Gaandeweg wordt het onthuld: zij is eigenlijk de auteur van zijn oeuvre, de ghostwriter en dat begon al toen zij nog een studente was van hem en ze een prille relatie hebben. Hij vraagt haar commentaar op een verhaal. Ze zegt: 'De dialogen zijn houterig…het plot kan anders worden ingeleid…' Eerst wordt hij kwaad, zij smeekt hem dat ze het goed bedoelt. Hij laat het toch toe en het verhaal wordt juichend ontvangen. Nog veel later ontdek je door de flashbacks dat het niet alleen maar om suggesties en correcties gaat om het geheel te vervolmaken: zij schrijft alles, hij doet het huishouden en zorgt voor de kinderen en als er een onbalans en een ruzie is, dan weet hij het ook nog voor elkaar te krijgen, dat zij toch weer smelt, als hij boos zegt dat het voor hem een hele opgave is, om zo dienend te zijn. Ondertussen is de voedingsbodem van haar schrijven, zijn talrijke escapades met jongere minnaressen, het bedrog, de vernedering, de pijn. En dan barst de bom als hij tijdens de dagen van de prijsuitreiking in Zweden het ook weer wil aanleggen met een jonge fotografe, die de opdracht heeft hem overal te volgen en te begeleiden voor een omvangrijk artikel.
Het is dat gezicht van Glenn Close, waar zowel intense kracht als kwetsbaarheid uit straalt. Het lijkt haar specialiteit: een sterke vrouw spelen die tegelijk hunkert naar aandacht, maar dat heel goed verborgen weet te houden. In Fatal Atraction waarmee ze doorbrak, een vrouw die geen genoegen neemt, dat de andere, een getrouwde man, een hartstochtelijk vrijpartij af wil doen als een slippertje en uiteindelijk stopt ze het lievelingskonijn van zijn zoontje in een kokende pan met water op het fornuis. In Dangerous Liasons speelt ze met het verlangen van een oude minnaar en ze verliest zowel hun spel als hemzelf. En nu in The Wife , en overal die intense, broedende blik…
Die komt ergens diep bij mij binnen. Omdat ik er een ander thema in zie: het verlangen van elk mens om thuis te komen, ergens of bij iemand. Met alles wie je bent, ook met je zwakke en heel onvolmaakte kanten. En dat hoor ik prachtig en wee-makend gezongen in een duet van Tom Waits en Crystal Gayle, beide komend uit ook een ander spectrum in de muziekwereld van toen, in mijn pubertijd: Hij uit de rafelige kant van het leven, zwervend en in mijn fantasie vaak half dronken. Zij uit de gepolijste wereld van de Country-muziek, de nette voorspelbare kant van de samenleving. In dit duet komen die uitersten zó mooi bij elkaar. En ze zingen: Take Me Home.