Hier de deur uit slenteren en geen idee hebben hoe lang het zou gaan duren. Wél voor de zekerheid water en nootjes mee en een mandarijn. Het werd een dagwandeling. Eerste beeld: die windmolen hier om de hoek, die niet draaide, ondanks de hevige westenwind. Ik zou er meerderen gaan zien, aanwezig aan de horizon, zo landschapsvervuilend ook, zonder de troost dat ze in ieder geval energie aan het opwekken zijn.
Mooie details in het bos. Eén berkenboom bestaande uit zeven stammen: een soort van ideaalbeeld over de takken van één familie.
Ik kwam uit bij de grote weg en de Maas. Heftige wind waaide en demonstreerde aan den lijve hoe ooit over de vlakten die Maasduinen konden ontstaan.
Altijd verassend: een oud gebedshuisje uit 1663 aan de rivier. Wie was Hanna, heeft zij ooit kinderen gered uit het kolkende water?
Er bleek een oud landgoed te zijn, Landgoed de Hamert, nu onderdeel van het Nationaal Park Maasduinen. Er zijn oude grafheuvels: meer dan 2000 jaar geleden leefden er hier al mensen. En ik kwam langs een verzetskruis. In de tweede wereldoorlog was dit Duits oefenterrein en hier fussileerden ze zeven mannen, die deelnamen aan de Meistakingen in 1943.
Zo mooi, andersoortig was het hier, deze opmaat weer omhoog de Maasduinen in en aankomen in een groot heidegebied met vennen daarin, ontstaan door regenwater dat niet door de leemlagen kon en rijk nu, aan uitzonderlijke planten, bodemleven, insecten. Nú doen ze wel aan natuurbeheer: kleine berkenbomen worden jaarlijks gerooid, want die slurpen water. Een volwassen berk kan op een zomerdag meer dan 3000 liter water verdampen. De vennen zijn levensgevaarlijk, want op sommige plekken zéér diep.
Mooi, die wijdheid hier en er liep nu geen mens. Uit de bijenkasten zoemde een enkele bij. Goed geplaatst, met de hele dag zon, midden tussen de heide.
En uiteindelijk weer afdalend naar de Maas, langs het oude Nierskanaal, dat uit Duitsland ooit is aangelegd, maar nu vooral een kronkelend bekengebied is, waar bevers wonen en ijsvogels.
Wát een wandeling! Zo maak ik ze het liefst. Geen idee wat je tegenkomt, elke stap onderweg naar een vondst, een nieuw zicht.