Ik herlas ‘Ochtend in Jenin’ van de Palestijnse Susan Albulhawa. Ik heb er op 10 September 2018 een blogje aan gewijd. Het grappige is dat ik als enige in de boekenclub dit boek totaal vergeten was, zelfs na enige beschrijvingen van hen kwam er niks binnen. Maar in het begin van de week, kwam het blogje ineens tevoorschijn bij wat er onlangs gelezen is in dit blog. Dan komt na enkele pagina’s wél meteen de hele wereld van het verhaal weer binnen. Van één pagina maakte ik een screenshot. Omdat hier zó goed verteld wordt, hoe de werkelijkheid voor alle Palestijnen is. Amaal, een jonge vrouw, opgegroeid in Amerika, en die zich Amy is gaan noemen, bezoekt voor het eerst haar familie in de Gaza. En dit is wat haar schoonzus zegt over de liefde…
Herlezing nú is schrijnend, in deze verschrikkelijke ‘oorlog’ die gaande is, maar er eerder op lijkt dat Israël de Palestijnen wil uitroeien en zo Palestijnen hetzelfde lot wil geven als henzelf is overkomen in de Holocaust… Hier gebeurt in het groot, wat ook gebeurt in persoonlijke relaties. Mensen kunnen persoonlijk trauma niet verwerken en maken die onverwerkte geschiedenis wéér opnieuw werkelijk in het heden. Het boek begint al bij de overgrootouders van Amaal, die hun leven leefden op vruchtbare aarde tussen oude olijfbomen. En toen moesten ze plots van hun land weg en in den beginne, toen dacht men nog dat het tijdelijk zou zijn, dat de wereld wel zou zien hoe onrechtvaardig en onmenselijk dit is tegenover de Palestijnen…Om in de loop van de generaties met véél geweld en bloedvergieten tot het besef te komen dat de wereld hen vergeten is…
Ondertussen is dit de eerste dag dat de herfst geheel weer aanwezig is. Ik hoor uit bed voor het eerst de gaskachel weer aan slaan, het is koud als ik uit mijn warme dekens kom, binnen is het twaalf graden. Weer het elektrische kacheltje klaar gezet om eventueel de warme lucht weer in mijn gezicht te laten blazen en gisteren ‘herfstboodschappen’ gedaan: hertenvlees voor een herfststoofpotje. Een Ficus Benjamin, de plant die in Indonesië tot grote bomen groeit, de plant die Moeder, zo herinner ik mij nú ineens, plantte in de ‘binnentuin-plantenbak’ met fonteintje, om aan warmte en de tropen te kunnen denken. Nog even zomerse aardbeien bij het ontbijt en een paddestoel ‘rood-met-witte-stippen’ opgehangen, die voor mij altijd de herfst markeert. Vorige week zag ik deze voor het eerst weer in het bos.
Ik zie een vink op de, naar de grond buigende, stengel van een zonnebloem balanceren om zaden uit het hart te kunnen eten. Dat blijf ik dan maar hopen…dat de mensheid geen gaten schiet en alles aan flarden gaat, maar wil zoeken naar balans, om uiteindelijk en eigenlijk elkaars hart te voeden.