Nu bedenk ik me, dat ze dat waarschijnlijk van haar moeder afgekeken had, want zij hadden een grote moestuin naast de boerderij en andijvie groeit als…kool, zeggen ze dan. Ik ben verbaasd dat er elke dag nieuwe verse grote bladeren zijn, net zoals bij de pluksla en ik moét er wat mee, want ik heb ze te dicht op elkaar geplant, ik kan ze niet laten uitgroeien tot heel grote kroppen. Maar misschien moet ik er eentje uitkiezen om dat daarmee wel te laten gebeuren, zodat ik de groeiwijze kan volgen.En dit is allemaal uit de zaadjes van Appie.
Hier in het bos is het concept ‘een grijze dag’ helemaal weggevallen. Er zijn zóveel tinten groen en zoveel vormen en als de regen er zachtjes op tikt maakt het de muziek van een tropisch regenwoud, zo voelt dat dan, als ik met de terrasdeuren wijd open vanuit binnen er ga zitten, met allerlei boekjes erbij; de gedichten van Louise Gluck, zo prachtig; over enigen zat ik te mijmeren dat ze dié wel mogen voorlezen bij mijn uitvaart. En ik ben begonnen om de Odyssee van Homerus te lezen, dat wil ik van kaft tot kaft doen, om alle bekende verhalen in de hele context te kunnen zien.
Of dat plan ooit afkomt, weet ik niet, want ik ben ook snel afgeleid. Er waren pakketten bezorgd, berichtte de receptie en die ga ik dan meteen halen: een ‘chill-mat’ van BoCamp,‘industriële’ vormgeving: dat idee was er ineens : om wat bedoeld is als buitenmat bij een grote tent, onder de luifel ofzo, neer te leggen in de kamer, met daarboven de al liggende kleedjes, voor de warmte in de winter, ter isolatie en nu voor de mooiigheid en de dikte, het comfort. Het is wel geslaagd en nu denk ik erover om hetzelfde met een ander print ook neer te leggen in het ‘studeer/tv/logeer-kamertje. Maar ik heb niet zo’n zin om daartoe de hele boekenkast uit te ruimen, om die op te kunnen tillen voor de mat.
Én er kwam een mooie ‘graphic novel’ binnen:, van mijn lievelings Japanse tekenaar en schrijver, de tekstjes zijn in het Duits, de Engelse uitgaven zijn véél duurder: Der Kartograph van Jiro Taniguchi. Een man telt elke dag zijn stappen, terwijl hij wandelt in het middeleeuwse Edo. Hij kijkt naar de sterren, vuurvliegjes, de kersenbloesem, ontmoet de jonge dichter Issa, vindt en passant een meetinstrument uit dat nauwkeuriger is dan zijn getelde stappen, want elke dag zijn het er een paar minder of meer. Dat hele tempo in dit boek, wat hij ziet, waar hij waarde aan hecht, de schijnbare herhalingen op elke dag, maar in een eindeloze variëteit: zijn wereld is helemaal de mijne.
O, ja: ik was het al bijna vergeten: het lukte mij voor het eerst om zowel de geiser als de kachel weer aan de praat te krijgen. Het gas was ervan af geweest, iemand bij de kantine had de leiding door gebroken: ‘heel lang de rode knop indrukken zodat al de lucht uit de leiding kan en dan aansteken’, zei iemand van de storingsdienst. ( ik weet dan nooit of je een bekende aan de telefoon hebt, maar hij klonk alsof hij me wel kende) ‘Oké, ik ga het proberen, maar zo niet dan bel ik terug’, reageerde ik. Dat was dus niet nodig: het scheelt bij mij alles als ik weet waarom ik iets doe, in plaats van ‘stom’ almaar knopjes indrukken, zonder resultaat, zoals eerder. Nu luisterde ik en ik meende het gas te horen suizen en begon toen de ontstekingsknop aan te klikken.
's Avonds slenterde de vos voorbij en at een oude boterham op het terras. Weer een dag voorbij van mijn leven… Ik luisterde en keek half naar de avondvullende programmering rondom André Hazes, die anders 70 jaar was geworden. Ik zag BN-ers ‘Een Beetje Verliefd’ becommentariëren: sommigen vonden dat helemaal niet kunnen, je bent het ofwel helemaal, of niet. Jamai zei lachend dat hij weleens op straat loopt en dan omkijkt en dan daarbij denkt: ik ben een beetje verliefd, geloof ik. Ik denk dat het een gevoel omschrijft van iets wat je gewaar wordt, zonder dat van jezelf te moeten beantwoorden met gerichte daadkracht. Zo kan ik wel zeggen dat ik voortdurend ‘een beetje verliefd’ ben op deze bosplek.