Stromende regen rondom mijn boshuisje en de wind heeft alle zonnebloemen naar de grond geslagen. Vandaag is het dus volop herfst, al schijnt het in het weekend weer nazomers te zijn. Ik proef elke dag met zon nu ten volle. Deze zomer ben ik veel in het park de Hoge Veluwe geweest. Zo ook gisteren. Héérlijk toch om met de fiets tien kilometer verder in de stilte te kunnen liggen. Ik keek tegen een kruisspin aan die in de heide een soort van nestje had gebouwd.
Zo ook ik. Maar mijn hoofd zat bij de Joodse New Yorkers. Ik herlas eerder al ‘Uitverkoren’ van Chaim Potok, dat zich in Williamsburg; Brooklyn afspeelt. Een jongen moet zijn vader de rabbijn opvolgen, om de eeuwenlange familiedynastie te waarborgen. Deze chassidische Joden beschouwen hun gemeenschap in New York, als de laatste club échte uitverkorenen door God. Het speelt zich af net na de Tweede Wereldoorlog. Er ontstaat een hechte vriendschap met de zoon van een Joodse wetenschapper, die na de ontdekking van de holocaust, een van de aanjagers wordt van het zionisme: De wens voor een onafhankelijk staat voor alle Joden, zonder religieuze grondslag; seculier dus, waar alle Joden voortaan in vrede samen kunnen leven. Dat werd Israël, en op het einde van het boek kondigt zich ook al het sindsdien durende conflict aan tussen de Palestijnen en Israël. Zij werden zonder pardon van hun gronden weggejaagd.
Nú heb ik gezien dat het er nog steeds zo is in New York: een bloeiende chassidische gemeenschap, die waarschijnlijk nog steeds gelooft dat dit de enige plek op aarde is, waar God werkelijk zijn aanschijn op laat vallen…Ik herlees nu van dezelfde auteur, ‘In den beginne’: New York in de jaren twintig en dertig, waar een Joods jongetje gepest wordt door de katholieke jongens uit de buurt. Het geeft een inzicht hoezeer jodenhaat en pogroms overal op de wereld al volop aanwezig waren, vóór Hitler…In mijn stadshuis heb ik een jaarboek dat op elke dag meldt waar op de wereld er Joden vervolgd werden, door de eeuwen. Er is géén dag in het jaar dat blanco is.
En ik geniet na van het dagje uit in Leiden. Sinds de onderdompeling in New York kan ik het ook extra bijzonder vinden: zo’n oude stad, met rode dakpannen, bakstenen geveltjes, waterwegen die mij ook weer aan Venetië deden denken. Ik kan rustig hele dagen in de stilte van mijn boshuisje vertoeven, maar vind het ook geweldig om op één dag eerst het vroege ochtendbos mee te maken op weg naar de bushalte, daarna de drukte en de mensen van een stad en tot slot, omdat ik nét de trein gemist had, ook nog eens een uur lang, door een nachtelijk s’Hertogenbosch te wandelen. Daar kijkt een middeleeuwse Maria over het stadsplein.