Ik was in het Teylers Museum in Haarlem. Kijken naar 100 etsen van Rembrandt. Toen zag ik dat ik er vier als ansichtkaart al heel lang verspreid in mijn huis heb hangen. De heel jonge en heel oude Rembrandt bij mijn leesstoel. Zo geweldig, en hoeveel mensen- en zelfkennis zit er op jonge leeftijd al, in die enkele dunne lijntjes: de jonge, met bravoure en toch ook met een soort van zelfironie. Nu viel ik helemaal voor het offer van Abraham.
Je ziet het getergde, met strijd doorlopen gezicht van Abraham met het mes in zijn hand. En zijn zoon, in hulpeloze houding, geen idee wat hem aan het overkomen is. Zij beiden worden in de hand gehouden, letterlijk en figuurlijk, door de engel, met grote vleugels en sterke armen. Die houdt haar ene hand voor de ogen van de zoon, zodat die niks ziet, en met de andere hand weerhoudt zij Abraham om zijn eigen zoon te doden.
Engelen: ze worden soms als zoete wezens afgebeeld, romantisch, of dikbuikig barokachtig. Je hebt ze in meerdere klassen, zoals blijkt in de film Der Himmel über Berlin. Dit is allemaal niet zomaar uit de lucht gegrepen. Tijdens mijn studie heb ik ooit een engelenboekje uit de middeleeuwen bestudeerd. Daar worden allerlei soorten van engelen uitentreuren beschreven, geclassificeerd, waarvoor de ene dient en de andere niet en de ene engel is veel machtiger dan een andere.
Maar deze engel van Rembrandt, die verenigt voor mij alles wat een engel vermag: in één omarming, eén beweging, behoedt zij degenen die onschuldig zijn, door hen het zicht te benemen op wreedheid en gruwelijkheid. En met de andere hand houdt zij degenen die op het punt staan om wreedheid te begaan, tegen. Dat is tezamen een grote daad van troost.
Hoe merk je zoiets in het dagelijkse leven? Deze engel geeft aan dat dit engelenmoment eigenlijk stilstaat. In dit éne moment zit geen beweging, want alle kracht is samengebald in die omarming van die twee mogelijkheden in je: je onschuld bewaren of een gruweldaad begaan. Dus het is geen kwestie van kijken naar allerlei activiteit rondom je of in je, om dit engelenmoment te bewerkstelligen en waar te nemen.
Juist stil staan. Diep ademhalen en zuchten, als dat nodig is. Troost zoeken en vinden in de dingen om je heen. Ik liep voordat ik de engel bij Abraham en zijn zoon zag, aan zee bij Zandvoort. De zee zelf, het strand, de golven, de meeuwen en de kleine strandlopertjes: die waren op dat moment de engel van de troost.