Omdat het een gewone werkdag was voor mij, kon ik niet het hele programma meemaken en sloot ik pas aan bij de Vespers. Op Driekoningen was er een bijeenkomst met alle vrijwilligers in het klooster. Abdis M. praatte me vlak voor de 'aanval' op het heerlijke buffetje even bij. Zo had zuster R De reis van de drie koningen voorgelezen, de vertaling van een gedicht van T.S. Elliot. Ze heeft het me gemaild en ik heb het oorspronkelijke Engels erbij gezocht.
Wat een toepasselijk gedicht over de tijden waarin we leven. Een van de koningen blikt terug op die reis en het begint zo: Het was een koude tocht, en de slechtste tijd van het jaar voor een reis, voor zulk een verre reis. De wegen modderig, het weer guur, de winter op zijn strengst. Zo is de tocht van elke vluchteling, alleen kunnen velen het nooit navertellen, verdronken in zee, nooit meer aangekomen.
In het gedicht wordt het wel licht, er is een op adem komen: Then at dawn we came down a temperate valley, wet, below the snowline, smelling of vegetation; with a running stream and a water-mill beating the darkness. Op het einde van zijn verhaal vraagt deze koning zich af wat hij gedaan heeft: ja hij zou het weer doen, maar een vraag: was het doel dat ons dreef geboorte of dood? There was a Birth, certainly. We had evidence and no doubt. I had seen birth and death, but had thought they were different.
Deze koning ondervindt dat geboorte en dood geen tegenstellingen van elkaar zijn, maar het ene in het andere verweven is en precies dat besef doet je leven. Hij eindigt met dit besef: Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken, maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen. Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.
Ik dacht hieraan toen ik het werk zag van de kunstenaar Christian Nyampeta, die op 16-jarige leeftijd uit Rwanda is gevlucht naar Nederland. Nu is hij een van de vier genomineerden geweest van Nederlands meest gerenommeerde kunstenaarsprijs de Prix de Rome. Zijn overkoepelend thema is How to live together. Hij heeft iets met ritmes en structuren en laat zich inspireren door de Benedictijnse monnik-architect Dom van der Laan, de stichter van de Bossche School: elk gebouw heeft een exacte maatgeving, opgebouwd uit een veelvoud van vierkanten.
Voor het werk dat speciaal voor de tentoonstelling van de Prix de Rome gemaakt is, is Nyampeta teruggegaan naar Rwanda. Ik zat op de grond tussen vier schermen op de grond met ritmisch wisselende beelden van de natuur, de maan die vol wordt, een vogel, struiken in de wind, structuren van gebouwen aldaar, en ondertussen komen er een paar Rwandese filosofen aan het woord. Een ervan zegt: Europa praat over het vluchtelingenprobleem, maar het is a problem of humanity. Niemand riskeert zijn eigen leven, je onderneemt zo'n tocht alleen, als de plek waar je bent al dood is.
Christian Nyampeta heeft een lange reis gemaakt. Hij is van een vluchteling, het woord roept ondertussen vooral een associatieveld op van trouble in our paradise, een koning geworden. Hij heeft verlaten en hervonden, geboorte en dood horen bij elkaar en wisselen elkaar voortdurend af. Misschien moeten velen van ons eerst sterven, om ook koningen te kunnen worden.
Kunnen we onszelf niet allemaal 'Koningskinderen' noemen, geen 'wij' tegenover zij 'de vluchtelingen' Dat we meer proberen te leven met dat Oud-Nederlandse lied: Er waren twee koningskinderen, zij hadden elkaar zo lief... maar het water...is veel te diep of lijkt veel te diep? Hoe kunnen we met elkaar leven...? Dat vraagt een vroegere vluchteling als kunstenaar aan de wereld. Wie antwoordt hem, wie wil er koning worden?