Het was toch wel weer een beetje 'afkicken': een rare term natuurlijk als je daarmee wil uitdrukken dat je het gevoel hebt dat je vanuit het klooster weer de gewone, dagelijkse wereld ingaat. Voor niet-kloosterlingen moeilijk te snappen: dat er een beleving kan zijn van in-de-wereld- zijn en die wereld verlaten, als je intreedt in een klooster.
Dat laatste zal ik nooit doen, kan ik toch wel met enige zekerheid zeggen, maar de afgelopen drie dagen was ik ergens op die dag in het klooster en bleef ook bij thuiskomst in-de-stilte en dan zijn er een soort van onzichtbare kloostermuren om je heen, omdat ik besluit die beschouwende stilte niet te verstoren. De reden was onder andere, het Franciscusfeest dat dit weekende gevierd werd. 'Het is Werelddierendag!"zei een Nichtje, ja, dat was het ook gisteren, maar wel omdat het tegelijk het feest is van Franciscus. Raar, voor mensen die daar niks mee hebben.
Maar goed, het is er weer: de drukke wereld waar mensen op allerlei andersoortige dingen gefocust zijn, dan dat wat de hoofdfocus is in een klooster. Steeds vaker denk ik: hoe doe je dat , zonder enige andere focus die je kleine eigen zelf en wereld overstijgt? Ik word zelf onrustig, als ik me niet ergens op een dag ijk, ofwel thuiskom op een 'plek' die naar iets anders verwijst en waar dan dus ook 'ïets anders' is, dan al het reilen en zeilen van de gewone, dagelijkse, zichtbare wereld.
Hierbij dan maar mijn zegenwens bij psalm 77 die ik vrijdag in de kapel uitsprak. Gek om me te realiseren dat ik voor sommigen bij die meditatie wellicht wel heel erg 'bij het klooster' hoor, omdat ze me alleen maar van daaruit kennen.
Er is een plek in de stilte
waar Broeder Zon jou altijd verwarmt en verlicht
Moge de gloed van die liefde
jouw ziel, elke keer weer, doen ontvlammen.
Moge de warmte van het verlangen
jou, elke keer weer, brengen naar anderen
in een verbindende kracht.
Moge het pad zich zo vanzelf aan je openen
en jouw weg zich vanzelf ontvouwen,
de weg van het licht en de vreugde,
vrede en alle goeds.