Het is de roze-vingerige dageraad van Homerus waar ik nu tegenaan kijk. Teruggekomen uit Arcen werd ik meteen weer opgenomen door de stilte en de ruimte alhier. Heerlijk. De terugreis was een volledige busreis met twee overstappen. Langs die kleine nederzettingen, zoals Gennep aan de Maas die al in de twaalfde eeuw stadsrechten heeft en gedomineerd wordt door een groot stadhuis. Door de dorpjes Bemmel en Huissen in de Betuwe waarvan je ziet dat de enkele oude grote boerderijen nu totaal verrommeld tussen de nieuwbouw staan. Door mijn stad: en alles lijkt er zó klein en op elkaar gebouwd! Poppenhuizen en poppenstraten; New York bepaalt nu mijn ruimtebeleving.
En hier wonen, in het bos. Waar Hoenderloo zelf, meer dan vier kilometer fietsen is, en de Lidl waar ik mijn meeste boodschappen doe, 11,5 km is. Proporties en ruimtebeleving; het grote en het kleine, uitte zich in de eerste droom die ik hier weer had. Iemand vertelde me, dat in de buurt een groot paleis was ontdekt van Schopenhauer.
Hoe kom ik erop. Niks in mij dat bij bewustzijn aan deze man dacht. Hij is een filosoof die ik wel associeer met expansie en de gedachten over de wil als belangrijkste vormgever in het menselijk reilen en zeilen. Op Wikipedia lees ik dat hij ook geïnteresseerd was in het boeddhisme en de Upanischaden las, de oudste geschriften uit India.
Dit is relevant voor wat ik zag in mijn droom: ik kwam bij een gigantisch, gigantisch paleis van meer dan vijf verdiepingen, met torentjes, en op meerdere verdiepingingen water waar roeibootjes voeren en het deed mij ook denken aan de paleizen in India van de maharadja’s. Ik denk dat India ook in de droom terecht kwam omdat ik erover dacht om in Februari dit land weer te gaan bezoeken. Maar bij het zoeken naar een reisbestemming of reis, kwamen al mijn herinneringen zó levendig weer naar boven, dat het was, alsof ik er weer geweest ben. De ‘Image-generator’ van A.I. gaf nu wél accurate plaatjes. Het zag er van buiten én binnen zo uit, als wat er tevoorschijn kwam op de woorden: paleis, maharadja, Schopenhauer.
Ondertussen was de fragiliteit van het leven ook wel een thema voor mij. Stervelijkheid. Wat gebeurt, waar je geen greep op hebt. Dan helpt Schopenhauers ‘Wil’ niet. Je hebt het er maar mee te doen. Mensen die vertrekken, door de dood of anderszins. Een pas op de plaats. Ruimte om je heen die zich gaat beperken tot enkele meters. Of symbolisch: de reikwijdte van je eigen onmachtige woorden.
Ik zag op de BBC dit optreden. Bing Crosby in een van zijn laatste optredens, met Parkinson. Alle woorden laden zich hier met extra betekenis. Het worden ook zulke milde en berustende woorden: Send in the Clowns.