Keulen: een stad van de zomer, dat was het voor mij. Ik heb er vele malen gekampeerd aan de oever van de Rijn, de stad in gekuierd, langs mensen die er zonnen, samenkomen, een feestje vieren, een BBQ. Ik heb de stad gezien vanaf een feestwagen, dwars door de winkelstraten, langs de Dom, overal vijf rijen dik van de mensen:lachen, wuiven, zwaaien op Christophersstreet-day. Ik heb er op het terras bij de Altmarkt grote ijscoupes gegeten, en bier en Bratwurst op de straten. En in een trendywijk in een café met een groep Nederlanders en Duitsers een voetbalwedstrijd gezien met beide landen. Nederland verloor.
Maar nu: de Rijn was over de brug niet te zien door de dichte mist en evenzo de Dom. Het was koud, winters, maar wel warm en geurig op de kerstmarkt bij de Dom. Ik kocht er nog wat beestjes voor mijn kerststal, twee hertjes; samen is leuker dan alleen, een groot en kleiner schaap aan elkaar vastgeklonken:zo samenhorig, een bruin konijntje met grote witte oren; om goed te kunnen horen. Ik at er warme hele champignons in knoflooksaus en keek naar de grote donkere torens van de Dom.
In de Dom had ik vernomen dat de oudste glas in lood ramen al uit de twaafde eeuw kwamen en dat je die alleroudste ramen kunt herkennen aan de heldere, heel kleine stukjes glas waar het raam uit bestaat. Men kon nog geen grote stukken glas kleuren en beschilderen, alleen maar kleine stukjes kleuren middels een chemisch proces. Stelt U eens voor uit hoeveel deeltjes, dit raam wel niet gemaakt is!, hoorde ik de gids zeggen: honderden en honderden!
Ja, zo is het leven ook, dacht ik. Het bestaat uit honderden en honderden deeltjes en gevoelens, ze vormen tesamen een beeld en hopenlijk straalt dat beeld een beetje, kan er licht doorheen komen, zelfs als het mistig is, buiten.
Ik bezocht het Ludwigmuseum. Helemaal omgebouwd na de prachtige tentoonstelling van David Hockney, de laatste keer dat ik Keulen bezocht, nog half in de afgelopen zomer, maar dat was alleen maar Museum in en uit, hup de trein uit-en-in. Nu becommentarieert de kunstenares Louise Lawler met 'Adjusted', sommig werk: ze maakt foto's van gerenommeerde kunst: hoe het hangt in privéhuizen of dwars op zijn zijde ligt,bij een trap van het museum, wachtend om opgehangen te worden.
De verpakkingsdozen van Andy Warhol van Brillo, die kunst zijn geworden, blaast ze fotografisch op, zodat het blauw-rood nu als het ware het behang is in het museum, andere kunstwerken die er nu zijn tekent ze na, alles adjusted, aangepast aan wat het Ludwig Museum nu tentoonstelt. 'Neu und für immer im Museum Ludwig' is de ondertitel van de tentoonstelling. Ik liep, soms een beetje gedesoriënteerd langs al die, soms onbegrijpelijke werken, van deels voor mij bekende, maar vooral veel onbekende kunstenaars.
Dat is wat een museum van moderne kunst wellicht op zijn best kan bereiken: dat het je ook verward en op een ander been zet. De bestaande werkelijkheid steeds weer ondervraagt en anders belicht. Het paste wel bij mijn stemming. De nieuwe tentoonstelling in Ludwig, heet, heel toepasselijk: Not Yet Titled.