Gisterennacht, voor het slapen gaan, overdacht ik de dag. Wat een dag. Een keer eens bekeken van uur tot uur: Ik las de krant en las daarna de Bijbelteksten van de dag die in het directorium, de liturgische kalender staan, een soort dagelijkse leeslijst dus, van meestal een stukje uit het Oude en een stukje uit het Nieuwe Testament. Die sluiten vaak op elkaar aan, zodat de echo's uit het Oude Testament gaan naklinken in het Nieuwe Testament, tot en met het heden.
Het ging nu over de bekering van Saulus, ooit vervolger van de eerste christenen, maar hij werd de apostel Paulus. Wat een krachtig verhaal is dat: blindgeslagen, op de grond geworpen, hoort hij een machtige stem... dat maken we nu toch niet zo meer mee: een persoonlijke wereld die werkelijk verandert en iemand een totaal andere koers gaat varen in haar of zijn leven... Jammer toch, dat dit niet vaker gebeurt...
Met die mijmering stapte ik op de fiets naar de groothandel om spullen voor het Wijkcentrum in te slaan, samen met vrijwilliger T. die ik bij het koffiedrinken aldaar vroeg, of de ruzie met haar buren al was bijgelegd. Meer dan 30 jaar vrienden.... en dan...? Nee, dus. 'Mirjam, wat vind jij?... Als je spijt hebt dan kom je toch even erover praten?' Ik beaamde dat een moment van elkaar even echt in de ogen zien en benoemen wat er niet goed was gegaan, wel nodig is.
Thuisgekomen las ik in de geschriften van Clara van Assisi. Ineens kwam erg binnen dat Clara vaker Franciscus noemt, maar de naam van Clara helemaal niet voorkomt in de geschriften van Franciscus van Assisi. Wat zegt dat? ... Ook de moeite die Franciscus had om Clara te bezoeken in haar kloostertje in San Damiano, er zijn verhalen waar zijn broeders hem aanspoorden dat hij er vaker heen moest gaan... hoe komt dat? Ik ken een broeder die herhaaldelijk zegt: 'Franciscus en Clara waren gewoon verliefd op elkaar'... Zou dat zo zijn, of juist niet?
Ik ging later op de middag naar het Wijkcentrum. Daar handelde ik op de mail een incident af, waar ik toch werkelijk bedrogen ben: Er is een babyshower, een feestje dus, gegeven in het weekend, maar de desbetreffende vrouw ontkent het glashard en gaat zelfs in de aanval: dat het onbeschoft is dat meerdere mensen tegen mij verhalen erover doen. Later op de mail vraagt ze of ik langs haar oude moeder (die waarschijnlijk niks weet van de actie van haar dochter) wil gaan, die woont onderweg naar mijn huis, om het misverstand uit te praten. Wat een lef. Ze gaat een beetje met me om alsof ik Gekke Henkie ben. Wat een taaie werkelijkheid.
Thuisgekomen lees ik eerst het boek van Sherko Fatah uit, We gaan als het donker wordt. Over een jongen op het platteland van Irak, alwaar de oorlog rondom Bagdad en Saddam Hoessein, aanvankelijk heel ver weg lijkt, maar die onderweg gevangen wordt genomen door Jihadstrijders, mee moet doen en uiteindelijk ontsnapt en vluchteling wordt op een donkere boot vol gevaren naar Griekenland, aankomt in Berlijn en uiteindelijk akelig aan zijn einde komt. Hé, bah, hier wordt je niet vrolijk van.
Tijdens mijn avondeten en daarna, liet ik me voorlezen door Nelleke Noordervliet: Snijpunt. Wat leest zij fantastisch haar eigen werk voor! Ook hier allemaal zoekende mensen:een gescheiden stel, hun dochter. De moeder wordt als conrector met een mes verwond door een Marokkaanse leerling, haar vader lijkt vermist maar is op queeste in Umbrië, het land van Franciscus.
Tot slot bekijk ik nog twee hele films. Jawel. Eat, drink, sleep, een Zweedse film over een van oorsprong Kroatische meisje en haar bijna gehandicapte vader, die haar baan in de groenten-industrie verliest. Zo realistisch en rauw: hoe het leven een worsteling is, in de onderste sporten van de samenleving. En dan nog een film die zich in Barcelona afspeelt: Una pistola en cado mano een pistool in elke hand, over een aantal middle-class-mannen, eind in de veertig, allemaal strijdend tegen angst, depressie, zich mislukt voelen, scheidingen, geen erecties kunnen krijgen...
Oef, oef, zucht, zucht. Ik geloof dat het verhaal van de bekering van Paulus deze dag uiteindelijk gekleurd heeft. Dat ik zo graag zou willen dat mensen het makkelijker hebben met zichzelf en met elkaar.