Kan mildheid samengaan met stelligheid? Dit is de vraag die bij mij opkomt na de Zomergasten met Roxane van Iperen. Een avond vol vlijmscherpe analyses: hoe het individu in haar eentje geen systeem kan veranderen, kijk maar naar Michelle Obama die eerst de voedselindustrie wilde veranderen, maar ingekapseld werd en eindigde met bewegingsprogamma’s en sport voor de jeugd, kijk naar de jood uit het Sonderkommando die als overlever zegt over zichzelf geen mens meer te zijn, kijk naar Hanna Gadsby die er mee wil stoppen om grappen over zichzelf te maken, oprecht boos wordt in een conference, daarmee wel zorgt voor een gat in de loop en dus voor ongemak, Roxanne vond dat vernieuwend… Maar is het tegelijk toch ook zo dat humor voor mildheid kan zorgen en je ook getuige bent van iemand die haar eigen vak niet meer kan uitvoeren?…
En hoe zit het met de boodschapper die volgens van Iperen zelf geheel waarachtig moet zijn, want anders is het een leugen? Dus de zogenaamde priester in de film Corpus Christi die eigenlijk een crimineel is, kan de dorpelingen niet een stap verder laten zetten, maar tegelijk is het voor Roxanne wél mogelijk om je zelf iets eigen te maken, ongeacht de status van de zender, zoals bij de komiek Louis C.K. uit zijn show : O, my God, met een vond ik, fantastisch weergegeven innerlijke dialoog: je wilt het goede, maar denkt ook iets anders, die twee stemmen in je en dan wordt dat: Of course… but Maybe…Louis C.K. is zelf in opspraak gekomen met iets waarin hij zijn piemel naakt aan jongetjes wilde laten zien of de piemels van hen wilde zien, ofzo. Ik weet het even met opzet niet, want Roxanne van Iperen vindt in dit geval de persoonlijke integriteit van de zender niet van belang.
Er is tegelijk de stelligheid van wat niet deugt: ook Tic-Toc is alleen een verdienmodel van de high-tech, maar het is ook een communicatiemiddel tussen haar en haar kinderen die haar daarmee een spiegel kunnen voorhouden, zoals van een vrouw die door de telefoon koel en professioneel haar werk doet, en tegelijk een schoen door de kamer gooit, zoals dat ging in de lockdown-periode met thuiswerkende ouders en hun kinderen, maar de kijker mag eigenlijk niet écht lachen en opgaan in de luchtigheid ervan en niet even mild genieten van dat medium Tic-Toc, want eigenlijk worden we ermee gemanipuleerd…
Het blijkt dat Roxane zelf een onveilige jeugd heeft gehad en haar defensiemechanisme waarschijnlijk hard werken is: ze wilde er verder niks over kwijt, behalve dit en Janine Abbring moest er moeite voor doen om dit uit haar te peuren… en ik dacht oké: je missie is de stelligheid: het opsporen van systemen waar iedereen in vastzit, hoe slachtoffers tot daders worden gemaakt, hoe we als cavia’s in een doolhof lopen, waar we zelf niet de schotten kunnen verzetten, dus iedereen bijna dezelfde weg bewandelt waar we niet aan kunnen ontsnappen: alleen bedrijven zelf en op héél grote schaal kan het ooit beter en anders worden: zie het, onthul het en zeg het voort!
Maar stelligheid alleen, dat werkt niet, kun je ook denken. Er zijn zoveel mensen die kloppen, analyseren, actie voeren, lobbyen, maar de deuren worden niet open gedaan…Roxanne herhaalde tot twee keer toe, over de mildheid van Herman Finkers, hoe ‘cool’ zij het vond dat deze zei over de cabaretiers met de grove humor (voor Roxane kon het ook niet hard genoeg zijn): natuurlijk mag het…maar, wauw, je zoú jezelf ook eens kunnen vernieuwen…
Er was ook het prachtige dansfilmpje dat gelukkig op YouTube eindeloos beschikbaar is: We Will find it met de choreografie van Zoï Tatopoulis, waar de lichamen van mensen bijna dierlijk worden, want deze Zomergasten is er wél één waarvan je veel fragmenten en de analyses van Roxane van Iperen nogmaals zou willen bekijken door de tijd heen en niet de drie weken dat het beschikbaar is. Het was een klaterheldere waterval, waarin ik soms zou willen dat ik daarin een drijvende Roxane zou meemaken, met een stille glimlach op haar gezicht… Maar wellicht openbaarde deze zich wel in het allerlaatste wat ze liet zien. Ze sloot af met de trompettist Ibrahim Maalouf met Beirut: milde melancholie zonder woorden vulden uiteindelijk de ruimte.