Een bijna verplicht personeelsfeest.Tenminste zo voelde ik dat aan. Uitgebreide uitnodigingen in de brievenbussen thuis, op de mail, een groot affiche naar het wijkcentrum, speciaal voor mij dus, want ik ben de enige beheerder. Dan nog leidinggevenden die bijna expliciet zeggen dat erop gelet wordt, wie komt, wie niet en dat je anders ook ongunstig ergens anders ingeroosterd kunt worden.
Ik denk dan: gaan dus, het is vlakbij huis, een aardige maaltijd, een drankje, klaar. Dat ik me verder niet veel van iets aantrek, dat getuigt dit blog van, dat ik typ op een stoel die ik zelf naar buiten heb gezet, terwijl vaagbekende collega's om me heen in groepjes kletsen en anderen de polonaise doen.
Tot zover. De artiest Ronny Ruisdaal heeft zich nu opnieuw uitgevonden tot animator en quizmaster. Ik weet nog dat hij zichzelf uitvond als artiest. Hij was student en trad voor de grap op met smartlappen.
Zo en nu heb ik een gesprekje gehad met de grote reorganisator die een half jaar zou blijven, maar nog een half jaar aan blijft. Is er al een visie omtrent de wijkcentra, vroeg ik hem. Ontmoeten en verbinden, daar kwam hij op. Ik hou je daaraan, zei ik.
Vind jij je baantje ook zo relaxed? zegt een half beschonken speeltuinbeheerder die vroeg of hij naast me mocht komen zitten. Dus een gesprekje over speeltuinen: dat is mooi, zo mooi... er komen nu meissies die ik ken als zo, en hij houdt zijn hand zo,n beetje bij zijn middel vanaf de stoel, en die herkennen me nog, en nu komen ze met hun eigen kleintjes.
Jij moet niet de hele tijd Facebooken, zegt hij nu, je moet met iedereen gaan praten. Dat doe ik toch, zeg ik, ik zit hier op een stoel en iedereen komt langs. Maar ik heb al de polonaise gedaan. Nee, ik niet, zeg ik, ik ben een beetje lui, maar als er nog goede muziek komt, dan ga ik nog wel dansen. Daar hou ik mezelf aan. Tot zover. Misschien toch even lopend socialisen.