zondag 4 juli 2021

Sjakie en de chocoladefabriek en beeldtaal


In een boekenkastje van een huisje in het recreatiepark hiernaast, waar ik weleens vanuit het bos doorheen loop,  op weg naar het supermarktje dat ze er hebben, vond ik Sjakie en de chocoladefabriek van Roald Dahl met de tekeningen van Quentin Blake. Om de tekeningen nam ik het boekje mee, want ik ben dol op zijn tekenwijze: grappig, en toch weet hij iets van het juiste gevoel te raken van wat er verteld wordt. Een geweldige illustrator en Roald Dahl vond zelf ook dat hij zijn verhalen deed sprankelen.

Ik las dus nogmaals dit geweldige boek, dat ik al heb sinds de eerste uitgave en ik heb het ook nog als voorleesboek op de lagere school ingebracht waardoor mijn hele klas ermee kennis maakte. MAAR: ik vond de tekeningen ronduit slecht. Hoe vaak ik nu ook al gekeken heb, het komt mij voor dat Quentin Blake zich er deze keer gemakzuchtig vanaf heeft gemaakt, meedrijvend in de stroom van zijn stijl.

Maar ik sta vast alleen in deze opinie, want dit blijkt tot en met nu, al jaren vanaf 1995, de uitgave te zijn, hoe het boek verkrijgbaar is, ik zag het nu ook staan in de boekhandel Nawijn &Polak. Tijdens het lezen zag ik tot in detail de illustraties van mijn boek, dat zijn realistische tekeningen: het gezicht van Sjakie en zijn opa, Willy Wonka zelf: ze zijn als foto’s voor mij. De illustraties zijn van Faith Jacques en het enige wat ik ervan wist, was dat zij de Oempa-Loempa’s, de donkerbruine mensjes die wonen en werken in de chocoladefabriek, later wit  heeft gemaakt,  want het zou racistisch zijn.

Enig onderzoek leert mij dat zij de eerste illustrator was van het boek in Engeland, maar vóór haar is er kennelijk een Amerikaanse versie uitgekomen met tekeningen van Joseph Schlindelman: op YouTube is er een filmpje waar hij daar aanstekelijk over vertelt. 

Dié tekeningen zou ik wel willen zien, ook die van hem zien er realistisch uit. Hoe zouden die afwijken van die van Faith Jacques, ofwel: in welke mate heeft zij zich weer gebaseerd op hem? En hoe zouden de Oompa-Loompa’s er bij hem dan uitzien? Bij Quentin Blake zijn het springerige witte mensjes geworden met rechtopstaand piekhaar.

Ik zoek op Boekwinkeltje naar de Amerikaanse uitgave en lijk die gevonden te hebben, gezien de kaft. Ik stel een vraag aan de verkoper wie de illustrator is en krijg meteen antwoord, leuk is dat, hij heet Michael Foreman. Er is dus nóg een illustrator geweest vanaf 1985. Nu twijfel ik of ik dat boekje alsnog zal aanschaffen. Ik zou nu alle beeldtaal van het boek wel willen zien. Want er zijn ook twee films gemaakt die ik ook ken: in de eerste speelt Gene Wilder Willy Wonka en ik herinner mij hem veel te oud te vinden en de Oempa-Loempa’s zijn oranje en hebben groen haar en hebben gekke broekjes aan. In de tweede is Johny Depp Willie Wonka, dat paste beter, al was hij misschien iets te vilein. De oempa-loempa’s werden gespeeld door één acteur, die digitaal vermenigvuldigd werd: hij is duidelijk Indiaas, dus roombruinig van kleur.

Al met al is die hele verbeelding van de Oempa-Loempa’s dus een vroege versie van onze Zwarte Pieten-discussie. Worden hier slaafjes tentoongesteld, zoals Zwarte Piet een knecht zou zijn? Ik vind het dus zo’n onzin. Er wordt juist zo overtuigend verteld dat zij met hun hele volk vrijwillig naar de grote ondergrondse fabriek zijn gekomen en in een paradijs zijn beland want ze zijn dol op chocolade en ze zijn muzikaal en hyperintelligent: hele bladzijden zijn gewijd aan de lange liedjes die ze meteen zingen over de vervelende, akelige kinderen die door hun eigen schuld moeten worden afgevoerd en opgelapt. 

Quentin Blake heeft na deze hele beeldgeschiedenis, een soort van schetsjes gemaakt, zo lijkt het. Ik vraag mij af in welke mate het boek tot leven was gekomen bij mij, zonder de tekeningen van Faith Jacques. De huidige generatie kinderen heeft waarschijnlijk allang ook al de films gezien. Misschien onderschat ik het fenomeen van de Verbeeldingskracht. De eerste illustrator deed het ook alleen maar met de woorden. Maar voor mij was Sjakie en de Chocoladefabriek vanaf het begin af aan ook een soort van ‘graphic novel’.