donderdag 31 maart 2022

Wonderlijk ochtendgesprekje

O! Wat verrassend om wakker te worden in een witte wereld. Gauw de ochtendkoffie opslokken, met cake en dan naar buiten, om nog alle sneeuw op de dunne takjes en twijgen te zien en als eerste je voetstappen te zetten op een wit bospad. Vers brood halen bij het supermarktje in het park hiernaast, dat sinds 19 maart weer open is.

Bij de kassa een wonderlijk gesprekje. Zij vertelt mij dat ze op het park woont en met haar man de eigenaar is van de winkel, gepacht, dus. In november zijn ze nog bezig de winkel schoon te maken voor de winterstop en dan gaan ze in december naar familie in Barcelona. Veel familiebezoek, uitgaan in de stad daar komt ze nauwelijks toe, haar zoon woont er. Dan zegt ze ineens: 'Jij doet mij herinneren aan mijn tante… Ze woont op een boerderij, niet met dieren maar met planten. In de bergen van Montserrat. Anderhalve week ga ik bij haar op bezoek. Zij is alleen, heeft geen man en geen kinderen… Zij is stil, grote persoonlijkheid, veel kracht… jij ook.’

Nou, gek hoor, ik had niks over mezelf verteld, alleen maar geluisterd en ze begon uit zichzelf te vertellen na mijn vraag, hoe ze de winterstop doorkomt, van oktober tot maart. Ze zit dan in haar chalet, met haar hond, en man natuurlijk, maar het mooiste moment vindt ze als ze 's ochtends vroeg wakker wordt, haar man slaapt nog. ‘Dan heb ik alles voor mezelf…  een kopje thee, ik kijk naar buiten en dan voelen, goed voelen, diep in je… dat is belangrijk… genoeg voor de hele dag, geeft…’ Ze roffelt met haar handen, als Tarzan op de borst. ‘Energie’, zeg ik. ‘Ja!’ knikt ze. Ze spreekt Nederlands in korte haperzinnen.  Ik kan niks anders zeggen: zo’n gesprekje geeft mij energie en maakt mij blij.

woensdag 30 maart 2022

Ook dieren komen en gaan

Goh. Je kunt je zo hechten aan dieren om je heen. Realiseer ik mij. Ik kreeg het bericht dat Sam, een van de twee poezen waarop ik pas als ik op de boerderij in Kranenburg ben, dood is. Ze hoorden vroeg in de ochtend een harde ‘Boem!’, bleek dat hij naast de tafel lag, nog warm. Sam kwam altijd meteen naar mij toe als ik arriveerde, deed een welkomstgroet en bleef ook altijd in mijn buurt, terwijl hij als schuwste van de twee bekend stond. Bah. Het is wel de mooiste dood als je mens bent, realiseer ik mij exact tegelijkertijd, alhoewel voor de omgeving wel heftig.

Ondertussen vier ik elke dag mijn leven, speciaal op mijn verjaardag, maar eigenlijk elke dag wel ben ik mij bewust dat alles zomaar kan eindigen; het geeft een soort urgentie aan alles, ik wil geen tijd verspillen. Gisteren fietste ik door een stille Hoge Veluwe waar de ochtendzon heel langzaam door de dichte wolken brak, naar het Openluchtmuseum. Daar bezocht ik allereerst mijn nieuwe ‘roots’: De Molukse barak, waar  hele families woonden in een kamer, op een oppervlakte van mijn huisje: drie stapelbedden aan de kant, in het midden een tafeltje met wat stoelen, een kachel aan de zijkant, de was die door de kamer hing en dan  gezamenlijke wc’s, een douche, een keuken. 

Mijn nieuwe roots: omdat er op dit terrein hier, ook zulke barakken hebben gestaan, ik kan mij nu nog beter voorstellen hoe voor de hoofdwegen hier,  het eerst het bos is weggehaald en dan aan weerszijden tussen de bomen deze barakken zijn gebouwd… Nee, de Molukken zijn niet mijn roots, integendeel, ik had een vader die nationalistisch voor Indonesia was en het had over de wrede indoctrinatie van Molukse kinderen. Maar er was een interview met één van de treinkapers in Drenthe, die hiervoor 9,5 jaar in de gevangenis heeft gezeten. Hij is in de barakken hier, groot gebracht: veel buitenspelen met andere kinderen hoort bij zijn dierbare herinneringen... En ik zag dat dit géén indoctrinatie is: dat is verlangen naar een écht thuis, notabene ook beloofd, in plaats van twintig jaar leven in een barak, waar alleen het matras waarop je slaapt van jou is. 

Een buurvrouw had afgelopen week een keer zeven everzwijnen rond haar huisje gezien en de andere keer twaalf, ze draven hier gewoon voorbij, zei ze. En ik werd wakker van gestommel en hoorde echt geknor naast mij. Dus ik sta op met een lantaarnlamp, loop mijn huiskamertje in, doe het lichtje weer uit, laat mijn ogen wennen aan het donker en staar naar buiten. In de hoop dus, om een rijtje everzwijnen voorbij te zien lopen. Dan zie ik ineens het absurde van deze poging: als ik ze eerst achter mijn huisje hoor schuifelen en knorren, dan zullen ze geen U-bocht maken om voor te verschijnen! 

Deze anekdote plopt en nu tussendoor omdat in mijn achterhoofd waarschijnlijk toch vooral die plotselinge dood van Sam, die niks mankeerde,  zit… En ja, gisteren brak ook de zon door en was het weer helemaal lente, waarvan ik op meerdere bankjes genoot in dat Openluchtmuseum. Uitzicht op Zaanse huisjes, een kruidentuin. Een roodborstje kwam heel dichtbij en bleef om mij heen huppen.

maandag 28 maart 2022

The Magic Fish. Beowulf

De meeste graphic novels die ik bestel komen de dag erop of anders binnen één tot drie weken. Dan stel ik me voor dat de eersten uit een magazijn in Nederland leverbaar zijn en dat die anderen dan elders besteld moeten worden. Nu zijn er tot nu toe twee, die er meer dan een half jaar over gedaan hebben, alvorens te arriveren. Tussendoor komt er dan telkens een bericht met de nieuw verwachte levertijd. Moet ik mij hierbij voorstellen, dat er ergens in het algoritme van het boek genoteerd is, dat deze ergens op de wereld nog bestaat, alleen weet men even niet waar, en daarom echt wel een weg zal afleggen naar mijn handen? 

De eerste is van een Vietnamese kunstenaar uit het enigszins alternatieve circuit:  The Magic Fish van Trung Le Nguyen. Het belang van taal, tekeningen en ‘het narratief’ dat betekenis geeft aan het leven: het zit allemaal in dit boek. Drie kleurensoorten worden gebruikt: rode-roze voor het heden, zandkleurig bruin voor het verleden, blauw-paarsachtig voor de sprookjes en verhalen die moeder en zoon aan elkaar voorlezen. 

Het is meteen ook een verhaal dat ook nu weer een nieuwe versie zal krijgen: Moeder is een Vietnamese vluchteling die op een bootje hiernaartoe is gekomen, onverwacht, omdat zijn vader die al opgesloten was in een kamp en bevrijd, een kans kreeg om direct te gaan. Ze moest haar oude moeder achterlaten. Haar zoon blijkt ‘gay’, maar dat woord bestaat niet in het Vietnamees en hij weet niet of hij ooit aan zijn moeder duidelijk kan maken wie hij is. En dan blijkt dat de sprookjes die ze aan elkaar voorlezen, hen uiteindelijk te kunnen verbinden, mengelingen van De Kleine Zeemeermin en Assepoester zijn erin terug te vinden. In beide het thema van transformatie, de vraag bij wie je hoort, wie je bent…

Moeder gaat halsoverkop terug naar haar geboortedorp, haar moeder ligt op sterven. Ze ontmoet daar haar oude tante en ze zegt: ‘My past and present selves speak two different languages. It feels like I died on that boat. And I’m still stuck in the middle of the oceaan’ En dan denk ik aan die miljoenen vluchtelingen nu: zoveel verscheurdheid… De eerste stroom kwam met hun huisdieren, kinderen krijgen nu online les van hun schooljuffrouw vanuit Oekraïne, wier huis weggebombardeerd is, vaders die vechten aan het front en dat heeft iets van een middeleeuwse ‘allure’, of zoals je het kent uit  The Lord of the Rings: één-op-één, nu mens tegen mens,  en tegelijk de angst dat het oog van Mordor uiteindelijk totaal vernietigend zal toeslaan.

Vorige week kwam Beowulf binnen, zo’n klassiek, episch lang gedicht uit ongeveer de 10e eeuw, over de strijd tegen een monster, waar je dan vaag wat van weet, maar waar je nooit aan toekomt om het te lezen. Totdat ik dus tekeningen zag van David Rubin, en de expressie en de dynamiek spatte ervan af. Dus dit leek me het moment om toch kennis te maken met Beowulf, dacht ik, heel lang voordat de oorlog in Oekraïne uitbrak. En nu lijkt het één op één werkelijkheid. Een monster dat verslagen moet worden met heel weinig middelen, gedreven door innerlijke kracht en noodzaak. En dat monster is veraf, buiten ons, maar kan ook  dichtbij zijn: in jezelf, de kaft toont dit. In de oorlog van Oekraïne lijkt voor een deel ook het lot van de westerse ziel besloten. Wie wint: het monsterlijke of het menselijke? 

vrijdag 25 maart 2022

Geloofssprong

Vroeger leerde ik dat in de theologiestudie: Dat er een Leap of Faith zou bestaan. Dit houdt in dat er enerzijds een rationele en weldenkende mens zou zijn, die het leven baseert op feiten, calculatie en aantoonbare bewijsvoering en onderzoek en dat er anderzijds als het ware een geloofsmens zou zijn. Wie zich christen wil noemen en onderdak wil krijgen bij de heilige katholieke moederkerk, maar ook bij haar vele afsplitsingen, die moet op een moment die geloofssprong maken: overgave aan wat niet zichtbaar en concreet  is, maar aan God. En wie en wat God is, dat vind je vervolgens terug in de geloofsbelijdenis.

En zo kan het gebeuren dat ook in deze tijd iemand als Stephen Sanders zich in het openbaar in allerlei gedachtekronkels begeeft, om die geloofsbelijdenis te beamen. Zijn intellectuele vrienden begrijpen hem niet meer, hij wordt weggestoten. Maar ook dat hoort op een vreemde wijze bij dat geloof: dat je offers moet brengen: Jezus is tenslotte ook aan het kruis genageld. Helaas, vanuit een ieder met een beetje intellectueel vermogen, kun je niks anders concluderen dat Stephen Sanders in een ‘fabeltjesfuik’, zoals Arjan Lubach dit woord verzon, is gezwommen, gelegitimeerd en van een basis voorzien door de theologie, die ooit een koninklijke positie had in het gebied van de wetenschap…

Is het nu dan een kwestie van of… of? Ofwel je bent een weldenkend mens ofwel je neemt die geloofssprong, waardoor je ‘andersoortig’ wordt en in eigen ogen en beleving, eindelijk een thuis vindt, troost, een echt zinvol en betekenisvol verband? Je zou bijna denken dat dit een reëel dilemma is. Totdat je je realiseert dat je alleen maar meegaat in een verhaal, ‘een narratief’ heet dat tegenwoordig, dat mensen zelf hebben verzonnen. Je creëert een fantasie, een droom en omdat die er dan ineens is, komen daar bijhorende vragen, problemen en acties die gedaan moeten worden bij.

Stel dus, dat er geen ‘geloofssprong’ is, wat is er dan wel? Dan ontstaat er een nieuw onontdekt terrein waar je stap voor stap op onderzoek gaat, hoe te wandelen op andersoortige terreinen, ook met hindernissen die telkens opnieuw eigen uitdagingen geven. En daarin moet je keuzes maken. Als ‘naastenliefde’, ‘zorg voor de armen en kwetsbaren’, kernwaarden zijn van de christelijke boodschap, dan is het nú in deze tijd, welhaast een morele plicht om afstand te doen van het instituut katholieke kerk, waar geen plek is voor deze waarden, getuige de uitsluiting van vrouwen, homoseksuelen en de wijze waarop dit instituut verbonden is aan macht, de Wereldbank etc. Niet voor niks kan de Paus wel vanaf zijn balkon in Vaticaanstad oproepen tot vrede, maar niet naar de grenzen van het Westen reizen om vluchtelingen daar te gaan troosten, want daarmee kiest hij als het ware partij, hij moet toch ook de banden met de Russisch orthodoxe kerk openhouden.

Deze tijd laat zien dat er ook wél een geloofssprong nodig is. Zelensky laat dat in zijn 'narratief' zien: geloof je in de overwinning van Oekraïne en daarmee ook in de overwinning van westerse waarden als vrijheid en democratie? Wat hebben we over voor dat geloof? Zelensky zegt dat zijn land doorgaat tot het wellicht heel bittere einde, hij vraagt steun van het westen. Dat deze geen no-fly zone kan  geven, dat is te begrijpen uit het oogpunt van escalatie. Maar het Westen kan wel besluiten om zelf ook een concreet offer te brengen: Nu Poetin wil dat de uitbetaling van geleverd gas en olie in roebels moet, zou het Westen kunnen zeggen: Oké, dan maar niet, en daar zullen we zelf zeer onder lijden, maar dat moet dan maar, voor ‘de goede zaak’. Dit is een geloofssprong: zonder de afloop te weten, neem je een sprong of een duik in onbekend water. 

Zo is het op wereldniveau, maar in het persoonlijke leven is het nét zo. Niet bang zijn voor afscheid en verlies, want naïef toedekken van wat in de grond niet juist is, dingen vergoelijken, wat krom is recht proberen te praten…  Dat kan niet. Dat gaat ten koste van eigen integriteit en waardigheid, het maakt je kleiner dan dat waartoe we uiteindelijk geroepen zijn (door wie? De ene noemt het God, de ander ‘het morele geweten’ of het menselijke bewustzijn): in vrede met elkaar leven met empathie en mededogen als verbindende knooppunten en die knoopjes zijn er om dagelijks te maken, zelfs als dat ook snijden en strijd betekent. Omdat je hoopt op een ommekeer.

Een cellist die speelt in een kapotgeschoten stad, een pianist die Chopin speelt te  midden van haar eigen woonkamer in puin, de violiste in de schuilkelder, dat meisje dat ‘Letting Go’ zingt en toen in een feestjurk het Oekraïens volkslied zong in een concertzaal vol lichtjes…  Er is geen één enkele geloofssprong naar een geloofsbelijdenis die je een toegangskaart en garantie verschaft naar een blijvend thuis: er zijn de hele dag talloze geloofssprongetjes te maken, die een caleidoscopische waaier geven, waar je in fragmenten soms géén thuis vindt, integendeel. Maar soms ook zal er een kleurig patroon ontstaan tussen mensen en soms kun je daar zelf mee gestalte aan geven. Een wereld waar even alles klopt; eindelijk thuis, op je bestemming gekomen, even een wereld van verbinding en vrede.

woensdag 23 maart 2022

Lente-activiteit; citroenvlinder

Dit zijn natuurlijk geweldige dagen: om in de ochtendvroegte, met het dauw nog op het gras, buiten te kunnen ontbijten, terwijl de vogeltjes steeds harder van zich laten horen. De diepte en hoogte van dat geluid, de variatie aan deuntjes, dat het overal om je heen weerklinkt: Zo heel anders dan die enkele mussenkolonie op het dak van mijn stadhuis. En dan de warmte van de zon op je huid…  heerlijk.

Gisteren, liggend op het bankje in de zon, kwam ik op het idee, om ook de overgebleven dennentakken, die nog in het achtertuintje bij de buren liggen, van de storm uit de hoge dennenboom, te gaan gebruiken als natuurlijk schuttingsmateriaal aan de voorkant. Daartoe knipte ik eerst al de groene dennenaald-takjes weg en daarna plaatste ik de kronkelende takken in de laurierkers-struikjes. En dan met ijzerdraad het aan elkaar bevestigen. Dat voelde als oeroude handelingen: want zo heb ik ook de gehele schutting aan de zijkant van mijn stadsachtertuin in de loop van vele jaren opgebouwd. Uit restmateriaal van snoeiwerk, voornamelijk  bamboe.

Dan is er weer een cyclus doorlopen: want onderwijl kwam er een bericht van mijn huisgenoot, dat de woningbouwvereniging langs was geweest en vond dat na het broedseizoen de bruidssluier aan de zijkant wel moest worden uitgedund. Aan de ene kant opbouw en ergens anders weer inperking… Je kunt er niet omheen dat het in het leven altijd weer een komen en gaan is.

Er daalde een dagpauwoogvlinder op mijn knie, de eerste die ik hier zie, en die voor mij aan Moeder is gekoppeld, omdat die op de dag van haar uitvaart ook neerstreek, binnen in mijn slaapkamer en daarna weer, op cruciale momenten, zoals haar verjaardag. Was het nu weer zo’n speciaal moment? Bij mijn weten niet. Toen fladderde er ook ineens een grote gele citroenvlinder, die heb ik in al geen jaren gezien. Ik dacht aan Broer. Ik kwam in de eerste klassen van de middelbare school vaak bij een gezin die in de citroenvlinderstraat woonde,  bevriend met M. met meerdere broers om haar heen.

Één van die broers leerde mij Simon en Garfunkel kennen. Die twee liederen in het begin van de gelijknamige albums: Sound of Silence en Bridge over Trouble Water… Ze passen bij deze tijd. Door die broer heb ik waarschijnlijk het overgenomen, denk ik nu, om muziek weer vanzelfsprekend  met mijn broer te delen. Citroenvlinder: hopen op verzachting en verzoening hoe onbereikbaar dat soms ook lijkt, hoe machteloos je je soms kunt voelen, terwijl je dat zou willen kunnen: Like a bridge over troubled water, I will lay me down. Citroenvlinder, die zich hier ergens heeft genesteld: verlangen naar metamorfose.

maandag 21 maart 2022

I got life


Vanavond kan ik voor de tweede keer eten van de resten van het kleine buffetje dat ik voor de boekenclub gemaakt had. Na een wandeling over de hei in de late middagzon, begon meteen het smikkelen en dat ging door tot het einde, toen als laatste de tiramisu naar binnen werd gewerkt. In de tussentijd, vóór het opdienen van het kastanje-champignonsoepje  deden H. en I. nog een workshopje, waarvan te voren over de mail werd opgedragen dat de rest, B. en ik, wél mee moesten doen en dat het met zingen te maken had.

Nou, zingen is een hartstochtelijke wens van mij, om dat te kunnen, maar ik kán het niet. Ik veroorzaak chaos en dat anderen uit de toon raken. Dat was toch bekend? Toen we alweer bijna vijf jaar geleden een liedje gingen zingen voor B. die toen 55 jaar werd, op een tekst die ik gemaakt had op het liedje Fifty Ways to Leave your Lover van Paul Simon, moest ik uiteindelijk toch maar mijn mond houden en met gebarentaal en uitbeelding bijdragen aan de feestvreugde.

Maar nu zou het oké zijn, als ik meezong en ja, het was bijzonder om in deze tijden juist dit liedje eerst te beluisteren, was de bedoeling, maar waar iedereen als spontaan al meezong en toen nóg een tweede keer, bij kaarsen en het licht van het computerscherm: Ain’t got no, I got life van Nina Simone. Als toegift, op aanvraag,  bekeken en luisterden we naar Missisippi Burning, uit het begin van haar carrière, waar ze uit haar tenen met zoveel kracht en verzet zingt over de segregatie in haar land. Zij heeft een opleiding tot klassieke pianist gehad en bleek daarna in het witte Amerika niet aan de bak te kunnen komen.

Verzet, trauma, pijn, het is helaas van alle tijden. Levenslust en levensmoed ook. Dat lees je ook in alle literatuur  die wij in de loop van al zoveel jaar tot ons hebben genomen, onderwerp van veel gedachtegangen en discussies.  Het was weer een gedenkwaardige  boekenclub.

vrijdag 18 maart 2022

Niets is waar en alles is mogelijk

Gisteren was het een dag met contrasten, die gelijk opliepen met het weer. De dag begon bewolkt en een beetje koud en ik besloot boodschappen te gaan doen en ook even te snuffelen in de kringloopwinkel, dat is twaalf kilometer verder op de fiets. Ik heb nu een kleine diepvries in mijn schuurtje, weer zomaar uit de lucht komen vallen. We aten met de familie in het restaurant hier, ik zei dat ik weleens een  diepvriesvakje miste in mijn koelkastje, E. de buurvrouw hierachter bediende, een baantje dat ze ooit scoorde en waar ze veel lol aan beleeft, en die zei: 'Hoor ik diepvries? Ik heb er binnenkort wel eentje voor je, want ik neem de grote diepvries van S. over!’. Zodoende.

Ik had niks in huis voor een diepvriesje, met drie laden, zo bleek, en het eerst wat ik wilde is ijsklontjes maken, dat had ik actief gemist, ijsklontjes in je mond zijn een soort van snoepjes, ik hou van die koele, frisse  tinteling. Ik vond een zakje waarin de mogelijkheid om zes ijslollies te maken, dat vond ik ook altijd zoiets geinigs, maar dat paste nooit in mijn klein diepvriesvakje en ook een plastic bakje waar je ijsklontjes in de vorm van kleine flesjes kunt maken.

De zon begon te schijnen, gauw naar huis, ik heb ijslollies gemaakt met limonadesiroop met passievruchtensmaak, die ik vandaag ga uit proberen. En toen las ik in de zon het boek Niets is waar en alles is mogelijk; Het surrealistische hart van het nieuwe Rusland (2014) van Peter Pomerantsev uit. Hij heeft Russisch bloed, maar is opgegroeid in Londen, waarvan ik door het boek nog beter een besef kreeg dat dit voor rijke Russen een soort van buitenwijk van Moskou is, met acht vluchten per dag, gewoon op-en-neer wippen is de praktijk.

Hij heeft een opleiding tot film en programmamaker en ontdekt tot zijn verbazing dat alle deuren bij de Russische staatstelevisie wagenwijd openstaan. Waar hij hier moeizaam zich een weg omhoog had moeten promoveren, kon hij daar, met de toverwoorden ‘ Westerse opleiding en Londen’ meteen programma’s op prime-time maken en werden programma-ideeën met open armen ontvangen en kreeg hij zomaar een dubbele opslag op zijn salaris, zelfs nog voordat er iets van was uitgezonden. Alles wat Westers is, is geweldig, maar gaandeweg ontdekt hij dat dit alleen maar zo is om aan de buitenkant een gigantische camouflage op te trekken. Niet alleen de Russen, maar het gehele Westen is daar in getrapt, blijkt nu. Ik begreep ineens waarom mediatycoon Derek Sauer, nu gevlucht naar Nederland daar een goed leven had en zijn gezin daar groot heeft gebracht.

Veel geld,  veel privileges, mooie huizen, reisgelegenheid enzovoort is waarmee de paarden gaan rennen, hoe kun je dat afslaan zo’n leven waar je waarschijnlijk nooit aan toe was gekomen in het Westen? Voor deze Peter dus het leven à la John de Mol. Hij ontdekt dat alle wijzen van leven in Moskou mogelijk zijn, want Russen zijn het gewend om met meerdere persoonlijkheden tegelijk te leven, moeiteloos switchend en ook in de bouw van Moskou is dat terug te vinden omdat er woonwijken zijn met, zeg een Parijs of een middeleeuws of een barok aanzien, alle smaken zijn mogelijk, er is ook een bubbel met transgenders, een homoscene, zeer avant-garde intellectuelen en bohemiens en daar mag hij zelfs verslag van doen op de tv, mits er de subtiele saus omheen zit, dat dit ook verwerpelijk en in de grond staatsgevaarlijk is… maar dat is er op het allerlaatst door een redacteur in de ‘onderste regionen ‘, dan aan toegevoegd 

En zo geldt dat voor alle programma’s die hij maakt, veelal van al bestaande westerse formats. Tot zijn verbazing slaat ‘Hello Goodbye’, in Nederland gepresenteerd door Joris Linssen , waar mensen bij de ontvangsthal gevraagd wordt wie zij ophalen, niet aan omdat de Russen denken dat dit gemanipuleerd en onecht is! Dat was het maar een beetje in de keuze van wie wel en niet, het criterium was dat het vooral vrolijk moest zijn, maar lang niet zo erg als in al die andere programma’s waar Poetin en de staat onzichtbaar en dus onbewust voor de kijkers, een wereld voortoverden, waar het in Rusland het beste is om te toeven en het Westen de vernieler van waarden is. En het gáát ergens om in veel programma’s: de diepte, de schoonheid, de passie van de Russische ziel, waar getormenteerd zijn je ook sterk en waarachtig maakt.

Ik dacht aan de film The Truman Show, waar hoofdrolspeler Jim Carrey ontdekt dat zijn hele leven in scène is gezet. Zó geldt dit dus voor de hele Russische bevolking: Poetin heeft in het begin van zijn regime al het gigantisch belang van de tv gezien. Dat las ik dus in de zon op mijn bankje, afgewisseld met het nieuws over de oorlog bij CNN…  Het deed  mij hardop zuchten… De dag eindigde met een heel bijzondere lucht: de ene helft was oranje, de andere blauw en daardoorheen kwam er een volle maan op, een speciale weersomstandigheid leerde de weervrouw mij op het NOS-journaal dat ik mag geloven, hier geen subtiele manipulaties en machinaties, daar ga ik vanuit. Maar net als in de film The Matrix, het beeld dat ook in het boek wordt gebruikt, wie zegt mij dat het niet waar is en waarom zou ik iets anders geloven? Zo denkt dus de gemiddelde Rus.

De hemel had dus twee kleuren en laat op de avond nam ik een heel bakje met ijsklontjes-flesjes tot mij, gemengd met nep-Baileys. Water wordt ijs, ijsflesjes worden weer water, het werd nacht en het werd ochtend, het begin van weer een nieuwe dag, ik sta op. 

woensdag 16 maart 2022

Saharazand

Wat een vreemd, vreemd licht gaf dat door alle ramen van het boshuisje: dat Saharazand, oranje-bruinachtig en de kale bomen lieten in die waas veel beter al die kleine twijgen en takjes zien. Ik dacht aan het licht bij die gedeeltelijke zonsverduistering al veel meer dan twintig jaar geleden, moet dat zijn geweest, we zaten in onze achtertuin met een vriendin en prikten in een gebakje op het hoogtepunt, het donkerste moment op die dag. De vogels leken even te stoppen met fluiten en toen begonnen ze weer. Hier waren de vogels ook niet te horen. Een dikke merel hupte moederziel  alleen, wat verdwaasd, in het gras.

Het is als een tijd tussen alles in, ook een beetje dreigend en somber, als het vagevuur. Niet meer in de levende wereld, op weg tussen de hel en de hemel, ‘een sinister sfeertje’ zegt de weerman in het NOS-journaal. Zoals deze tijd dus, waar Zelensky het congres in Amerika toesprak en net als gisteren bij de Canadezen een staande ovatie kreeg. Ik vermoed dat zijn vrouw, die scenarioschrijfster is, meeschrijft aan zijn toespraken. Hij refereert aan de Twin Towers, aan Shakespeare, aan ‘I have a dream’ van Martin Luther King en zegt: I have a need. Hij richt zich rechtstreeks naar het geweten en het hart, en hij richt zich ook naar Russische burgers in korte filmpjes waarvan bekend is dat deze het Russische internet bereiken. Je zou denken dat hij de informatie-oorlog gewonnen heeft, hij heerst, Poetin is een paria geworden en van het wereldtoneel verdreven.

Mijn dag begon met het bericht dat het voor S. nog erger was geweest dan ik zat te bedenken, S. die voor het laatste wakker werd op haar plek in het bos om half acht van graafmachines die de dikke coniferen al aan het losscheuren waren. In haar nachtjapon vroeg ze of ze nog kon douchen. En dat terwijl ze nog van plan was om die ochtend de plek nog een beetje schoon achter te laten, dat leek haar wel zo netjes, al had E. een buurvrouw hierachter en die dit mij vertelde, al gezegd dat dit écht niet nodig was. Ze had dus haar vege lijf nog kunnen redden door op het einde bij haar koffie te drinken en  het was dus ook niet meer nodig om de laatste dingen samen naar de vuilnisbelt te brengen, zoals het plan was. 

Zó kan dat gaan, je wilt je menselijke wereld goed achterlaten, maar voor de ander is het al vuilnis geworden, niks meer waard.  Het was een foutje, had ze later gehoord, en als bewijs had F. haar het app-verkeer laten zien: dat hij écht gemeld had, dat ze pas na 1 uur mochten beginnen. Daar heb je wat aan, op je laatste ochtend. S. was zo boos geweest, van een rustig afscheid was dus niks gekomen.

En vandaag bestaat de oorlog  niet in Nederland, het is namelijk Stemdag. En ik heb voor het eerst niet gestemd en vind dat nu even helemaal geen punt. Hoe de werkelijkheid je steeds opnieuw zand in de ogen strooit. Hoe je aandacht gekneed en gedraaid wordt. Voor mij is dit een onwerkelijk licht, deze nieuwsgaring, waarin ik het vandaag spannend zou moeten vinden, wie nu landelijk de grootste partij wordt.  Maar de beelden van al dat geweld, leed en onmacht laten mij vandaag niet los en dat wil ik ook zo.

dinsdag 15 maart 2022

Post uit Rusland

Vandaag las ik het boek Post uit Rusland 1972-2020 van Laura Starink. Van haar las ik eerder De Russische Kater, op 23 okt 2008 besteedde ik er een blogje aan. Daar blijkt al dat het Westen weinig aandacht heeft voor Rusland en vraag ik mij af: Stél, ook de titel van het blogje, dat Rusland nou eens Europa zou binnenvallen, wat is dan echt van waarde? Ik lees haar nu omdat ik een behoefte heb om iets te begrijpen van de sentimenten en gedachten die zowel Oekraïne als Rusland nu bezighouden en waar ze beide vandaan komen.

Enige dingen die ik nu denk: de patriottische strijdlust en het door willen gaan zonder op te geven, wat Zelensky nu zo laat zien en waar hij zijn landgenoten toe oproept, een eensgezinde hartstocht voor de eigen natie,  is tegelijk ook een deel van de Russische geest. Exact aan de andere kant houdt Poetin al 20 jaar vol dat Oekraïne een deel is van het machtige, glorierijke Rusland. Ik hoop dat Poetin dit herkent, waardoor hij uiteindelijk Zelensky wil ontmoeten. Alleen dat al zou een stap voorwaarts zijn, want tot nu toe vond hij Zelensky een clown en een neo-nazist.

Ik lees dat uit sociologisch onderzoek is gebleken dat meer dan 90 procent van de Russen er geen vertrouwen in heeft dat de staat voor hen zorgt. Hun strategie was altijd: zo onzichtbaar mogelijk zijn, je eigen gang gaan, niet boven het maaiveld uit. Hierdoor zijn er in Rusland in feite twee systemen: die van het Kremlin, het staatsbureau, de officiële lijn en een ander circuit dat een uitgelezen netwerk heeft waar via ruilhandel in goederen en diensten de gewone burger zich staande houdt en het ook redt. Er zijn geluiden dat Poetin nog een dragelijke leider is, dat het allemaal veel slechter kan worden. Het maakt voor mij begrijpelijk waarom er tot nu toe weinig publiekelijk verzet is. En kijk naar die redacteur die op de  Staats-tv live zich heeft geuit: haar advocaat zegt dat zij nu spoorloos is… 

Dat is de praktijk in Rusland: schijnprocessen, waar de rechterlijke ‘macht’ alleen uitvoert wat er wordt opgedragen en dat doet omdat er eigenlijk geen keuze is. Ook de intellectuelen konden best wel kritische boeken schrijven en bijeenkomsten houden, maar ze zien zelf dat dit ook komt door een simpele calculatie: die club is te klein voor werkelijke invloed: de 280 miljoen Russen moeten vooral middels de staats-tv onder controle worden gehouden en beïnvloedt. Zelfs als Poetin in het land zelf ‘op tournee’ is, dan ziet het geoefend oog dat er constant dezelfde groep acteurs voor affirmerend publiek speelt, met pruiken en al: als visser, als boer enzovoort. 

Het hedendaags Moskou ziet er nu hip en trendy uit, alles is er te koop, te eten, te doen, maar het is ook schone schijn. De Rus leeft met het bewustzijn dat er voortdurend een knuppel boven haar hoofd hangt en dat niemand ooit weet waar de klappen zullen vallen en je doodgeknuppeld kan worden. Wie te kritisch wordt en een gevaar kan zijn… Laura Starink bericht over de vele vergiftigingen, ‘ongevallen’, mensen die ineens van corruptie, pedofilie, verduistering, drugscriminaliteit, banden met de maffia beticht worden en in kampen terecht komen. En van sommigen weten wij dat ook, zoals Navalny, de bandleden van Pussy Riot… Is dit dan het westers individualisme, gedreven door het kapitalisme en gewin, dat , tot deze oorlog uitbrak, het westen zichzelf zo’n beetje in slaap heeft gesust? En o, ja Kiev/Kyiv was al een bloeiende culturele stad, de bakermat van Rusland, toen Moskou nog in de modder stond en aan houthandel deed.

Ze besteedt  ook een hoofdstuk als een soort ode aan haar Russische vrienden, die ze dus al vanaf haar eigen studententijd in het toenmalig Leningrad kent. Tot diep in de nacht drank, slaapplekken, voedsel met elkaar delen. Het bomen opzetten en de felle discussies over een betere wereld deden mij denken aan mijn eigen studententijd… Het ergste wat ze kan horen, maar wat wel altijd gebeurde , is, dat ze de ‘Russische ziel’ niet begrijpt en dat het westen zó arrogant is…

Ik typ ondertussen in het donker, buiten op het bankje, terwijl een bijna volle maan opstijgt achter het silhouet van een dennenboom en er fluiten nog steeds vogels om mij heen. Ik hoop, wie niet?,  op een soort van ondergrondse aardverschuiving, dat die nu gaande is, waar bombardementen en bloedvergieten toch zullen stoppen omdat het Rusland waar Poetin nu de leider van is, toch geen broederenmoord wil, omdat dit de eigen geschiedenis zou besmeuren. Dat beide toch zoeken naar een elegante way-out. En nu heeft de laatste vogel gefloten en is het hier stil. Ik ga naar binnen. ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’ (?)

maandag 14 maart 2022

Alles weg

Ik liep terug van een late middagwandeling en besloot even langs de plek van  S.  te lopen. ‘Nee!’ zei ik hardop, ‘dat kan niet…’ Alles weg. De dikke hagen die er jaren over hebben gedaan om daar te groeien, verdwenen. De hele caravan, het serre-achtige schuurtje waar ze zo graag ontbeet,  nadat ze de krant had opgehaald: geen plank is er meer van over, de grond was zelfs al wat geëgaliseerd met een nieuwe laag zand. De veranda om de caravan , het opbergschuurtje: er is niks meer. 

Ik viste nog twee halfronde zwarte rubberen deurmatjes uit de grond: de ene lag op het terras, voor de trapjes naar boven, de andere bij haar voordeur. Ik dacht: stel dat ze op de snelweg was en dan dacht ik ben nog iets vergeten en dat ze dan omdraait en terug komt en dan ziet dat alles al weggeschept wordt, ik hoop het niet. Ze moeten met groot materieel erop uitgetrokken zijn, meteen. En die ene dichtregel van Lucebert is dan weer helemaal reëel: Alles van waarde is weerloos

Alsof dat niet al 19 dagen zo zichtbaar is. Hoe het westen toekijkt, die foto die zo fotogeniek is van een donkere grijze omgeving in puin met lichtgele gevels waarin vierkant kapotte lege ramen, staketsels van dunne bomen en een zwangere vrouw op een brancard die weggedragen wordt door vijf mannen op een rood-roze aardbeienkleed met groen aan de bovenkant waarop ze ligt… Het is toch vreselijk, dat zo’n foto daarom de wereld over gaat, omdat het zo’n beeldend plaatje is. En nu blijkt dat moeder en baby zijn gestorven. 

Ik denk steeds aan het begin van de mobiele telefoon, aan dat bericht dat er een bergbeklimmer vast zat op grote hoogte in de sneeuw op de Mount Everest, een reddingsactie was niet mogelijk, de plek was onbereikbaar en de geliefde was onder in het kamp. Ze konden wel bellen met elkaar en zij hoorde dus dat hij zijn laatste adem uitblies. 

Ik kom er zelf niet toe om nu dingen te ondernemen of iets te plannen, buiten mijn plek hier, en de rust van het bos. Wat er gebeurt in de wereld… Hoe kun je dat nog omhullen met zachtheid…? Ik weet het niet. 


zondag 13 maart 2022

Sag mir wo die Blumen sind

Ik heb haar net een doos bonbonnetjes gegeven. S. die haar rondje met de hond liep en morgen om 1 uur de sleutels in moet leveren. Na 38 jaar en niet omdat ze dit zelf wil. ’Het is nog zo onwerkelijk’, zei ze. ‘De eerste dagen zal het nog gewoon lijken, maar dan… Ik weet het niet hoe ik me dan zal gaan voelen.’ Ik vroeg haar of ze niet in huisjes van anderen terecht kon, maar dat wilde ze niet, met haar hond en haar kat. Ze wilde wel op één dag op-en-neer gaan vanuit Opdam. ‘Dus ik blijf gewoon mijn rondjes lopen.’ En nu denk ik: hoé dan? Er is geen rondje meer, geen plek van aankomst en vertrek…Zij was de enige die ik hier de vorige winter minstens een keer per dag voorbij zag lopen, haar hondje uitlaten, en nu weet ik dus dat het voor haar de eerste winter was dat ze weduwe was. En dat dit haar zó goed bevallen was: hier in het bos in de caravan.

‘Onwerkelijk’, dat is het woord van deze tijd. In Dresden, voor de Frauenkirche zong een heel plein: ‘Sag mir wo die Blumen sind’ en ik dacht: OK, Dresden was een smeulende puinhoop, maar de Frauenkirche is steen voor steen weer opgebouwd. Maar dan neem ik een voorschot op een tijd die er nog helemaal niet is, want niemand weet wanneer en hoe deze oorlog eindigt. In de berichtgeving zag ik al dat het de ‘Oekraïense crisis’ werd genoemd. Daarin zit dus alweer besloten dat het iets is wat ons in feite niet aangaat. In Oekraïne zelf gaat de bekendste popster langs alle brandhaarden en zingt, evenals een operakoor voor het operagebouw in Odessa, waarvan men bang is dat het gebombardeerd zal worden. Zij zingen en vechten, en wij?… 

Op het Jeugdjournaal een meisje van wie de moeder Oekraïens is en de vader een Rus. Zij zond hem een filmpje van zichzelf, lopend op straat met het geluid van knallen en schieten om haar heen. Maar haar vader gelooft niet dat het oorlog is en appte dat het de Oekraïners zijn die propaganda maken en met opzet dingen laten knallen, er is niks aan de hand. Hoe moet dat, als je jouw eigen dochter niet gelooft? Hoe moet het als een heel land van jongs af aan in een alternatieve werkelijkheid leeft? Zij heeft hem nu geblokkeerd en hoopt alleen dat het snel voorbij is. Dan zal zij hem weer foto’s sturen van vrede en  als hij het dan nog niet gelooft, zal ze hem weer blokkeren. Alles is onwerkelijk en je neemt een voorschot op de hoop…

‘Morgen heb ik wel aan E. gevraagd om foto’s te nemen van mijn vertrek’, zei S. ‘Dinsdag komen ze vast al alle heggen en zo weghalen. Anders kan ik het me straks niet voorstellen. Ik ben niks anders gewend. Maar je ziet me terug hoor, ik blijf mijn rondjes lopen’, herhaalde ze weer.  Ik zei haar dat ik zelf wie weet in de toekomst er ook niet altijd zal zijn en dat ze dan best in mijn huisje mag. Ze is straks toch een soort vluchteling, maar ze weet het nog niet… Hopelijk komen er in de toekomst antwoorden uit verschillende huisjes, als zij gaat vragen waar de bloemen zijn: hier, hier, hier…

vrijdag 11 maart 2022

Wat wil Rusland?

Vandaag begrijp ik iets beter wat het Russisch perspectief is op de oorlog, die zij zelf niet zo noemen, door het boek van Hester de Boer, onderzoeksjournalist en fotograaf, die sinds 2009 reizen door Rusland maakt en in 2015 genomineerd was voor de European Press Prize. Het boek dat ik las is: Onderdrukt door de verlosser, Een zoektocht naar Stalins erfenis in het Rusland van nu. In 2015 en 2016 reisde zij twee keer drie maanden door Rusland op belangrijke plekken waar het stalinisme vorm heeft gekregen, zoals naar goelag-kampen, En ze sprak er met veel Russen van heel kritisch, intellectueel, het volk, heel oud en de nieuwe generatie. 

Het blijkt dat de kinderen op school leren dat het door Stalin komt dat er een einde aan de Tweede Wereldoorlog is gekomen, die in Rusland het einde van ‘De Patriottische Oorlog’ van 1941-1945 heet en de ‘Dag van de Overwinning’ op 9 mei, toen het Duitse capitulatie document in Moskou werd afgeleverd en de USSR dus nazi-Duitsland heeft verslagen, is de belangrijkste nationale feestdag. Men vindt het Westen dus ondankbaar omdat zonder hen we nu onder het Duitse nazistische juk hadden geleefd. Bovendien was het westen en met name Amerika nooit geïnteresseerd in een democratie in de Sovjet Unie, want Europa en zelfs de Duitsers kregen na de oorlog wel financiële steun van Amerika via het Marshallplan, en zij niet.

Poetin heeft na 2012 steeds meer de duimschroeven weer aangedraaid in Rusland en men zag tegelijkertijd dat de invloed van het Westen, de westerse agressie in hun ogen,  steeds groter werd omdat de NAVO steeds meer oostwaarts schoof van Polen tot en met Albanië. Oekraïne is in de ontstaansgeschiedenis van Rusland als vanzelfsprekend een kleiner broertje, dat in de tsarentijd Klein Rusland werd genoemd, en dat puberaal rebelleert doordat er westers georiënteerde nationalisten steeds meer invloed kregen na de Maidan-revolutie  in 2014, die ook door het Westen is gesponsord. Onder Stalin mag er dan wel repressie geweest zijn, maar misschien wist hij daar niks van af en zit de verantwoordelijkheid daarvan bij de elite in het Kremlin. Door Stalin heeft de Russische natie een eigenwaarde en Poetin is degene die dit uitbouwt in de strategie dat alles wat het westen omarmt per definitie niet juist is. Het westen seculariseert, Poetin haalde de banden aan met de Russisch orthodoxe kerk, het Westen is bandeloos met een vrije moraal; Poetin is tegen homoseksualiteit etcetera  en spoort de mensen aan zich toe te vertrouwen aan de leider. Enzovoort.

Poetin had geen keuze dan het jongere broertje Oekraïne weer binnen de beschermende vleugels te brengen want zij lieten  zich in toenemende mate indoctrineren door het Westen en dat westen werd steeds gevaarlijker. Dus: wat geloof je? Bombardeerde Rusland een kinderziekenhuis en kraamkliniek omdat zij menen dat Amerika er in het geheim een biologische wapen ontwikkelde?…  Moet wel waar zijn, een betere dekmantel is er niet, zo’n voormalig ziekenhuis…

Dus het Westen doet voor de zoveelste keer Rusland tekort door alle economische sancties en uitsluiting ook op sport-cultureel-en wetenschappelijk terrein, terwijl het nota bene de Sovjet Unie is die Europa bevrijdde van het nazisme. En kijk naar dat Europa, waar neo-nazistische invloeden steeds groter worden en de onmacht om goed met vluchtelingenstromen om te gaan evident is en voor onrust zorgt. Heel  gauw Oekraïne weer het grote Russische rijk intrekken en de wereld is weer een stuk veiliger moet Poetin gedacht hebben, een stap op weg naar de oude tijden: in 2005 noemde Poetin het uiteenvallen van de Sovjet-Unie al de grootste geopolitieke ramp van de eeuw en een drama voor de Russische bevolking. En zo consolideert hij zijn eigen positie: krachtig leiderschap tegenover de slapte van al die verdeelde westerse leiders.  En toen pakte het anders uit: het kleine broertje Oekraïne werd juist volwassen door de ingreep, ontworstelde zich, werd ėén natie, die nooit-nooit-nooit wil opgaan in Rusland,  gesteund door dat hele westen… En hoe moet het nu verder?  

Terwijl ik dit las, zag ik dat het gras al helemaal weg was, vertrapt door mijn eigen voeten onder het bankje en verzon ik een oplossing en maakte ik tussendoor van al eerder verzamelde takjes in een tas, bedoeld voor een vuurtje, maar dat mag hier niet, zo bleek mij later, een vloertje met ronding voor mijn voeten. En ik sleep een grote zware tak uit de tuin van mijn achterburen, die met een grijpmachientje weggehaald is uit de grote hoge dennenboom op de erfgrens. Door de stormen was het een losgescheurde tak geworden, een eventueel gevaar voor de toekomst. Nu markeert het aan mijn kant extra de scheiding met de buren. Het komt mij voor dat dit soort van bezigheden tijdens het lezen van dit boek, resoneert met die inhoud. 


donderdag 10 maart 2022

Dona Nobis Pacem

Gisteren liep ik met een handzaag tijdens de schemering het bos in. De schemering is sowieso mijn favoriete wandeltijd, ik hou van de oranje lucht tussen de steeds donker wordende stammen of de gloeiende gouden glans op het riet tussen de heide. Nu was ik op zoek naar die ene omgevallen dennenboom na de storm, wier stam gespleten was door de kracht van de natuur en inmiddels ook al in tweeën was gezaagd door Staatsbosbeheer, denk ik, om de boom van het wandelpad te kunnen slepen.

Ik wilde dat stuk afgespleten boom, ongeveer 1,5 meter van de stam afzagen en dan natuurlijk ergens in mijn tuintje leggen, ook hier blijf ik een verzamelaar van sensaties en herinneringen… Alleen al de sensatie om met een zaag het bos in te lopen, daar in het kreupelhout aan de slag te gaan, aan weerszijden eerst een inkeping en zo van twee kanten naar het midden zagen, heb ik ooit geleerd op een cursus ‘Vrouw en techniek.’ En toen was er een stuk schors dat uitstak en dat ik kon vastpakken, om zo de ongeveer halve boomstam naar huis te kunnen slepen. Daar ligt het nu dan, aan een zijkant en over een heel aantal jaren kan ik bedenken, dat het mij dan niet meer lukt om zoiets te doen…

Ik begin ook een beetje te dromen over het einde van de oorlog door berichten waarin Poetin schijnt te zeggen zijn oorspronkelijke doel, inname van Oekraïne op te willen geven, Zelensky zegt dat een neutrale status van Oekraïne bespreekbaar is, omdat hij koeler is geworden over het Westen, nu die geen No-Fly zone geeft, evenals het geven van stukken grensgebied, mits alle Oekraïners die dat willen wel naar Oekraïne kunnen komen. Dat er zeer strenge winterse temperaturen komen van min 10 graden, wat in een Russische tank als min 20 graden voelt en adem binnen bevriest, terwijl de drie miljoen Oekraïners het in de stad Kiev wél kunnen uithouden, wellicht. Juist dat beide zeggen geen verwachtingen te hebben van vredesbesprekingen, maar wel nu een minister uitvaardigen, zou ik wel vinden passen in een soort van blufspel. Ook het gegeven dat Oekraïners en Russen in feite broedervolkeren van elkaar zijn en ieder wel ergens in de familie ook de andere in zich herbergt, lijkt mij van meer waarde en betekenis te kunnen zijn dan Rutte, die in een videoboodschap aan het Oekraïense volk meldt, dat zij familie van ons, het Westen, zijn.

Maar wellicht is dit allemaal ijdele hoop… Alleen de alom bekende tijd zal het leren… Áls er spoedig een einde aan de oorlog zou komen, dan zou die oorlog ook een katalysator kunnen zijn voor het ook echt wel decadente westen, om te kijken wat nu echt van waarde is. De recht-door-zee-houding van het Oekraïense volk met een president die in een legerkleurig t-shirt zelfs in staat is om nog iets van een grapje te maken in wanhopige tijden (parafraserend: ‘Over de maandag zeggen ze dat het de minst leuke dag van de week is, voor ons is het nu alle dagen maandag’) en ook in het Russisch, de Russen toespreekt: ‘Jullie hebben al iets van vrijheid en welvaart kunnen meemaken, willen jullie dat écht opgeven?’ zou een voorbeeld kunnen zijn. En de onechtheid van Poetin aan een tafel vol bloemen en opgemaakte stewardessen in techni-colour, hoe het niet moet en een spiegel hoe het westen zich opsmukt met luxe, mooie praatjes, succesverhalen van welvaart, rationalisaties om onrechtvaardigheid goed te praten, terwijl er dus ook hier een zeer grote groep mensen is, die onder bestaansmogelijkheden kukelt en met alle praatjes over medemenselijkheid het toch zo is dat het Westen welvaart en vaccins tegen een pandemie voor zichzelf wil houden.

Ik zie mezelf terug in die groepen in Italië rondom het Rietidal in Umbrië, langs kluizenarijen die Franciscus van Assisi daar stichtte. We zongen bijna dagelijks het Taizé-lied ‘Dona Nobis Pacem': 'Geef ons vrede'. In een kring op stille pleintjes in Assisi, in de tuin van een kluizenarij, als begin van de wandeldag of op het einde voordat we elkaar een goede nacht wensten. Nu neurie ik het hier alleen, in de bossen.

maandag 7 maart 2022

IJstijd

Ik las in deze historische tijden (het is vandaag de landelijke actiedag voor geld naar Oekraïne) van Philipp Blom: De Opstand van de Natuur. Een geschiedenis van de kleine ijstijd (1570-1700) en het ontstaan van het moderne Europa (2017) Natuurlijk om beter te begrijpen wat dat zou kunnen zijn: Europa, dat nu ineens zeer eensgezind lijkt in de maatregelen tegen Rusland en een zich geheel openstellen voor de zeer grote vluchtelingenstroom uit Oekraïne… In deze dagen lijkt het alsof Europa zichzelf weer terugvindt, wellicht.

De winterlandschappen van Hendrick Avercamp met mensen uit alle lagen van de bevolking al schaatsend op het ijs blijken niet toevallig. Er zijn zeer strenge winters in Europa geweest die echter wel het ontstaan  van een bedrijvige, ondernemende, wetenschappelijk nieuwsgierige, alles bevragende middenklasse tot gevolg had. Zo’n mensenmassa met ijspret was een ideaalweergave die indertijd waarschijnlijk nooit te zien was in het echt, maar geeft wel iets weer van een aanwezige utopisch verlangen: dat alle mensen gelijk zijn en dezelfde kansen hebben. 

Geheel anders dan in Rusland waar rebellie van de plattelandsbevolking de kop in werd gedrukt, er was even een moderniseringsgolf onder Peter de Grote, maar men noemt het De Tijd der Troebelen, omdat de rigide politieke structuur van de zeer rijke machtige toplaag die alles in handen heeft, nooit is doorbroken. Peter de Grote leefde net na deze Europese IJstijd en ik lees dat hij de eerste Russische tsaar was, die buiten zijn eigen rijk ging reizen… deze wil tot verbreding en verrijking van de eigen horizon heeft zich dus niet doorgezet, zien wij nu…

Nederland had een aardige spilfunctie in die kleine ijstijd die dus meer dan een eeuw duurde. De universiteit van Leiden met de Hortus Botanicus deed grootse ontdekkingen, zoals de tulpenbol. Het was een van de vele gewassen die geïmporteerd werden, aanvankelijk om te eten, dat bleek niet te smaken en toen bleek na weer een strenge winter er ineens prachtig  bloemen uit die bolletjes te komen en in Leiden heeft men zich daar meteen opgestort door het kweken van alle varianten met als resultaat een bloeiende tulpenhandel. Ook de aardappel werd in Nederland ontdekt als belangrijke voedselbron.

Tussen 1570 en 1650 spoelden er ongeveer veertig grote potvissen aan bij de kust der Nederlanden en die hebben ook gezorgd voor een, in mijn woorden, onafhankelijke zoektocht naar een individueel zelfbewustzijn. Want de meningen waren verdeeld, en daar werd openbaar en gemeenschappelijk over gediscussieerd: was dat nu een teken van God dat Nederland al dan niet op de goede weg was, men refereerde dan aan het bijbels verhaal van Jonas in de walvis, of was het ‘gewoon’ een natuurverschijnsel?

De vele stillevens in de schilderkunst waar Nederland zo bekend mee is geworden blijken ook een weerslag van dezelfde geest, die ook op zichzelf reflecteert omdat er zoveel symboliek in zit over vergankelijkheid en vooruitgang (ik denk zelf nu aan al die vazen met bloemen waar bloemen uit verschillende maanden en bloeiwijzen verenigd werden in één tafereel). In het boek een tafereel van een voor mij onbekende schilder: Maria van Oosterwijk; Vanitas uit 1668, waar je eigenlijk een inventaris ziet van de toen levende moraal: Én de koopmansgeest en ontdekkingslust, getuige de afgebeelde geldbuidel en een hemelglobe, én bewustzijn van eigen sterfelijkheid, gezien de schedel, waar dan wel weer bloemen uit groeien, zoals ook de vlinders getuigen van metamorfose, je ziet voedsel en wijn ‘aquavit’, belangrijke paperassen, waar ook ‘selfstrijt’, een bekend moralistisch traktaat, op staat en ze heeft zichzelf en haar atelier afgebeeld in het wijnglas. Fluiten die muziek maken als de levensadem erdoorheen gaat, bij tarwe, maar aan de mais is ook geknabbeld… Haar allegorische stillevens werden door heel Europa verkocht en ze is nooit getrouwd geweest.

De winters in Europa waren zó streng dat de Theems in Londen bevroor en daar werden permanente jaarmarkten op gehouden Frost Fair. Op 24 januari 1684 schrijft architect en dagboekschrijver John Evelyn, dat op de Theems waar ook koetsen, karren, paarden op het ijs zijn en er vlees gebraden wordt: ‘Er staat zelfs een drukpers, waar het volk en de dames zich vermaken met het laten drukken van hun namen.’ Zo’n waarneming laat zien dat de boekdrukkunst al voor brede lagen van de bevolking toegankelijk was. Een andere anekdote die mij, helaas, óók iets zegt: In 1590 was er in Parijs een winter geweest, waar er met hongeroedeem lijken in de straat lagen, honden en katten moesten naar gaarkeukens gebracht worden om de armen eten te geven en dan schrijft Philip Blom op blz 44: ‘Alleen de jezuïeten en de kapucijnen hadden voldoende biscuits, gezouten vlees en groente opgeslagen om zichzelf een jaar lang te kunnen voeden (…) Pas op bevel van het stadsbestuur deelden de geestelijken hun rijke voorraden met de hongerende mensen.’ 

Tja. Gedurende het lezen van dit boek, kwam ik ook het liedje ‘River’ van Joni Mitchell tegen van haar iconische album Blue uit 1971 met een  animatiefilmpje. Het puzzelde me: ze wenst dat er een rivier is, waar zij op weg kan schaatsen. Ik dacht: waarom wens je dit en bedenk je niet dat je gewoon weg kan varen op een bootje, met de stroom mee? Zo’n ijstijd zoals Europa had, die dus tegelijk ook voor mogelijkheden en ontdekkingen zorgde, komt er niet meer. Toen viel het kwartje, ook waarom het liedje me zo bij bleef: dit gaat over vrijheid, de vrijheid van elk individu, de hoop om los te komen van de zwaartekracht, bijna te zweven en vaart te maken, wég te kunnen uit het bestaande.

woensdag 2 maart 2022

Bali. Bankje. Adrian Willaert

Op Insta heeft Gusti Koko op wiens familie-compound op Bali ik twee jaar geleden een maand verbleef, een filmpje geplaatst van de optocht met de Barong in het donker door het dorp, waar ik toen ook meeliep, met de tekst: ‘Bali Today, true normal’. En zo is het daar, zoals ook enige dagen hier: geen mondmaskers meer, niet verplicht 1,5 meter afstand houden. Het ziet er dus precies zo uit, als toen ik meeliep. De hele week plaatst hij al foto’s en filmpjes van de voorbereiding van dat grote feest, dat meer dan twee weken duurt: eten samen maken, de tempel en de ingang bij de straat versierd, optochten waar de vrouwen grote manden met gestapeld fruit op hun hoofd dragen, en ik zat er toen met mijn neus bovenop van binnenuit naar te kijken vanaf het terras voor mijn kamer…

Het lijkt tegelijk zoveel langer geleden dan twee jaar. Want eigenlijk is er voor mij dus veel gebeurd. In de verste verte had ik toen niet kunnen bedenken, dat ik nu alweer anderhalf jaar in een boshuisje woon… Dat ik vandaag rustig windstil rondfietste, een beetje toeren, en dat ik dan bij de schemering met een glaasje wijn luister naar de laatste vogels en de roze schemer het bos in zie dalen, totdat er inktzwarte contouren van bomen om mij heen overblijven, al typend weer binnen, zonder licht aan.

Afgelopen zondag voelde het ook zo perfect onwerkelijk aan: ik luisterde op dat zelfde bankje naar muziek uit de blue-tooth-speaker. Op een bankje zitten heeft toch een eigensoortig genoegen, misschien zit er een programma in mijn lichaam om dan goed rond te kijken en alles op te zuigen, omdat bankjes mijn favoriete rust en kijk plekken zijn, waar ik ook ben in de wereld. Dus ik genoot intens. Ondanks de oorlog, zo is dat in het zoveel gelaagde leven. Er worden baby’s geboren in de schuilkelders in Oekraïne… Misschien was het ook wel dankzij de oorlog, dat ik ervaarde mij te bevinden op een werkelijke plek van vrede.

Ik luisterde naar ‘zondagse' muziek en dat is altijd klassieke muziek, vaker Radio 4 dat dan overloopt in podium Witteman op de tv. ‘Zondag’ was vóór Corona en toen ik nog werkte, vaak een uitjes-dag en was ik juist niet thuis, flaneren in mijn stad kon een zondagmiddag hobby zijn. Ik begin nu voor het eerst serieus te bedenken of ik weer gebruik ga maken van het openbaar vervoer. Dan ga ik naar mijn huis in de stad en van daaruit treinen: dat is makkelijker dan vanuit hier, meer dan 14 kilometer van een treinstation, door de bossen. Ja, het is een onvoorstelbare luxe dit eventueel te kunnen doen, terwijl er zo dichtbij, door alle nieuws, mensen vluchten, hun leven in een paar dagen tijd verwoest.

Het was muziek van Adrian Willaert, een Nederlander die in Venetië in de eerste helft van de 16e eeuw, de renaissance, concertmeester was van de San Marco-Basiliek in Venetië. De basiliek kenmerkt zich door verschillende bouwstijlen door elkaar, wat resulteerde in een geweldige akoestiek. Ik heb er zelf gezeten, onder die gouden gewelven, mij er intiem geborgen gevoeld en tot tranen geroerd toen de verzamelde kerkgemeenschap daar het Taizé-lied Ubi Caritas, Deus Ibi Est zong. Hoe de stemmen samensmolten tot één klank die een ieder omhulde.

Adrian Willaert heeft deze architecturale  gegevenheid maximaal uitgebuit en zo ongeveer het polyfoon zingen uitgevonden. Zijn invloed reikt door de eeuwen ver en is door veel componisten over genomen. Wat ook uniek en bijzonder was, dat in Venetië de invloedssferen van kerk en staat gescheiden zijn en de San Marco-Basiliek van de doge is en componisten als het ware hun eigen bedrijf hadden waar ze zowel kerkmuziek maakten, maar ook de zeer vele opera’s die het hele jaar in Venetië werden opgevoerd, evenals tal van andere muziekstukken voor de vele feesten die in de paleizen gegeven werden.

En zo componeerde Adrian Willaert Musica Nova, waar hij zowel de poëzie van Petrarca op muziek zette, de madrigalen, en dit speels mengde met spirituele en religieuze thema’s. Zijn muziek zat dus als het ware noch in een wereldse, noch in een kerkelijke bubbel, maar bevat beide inéén. En dat beluisterde ik op mijn bankje in de zondagse zon: The Petrarca Madrigals door Singer Pur. Prachtig.

The Cage

Ik bestelde de ‘graphic novel avant la lettre’ uit 1975 meteen omdat de kaft mij als een donderslag trof. Je ziet iets wat eigenlijk niet goed kan, maar er wél is: vogels - of zijn het blaadjes papier? - vliegen ‘vrij’ rond in een kooi van gaas. De geconcentreerde verbeelding van de oorlog in Oekraïne en hoe de wereld toekijkt en niet daadwerkelijk kan ingrijpen: het meer dan 60 km lange konvooi Russen dat naar Kiev optrekt, kan niet zomaar gestopt worden. Zelfs het ‘vrije Westen’ is niet zomaar vrij en de schreeuw om vrijheid van Oekraïne botst tegen een gazen kooi.

Binnen de kaft raadselachtige tekeningen waarvan de schrijver en tekenaar van ‘The Cage’, Martin Vaughan-James bij de herdruk in 2006 ook zegt , dat hij niet precies weet wat alles zegt, hoogstens kan hij een aantal invloeden noemen. Je ziet zwart-witte strakke pentekeningen met soms heel precieze details die me nu ineens aan die cartoonist Yrrah denken, uit dezelfde tijd. Alleen komen er hier geen mensen in  voor, alleen spullen die aan- en afwezigheid benadrukken.

Een kloosterachtige kamer met een een eenpersoonsbed, een schrijftafeltje en een klerenkast, dat zich aanvankelijk in een dorp lijkt te bevinden, maar later in paleis-achtige zalen, er komt een verrekijker en een koptelefoon bij, een wekker die zich vermenigvuldigt,  het bed wordt vernietigd en doorboord, de kamer is ineens vol vegetatie, dan weer zijn de ramen dichtgemetseld, dan weer staan er rechthoekige pilaren, of doorboren pinnen een blouse die op de lakens ligt, puin, rommel, een stad met hoge gebouwen, vensters die schilderijen worden en omgekeerd en bijna in het midden van het boek de woorden: The cage stood as before…  … immune to chaos and decay.

Misschien is ‘The Cage’ het menselijk bewustzijn dat altijd waarneemt, hoe de omstandigheden ook zijn. Zich bewust dat het ook gevangen zit in een sterfelijk lichaam en een buitenwereld die altijd, in een fractie van een seconde, kan veranderen. Dát we ons bewust kunnen zijn van een soort van gevangenenschap, verwijst misschien naar die o zo gewilde en verlangde vrijheid. Ik denk aan dat iconische liedje van Leonard Cohen: ‘There is a crack in everything, that’s where the light comes in.