Bij de 'Kiloknaller' op de Uitmarkt, een kilo boek kostte 8 euro, vond ik De Berg van de Ziel van Christa Anbeek en Ada de Jong. Met het andere boek De architectuur van het Geluk van Alain de Botton, was ik 6 euro kwijt. Het zijn het soort boeken die ergens in mijn geheugen zijn opgeslagen als: die wil ik nog wel eens lezen, zonder de urgentie om het meteen op te zoeken of te gaan kopen. Het zal wel boekenbusiness zijn: dat er nieuwere uitgaven en vormgevingen komen en de oude dan gedumpt moeten worden. Een andere kraam verkocht Nicci French voor 1 euro per stuk.
In De Berg van de Ziel, Een persoonlijk essay, is de ondertitel, zijn Christa Anbeek, theologe en Ada de Jong aan het woord. Ada de Jong heeft haar hele gezin, haar man en drie kinderen voor haar ogen de berg af zien donderen. Hoe leef je dan verder? Ook Christa Anbeek heeft een partner verloren en nog enige belangrijke mensen in heel korte tijd. Ze zijn beide aan het woord als 'ík', en soms weet je even niet wie en dat is ook de bedoeling melden ze in het voorwoord.
Er is iets te beklimmen als je in diepe rouw bent, iets wat met 'ziel' te maken heeft, het klimmen zelf houdt de ziel levend. Bij het echte beklimmen van een berg, zijn er langs de weg 'steenmannen'; opgestapelde stenen door voorgangers neergelegd, zodat je de weg niet kwijtraakt. Dit boek heeft zeven steenmannen. Het zijn de klassieke onderdelen in de theologie: het spreken over God, dat ook een weg kan wijzen. Bijvoorbeeld: Schepping, Jezus, Lijden, De heilige Geest, de Kerkgemeenschap.
Dan lijkt het bijna een christelijk theologisch boek te zijn, maar dat is niet zo, Er worden ook verhalen uit andere tradities vertelt en geciteerd. Het kan niet anders, dan dat dit boek je ergens raakt, omdat het ook zo eerlijk is én persoonlijk. Toch komt dat vooral, wat mij betreft, door het aandeel van Ada de Jong erin. Je komt heel dicht bij haar rauwe rouw, de onbeschrijfelijke pijnen, verdriet dat, al kan je het dragen, toch nooit meer weg gaat.
Ook voel je bijna aan den lijve, dat geloofstaal en ervaringstaal niet bij elkaar komen. Dat de eerste toch vooral met het hoofd gebeurd: die taal is consistent, maakt stapsgewijs een bewoonbare wereld. Terwijl de taal van de ervaring bestaat uit hink-stap-sprong, toeval en verassing. Dan voel je: dit blijft in het hoofd, dit is bovenbouw en dat andere daalt af naar de buik en sijpelt verder. Soms zegt Ada de Jong botweg, dat ze echt niks kan met al die woorden uit het geloof, dat ze het moet hebben van uur tot uur leven soms en vooral van de mensen om haar heen die haar verder dragen.
Ik zou willen dat alle geloofstaal alleen maar gebezigd mag worden, als de ruimte waarbinnen gesproken wordt geheel gevuld is met: Elkaar dragen, al begrijp je elkaar soms niet en zou je het anders willen. Het is het enige geloof dat je zelf in handen hebt en dat je werkelijk vorm kunt geven: elkaar blijven dragen, hoeveel kilo's het ook weegt.
In De Berg van de Ziel, Een persoonlijk essay, is de ondertitel, zijn Christa Anbeek, theologe en Ada de Jong aan het woord. Ada de Jong heeft haar hele gezin, haar man en drie kinderen voor haar ogen de berg af zien donderen. Hoe leef je dan verder? Ook Christa Anbeek heeft een partner verloren en nog enige belangrijke mensen in heel korte tijd. Ze zijn beide aan het woord als 'ík', en soms weet je even niet wie en dat is ook de bedoeling melden ze in het voorwoord.
Er is iets te beklimmen als je in diepe rouw bent, iets wat met 'ziel' te maken heeft, het klimmen zelf houdt de ziel levend. Bij het echte beklimmen van een berg, zijn er langs de weg 'steenmannen'; opgestapelde stenen door voorgangers neergelegd, zodat je de weg niet kwijtraakt. Dit boek heeft zeven steenmannen. Het zijn de klassieke onderdelen in de theologie: het spreken over God, dat ook een weg kan wijzen. Bijvoorbeeld: Schepping, Jezus, Lijden, De heilige Geest, de Kerkgemeenschap.
Dan lijkt het bijna een christelijk theologisch boek te zijn, maar dat is niet zo, Er worden ook verhalen uit andere tradities vertelt en geciteerd. Het kan niet anders, dan dat dit boek je ergens raakt, omdat het ook zo eerlijk is én persoonlijk. Toch komt dat vooral, wat mij betreft, door het aandeel van Ada de Jong erin. Je komt heel dicht bij haar rauwe rouw, de onbeschrijfelijke pijnen, verdriet dat, al kan je het dragen, toch nooit meer weg gaat.
Ook voel je bijna aan den lijve, dat geloofstaal en ervaringstaal niet bij elkaar komen. Dat de eerste toch vooral met het hoofd gebeurd: die taal is consistent, maakt stapsgewijs een bewoonbare wereld. Terwijl de taal van de ervaring bestaat uit hink-stap-sprong, toeval en verassing. Dan voel je: dit blijft in het hoofd, dit is bovenbouw en dat andere daalt af naar de buik en sijpelt verder. Soms zegt Ada de Jong botweg, dat ze echt niks kan met al die woorden uit het geloof, dat ze het moet hebben van uur tot uur leven soms en vooral van de mensen om haar heen die haar verder dragen.
Ik zou willen dat alle geloofstaal alleen maar gebezigd mag worden, als de ruimte waarbinnen gesproken wordt geheel gevuld is met: Elkaar dragen, al begrijp je elkaar soms niet en zou je het anders willen. Het is het enige geloof dat je zelf in handen hebt en dat je werkelijk vorm kunt geven: elkaar blijven dragen, hoeveel kilo's het ook weegt.