Ik had ineens onbedaarlijk veel zin om naar Burgers Zoo te gaan en er weer een jaarabonnement te nemen. De laatste keer was in 2017, zag ik in dit blog. Wat heerlijk weer. Een stokstaartje dat je als welkom aanstaart. Twee peuters en een aap die krijsend en joelend met elkaar dollen. De soepelheid en lenigheid van de panter uit Sri Lanka met die mooie gespikkelde vacht.
Ik had geen haast, ik zou er maar een paar uurtjes blijven, maar wilde wel de zeekoeien zien. Zulke zachtaardige dieren, die zeer sociaal zijn. Ze zwemmen, elkaar voortdurend aanrakend en volgend en schijnen ook steeds geluid naar elkaar te maken, maar dat hoor je niet achter het dikke glas in de mangrove.
Geweldig toch, twee chimpansees die verstoppertje met elkaar spelen op een rots. De ene onderzoekt de witte doek, de ander ligt erbij te suffen. Dan gooit deze razendsnel de doek over zich heen en geeft vanonder de doek porren: waar ben ik?! Pas wanneer er gereageerd wordt, gaat de doek weer weg en na het spel kijkt deze voldaan naar de ander, die zich weer genesteld heeft in de beginpositie. Zo heb ik het zelf ook gespeeld met baby’s: er is een korte tijd dat deze echt niet weten waar je bent, met een doek over je gezicht.
Ik lees dit bij de gorilla’s en scan de code. Het is nog maar zó kort dat wij mensen een bewustzijn beginnen te ontwikkelen dat dieren ook een emotioneel leven hebben. Het haalt ons weg uit een zelf gecentreerde arrogantie.
Hoe hecht kan de band tussen mens, dier en natuur zijn? De klimaatcrisis toont dat mensen van hun kant nooit gedacht hebben aan wederkerigheid en respect. We zijn een soort van alles verslindende en alles verbruikende monsters.
Op de terugweg stond één kant in brand met een onwerkelijk rode gloed. Ja, de wereld staat figuurlijk bijna in brand. Maar dit is een zonsondergang en vandaag is er een nieuwe dag. Door het gele bladerdek schijnt het ochtendlicht.