donderdag 18 november 2021

New Delhi in smog. To Be Loved

Ergens in mijn tienerjaren droomde ik eenmaal: ik was in een stad vol mist, alles was grijs en er liepen en stommelden mensen. Achter een hek stonden een paar dieren in het grijze beton. Een kind kroop op mijn schoot en vroeg mij: Wat is een kleur? Is het echt zo dat er ooit vogels vlogen, en er bloemen bloeiden, was er helder water dat zomaar stroomde? Mijn ogen vulden zich met tranen omdat ik niet kon uitleggen hoe de wereld ooit was. Toen werd ik wakker, ik sprong op en schoof de rode gordijnen open: ik zag een blauwe lucht en de lichtgroene blaadjes van de berkenboom voor mijn raam. Mijn nog vochtige ogen huilden opnieuw: maar nu van opluchting dat deze wereld er nog zo was.

De droom heeft een blijvende invloed gehad in mijn leven: zó blij kunnen zijn om alle kleuren om mij heen en ik wilde geen auto leren rijden, alhoewel het een cadeautje van mijn ouders was als je de middelbare school had gehaald en niet rookte. Ik weigerde om auto te rijden omdat dit slecht voor het milieu zou zijn, maar tegelijk was dat toen toch ook nog iets abstracts: er was nog geen urgente klimaatcrisis, zoals nu. Deze droom komt nu weer in mij op omdat New Delhi nu in lockdown is. Niet om de Corona, maar om de smog en ik zag een foto, voor het eerst eigenlijk, van contouren van een stad in een grijze mist. In mijn droom heette dat toen nog geen smog: ik kende het woord niet, misschien bestond het ook nog niet? 

Toen ik in 2018, midden in december landde in New Delhi, laat op de avond en de groep opgehaald werd door de eerste Indiër die tot mij sprak, die ons met een bus naar het hotel zou brengen, was het eerste wat hij zei, dat het een goede en mooie dag was geweest omdat hij voor het eerst weer sinds héél lang echt had kunnen ademen. Ik dacht dat ik het verkeerd verstaan had of dat zijn Engels niet exact zo was, als wat hij wilde zeggen. Maar nu denk ik dus dat het gewoon was, wat het was: dat hij, net zoals nu, misschien een maand lang nauwelijks vrij heeft kunnen ademen door de smog…

Het is vreselijk dat het zo is en opnieuw heb ik het gevoel dat ik nu in Nederland in een paradijs leef…Vanochtend vroeg zag ik Adele een nieuw liedje zingen van haar album ‘30’ dat morgen uitkomt. Nu al alom bejubeld als haar beste, ze heeft een concert gegeven, ‘One Night Only’ in een zwarte diva-jurk op een prachtlocatie: in de bergen in het avondgloren bij het observatorium boven Hollywood en het schaarse publiek bestond ook uit sterren en haar negenjarig zoontje Angelo zag er zijn moeder voor het eerst zingen. Hopelijk heeft hij de omgekeerde ervaring dan het kind uit mijn droom: dat hij iets ongekends moois ervaart aan zijn moeder en niet de machteloze, kwade ogen van het kind dat mij aankeek, omdat ik niet kon uitleggen wat ik ooit gezien heb…

Het liedje vanochtend zong Adele gewoon op haar bank, thuis, zo leek het, met de begeleidende pianomuziek uit haar laptop ofzo, die dan tegelijk de camera was. ‘To Be Loved’ heet het liedje. Ik was geheel geraakt door de impact, misschien ook omdat dit het eerste was wat ik hoorde na mijn ontwaken, nog warm onder de dekens. Eerst was er gospel, waar de zanger als het ware boven zichzelf uitstijgt, ook omdat de geadresseerde ‘God’ is en de ziel in haar handen wordt gelegd. Adele  zingt ook een soort van gospel, maar dan zonder God. De inhoud is dezelfde: To Be Loved: het verlangen van een ieder en dan hopelijk ook door een natuurlijke wereld om je heen, die je koestert.