Het is raar om een redelijk vitale man die nog kan autorijden, voor je te zien en te weten dat dit ook zo om kan slaan. Het deed me natuurlijk denken aan het laatste half jaar van Moeder. Die werd wel steeds zwakker en schuifelde met een rollator.Bij haar kon het hart elk moment stoppen, maar daar zeiden we wel elke keer: 'Tot ziens!' En dan dacht je erbij: hopelijk van wel, tenminste bij het sterfbed en als ze in haar slaap sterft, dan is dat ook mooi.
Gek, en toen het gebeurde, zei ik de avond tevoren voor het eerst iets concreets. Ze had een detective gelezen, waarvan ze wilde dat ik die ook zou lezen: GRoTESK van Natsuo Kirino. Ik had het in één ruk uitgelezen. Voor haar ging het over het conflict tussen de Oosterse en Westerse cultuur. Een bekend thema van mijn ouders en daardoor ook voor mij.
Zij vond het allemaal afschuwelijk wat erin gebeurde, maar ik las juist dat zo goed begrijpelijk werd wat de motieven werden tot de wandaden. Moeder was die avond heel moe. 'We hebben het er morgen nog wel over', zei ik. We zouden een pannenkoek gaan eten op de Duivelsberg, een van de laatste plekken waar ze nog samen met Vader was geweest. Maar het is er nooit van gekomen, de volgende ochtend stierf ze.
Tot ziens: en zo zal dat blijven aan jouw eigen kant in gedachten en herinneringen. Maar de andere kan dat niet meer zo zeggen tegen jou... Ik zei nu: Sterkte. Omdat niemand weet hoe dat laatste eindje van die weg zal zijn, je leeft het leven van dag naar dag, misschien zelfs van uur naar uur en daarin kan het gewoon dus ook gezellig zijn. ‘Gezellig zijn’ een typisch Nederlands woord, toch graag tot bijna de laatste adem: laat het...