In Trouw vanochtend werd er in twee rubrieken verwezen naar het programma Andere Tijden, waarin bleek dat er in alle weekend- en spelletjes- shows met kandidaten die prijzen konden winnen, gesjoemeld werd. De leuke kandidaten moesten winnen, de zuurpruimen afgevoerd. Fred Oster schijnt er heel openlijk te vertellen hoe dat ging: de makkelijke vragen boven, de moeilijke onder, stiekem voorzeggen: enzovoort. Alleen de cavia-race op het einde van zijn show was niet te manipuleren.
Ik vind het toch wel een opmerkelijk iets. Zijn de tijden zo erg veranderd, dat niemand door had dat er makkelijke en moeilijke vragen waren? Ik weet zelf wel dat het me opviel dat bij Eén van de Acht, de show van Mies Bouwman, die in dat programma niet aan het woord is geweest,, inderdaad altijd degene won die je het erg gunde. En dat een keer toen toch de niet sympathieke won, die bij Het Vraagteken op de lopende band, helemaal niks kreeg.
Wij keken ook altijd met de hele familie naar dit soort programma's. Een van de Acht, daar keek je naar uit, en die lopende band was altijd heel spannend. Eerder zag ik daar weleens een fragment van terug en verbaasde me toen hoe dolblij mensen waren met het winnen van nu simpele doorsnee elektrische apparaten. Het is ergens niet fijn dat nu blijkt dat die programma's toch echt vallen onder 'Geef het volk brood en spelen, dat houdt ze welgemoed en tevreden'.
Er kwam een sterke herrinnering terug hoe ik ooit zelf voor de gek ben gehouden. Het was in de speldjes-verzameltijd. Die speldjes kreeg je bij allerlei kruidenierswaren en die prikte je op een schuimrubberen vel en daarmee ging je de hort op, om te ruilen met anderen. Ik ruilde een keer een heel aantal speldjes voor in mijn ogen heel bijzondere speldjes, bestaande uit kleurige abstract bolletjes. Ik vond ze zo mooi, al die kleuren en zo apart...
Je raadt het wellicht al. Het bleken ordinaire knopspeldjes. Moeder was razend en ik moest verhaal gaan halen. Maar welk verhaal eigenlijk? Voor mij was het goed zo, ik vond het mooi. Wat maakte het me uit dat je die gewoon per doosje kon kopen? Ik weet nog dat ik niet wilde dat het besef dat ik bedrogen was, indaalde.
Is dit wellicht ook, hoe we nu naar al die spelletjesshows van vroeger moeten aankijken? Dat je een fijne werkelijkheid gegeven is, waar de goede en aardigen alle geluk van de wereld hadden? Ik geloof dat ik daartoe maar ga besluiten. Soms is de wereld zo zwart of zo licht als hoe je daar zelf tegen aan wil kijken. Misschien heeft dat meisje vroeger me ook helemaal niet bedrogen en geloofde ze zelf ook dat die abstracte gekleurde bolletjes heel bijzonder waren.