Ik weet het bijna zeker. Als ik een van de kinderen was geweest in 2014 uit de documentaire Born in Gaza, die ik zag op Netflix, dan zou ik een strijder worden. Ik zou alles op alles zetten om uit de puin en de dood die mij altijd omringd heeft, te vluchten. Ik zou de mooie wereld van groene tuinen en witte huizen in een kibboets niet begrijpen. Dus áls het me dan lukte om na gedisciplineerde training in een kleine eenheid, heel erg gericht op een doel achter die muur, om daar dan eindelijk te zijn: dan zou ik gaan schieten en huizen platbranden, want eindelijk…Ik zou mij willen bevrijden, koste wat kost.
Ik denk aan die serie Colditz waar ik dol op was: gevangenen die niks anders te doen hebben dan het verzinnen en uitvoeren van ontsnappingspogingen.
En hoe zou ik, als ik een Israëlisch jongetje was, worden, als ik één keer door een gat in de muur contact zou hebben gehad met een Palestijns jongetje? In deze korte film zie je dat hij eerst bang is van die voetbal die ineens over de muur komt. Angst is een ingrediënt dat met de dagelijkse paplepel is binnengegoten. Het zijn monsters: die aan de andere kant.
En ondertussen waren er het afgelopen weekend over de hele wereld protestmarsen. In New York liepen ze over de Brooklyn Bridge naar Union Square, terwijl er dezelfde avond ook overal Halloween Party’s waren, zoals in het Whitney Museum, dat elke week een avond vrije entree heeft.
Ik wandelde Zaterdagavond live mee met een jongen uit Queens, die op zoek ging in Manhattan naar mensen die verkleed waren. Hij liep van de East Village, door een klein stukje China Town, naar de West Village, terwijl het 24 graden was en volle maan. Hij was verbaasd dat er zoveel auto’s op de weg waren, maar dat kwam misschien door de protesten.
Hij wandelde exact zoals ik dat zelf deed: zonder een gerichte route, afslaan als je het ergens leuk leek. Hij zocht vooral naar al die verklede mensen, op weg naar een feestje voor Halloween. Men wenst elkaar op straat Happy Halloween, zoals ik heb meegemaakt dat men elkaar Happy Pride wenste. Even stopt de camera, als hij een praatje maakt met twee agenten. Hij zegt: ik heb grapjes gemaakt met de lady-officer en nu weet ik eigenlijk niet of het wel echte agenten waren, want Hé, man, it is Halloween!
Zo’n samenleving voor iedereen… Waar je zeker weet : achter elk monster schuilt een mens.