donderdag 15 oktober 2015

Zo dichtbij

'Het slaat nergens op, we staan daar met man en macht bij dat bos en er gebeurt niks! Hoogstens twintig mensen gingen  demonstreren, verder niks. En ik begrijp ze nog ook. Ik heb daar door het kamp gelopen. Het stinkt er, iedereen zit op elkaar, het is er vochtig. Ondertussen worden er zoveel mensen uit de teams ontrokken, dat we helemaal niet meer aanwezig kunnen zijn in de wijken. En er moet niet nog iets in de stad gebeuren, want we kunnen niet op twee plaatsen tegelijk zijn'. Dit vertelde een politie-agent mij gisteren.

Het is zo'n andersoortig bericht uit de niet-zichtbare kant van de samenleving. Het ging over de in totaal beoogde 3000 vluchtelingen die daar in ieder geval de herfst en de winter en de lente moeten gaan leven. Allemaal bij elkaar. Geen privacy. Ik ken dat bos zo goed. Ik wandelde er eerder bijna wekelijks. Je schijnt er nu helemaal niet meer te kunnen komen. Ook dat doet wat met de burgers erom heen. Hun uitloopgebied ter ontspanning is in ene keer geladen met spanning.

De wereld verandert in rap tempo. Gisteren een telefoontje helemaal uit Italië. Een Italiaanse, zeer expressieve vrouwenstem; Madame! I'm calling from Italy! We want to know if the Dutch people like Italian Food! I hope so much that you will help us! Al snel kwam ik erachter dat het zo'n mevrouw uit een callcenter was. Maar het klonk anders dan een Nederlands callcenter, waar ik me jonge studenten in monotone rijen bij voorstel, die hun vragen op lezen.  Ik hoorde allemaal enthousiast geroezemoes en zelfs geapplaudisseer.

Toen ze met haar aanbod kwam: voor 66 euro een pakket vol authentiek pastasoorten en sauzen en ik haar geroutineerd wilde afkappen, dat lukt me anders heel goed, riep zij bijna boos door de telefoon: Ho, ho, madame, je laat me niet uitpraten, let me finish what I want to say! Zo stellig dat ik me al bijna begon te verexcuseren. Ze wou nog kwijt dat ik het pakket gratis vijf dagen op zicht kon krijgen. Daar heb je wat aan bij etenswaren. Dus ik zei resoluut: Nee. Wat jammer! wat jammer! riep ze en hing op.

Zó klein is de wereld dus. Computergegenereerd wordt je telefoonnummer helemaal in Italië gevonden. Het is wachten tot er straks direct een vluchteling aan de lijn hangt. Madame, will you help me, please? Ik las net in Vrij Nederland een artikel van de broer van de cabaretière Sanne Wallis de Vries, die tientallen jaren op het Griekse eiland Leros heeft gewoond, een vergeten klein eiland waar nu dagelijks boten met vluchtelingen komen. Hun ouders verblijven er jaarlijks een half jaar en hebben zich in het 'vrijwilligerswerk' daaromtrent gestort. Kon bijna niet anders want het gebeurt letterlijk in hun zicht, aan zee.

Sanne Wallis de Vries heeft Loket Leros opgericht, waar iedereen geld kan storten en ze heeft een benefietconcert gegeven, waar Rob de Nijs meteen zijn medewerking aan gaf. Dat is dan voor dáár. Nu kan de middenstand aldaar toch weer voor 3 euro een warme maaltijd leveren. Iedereen krijgt hier wel te eten. Maar ergens begint het te wringen, al die ruimte en luxe om me heen.. En me dan tegelijk dat grote tentenkamp in het bos voorstellen. Nu. Hier. De kou, de drukte, zo in den vreemde. Nét nog niet aan de lijn, maar wel zó dichtbij.