en daar stapt zij nu, naast mijn leesstoel. Om wat zeldzaam en mooi en kostbaar is dagelijks in herinnering te houden en te eren.