Ik had nog een seizoensretourtje: voor 11 euro mag je overal naar toe treinen en terug. Ik dacht eens naar een uiterste uithoek van Nederland te reizen: naar Vlissingen waar ik 35 jaar geleden ofzo eens geweest ben, op Benelux-tour. Eens kijken hoe het daar veranderd is. Ik herinner me zo'n oud pension-achtig sfeertje met oude rieten krakstoelen binnen met uitzicht op zee, een kopje thee drinken. Nog een keer voor de winteraanvang een flinke strandwandeling, lonkte ook.
Wist ik veel, een paar dagen ervoor, toen ik het seizoensretour al had besteld en uitgeprint, dat het op die dag windkracht 8 zou stormen! De zee was grijs, witte schuimkoppen beukten op de zwart basalten keien, er was helemaal geen strand meer te zien. Het had wel wat. Tegen de wind in gaan staan, leunen in de wind, kracht bijzetten om niet weggewaaid te worden. Daar knapt een mens van op.
Ook de lange weg ernaar toe in de trein was aangenaam. Zeeland in reizen: windmolens bij de Oosterschelde, dikke wollige schapen naast elkaar tegen de muur van een schuur gedrukt, schuilend tegen de regen. Het water aan de horizon en in de weilanden alles nattig en drassig. Overstromingen enzo lijken heel dichtbij. In het MuZEEum van Vlissingen zag je op oude filmpjes de vluchtelingenstromen bij de watersnoodramp en op het einde van de Tweede Wereldoorlog toen delen van Zeeland waren gebombardeerd. Dat ziet er net zo uit als nu: traag lopende mensen, soms close-ups van kinderen en moeders. Dat waren toen binnenlandse zaken.
Ik las onderweg nog een keertje de gedichten van dak- en thuislozen die zuster M. voor me had gekopieerd. Ze kwamen uit die ene wereldwijd beroemd geworden daklozenkrant, waar de paus geinterviewd was. Sterke beelden in woorden. Het is steeds dezelfde gewaarwording: achter elk containerwoord: 'vluchteling', 'dak- en thuisloze' zit een veelvoud van menselijke gezichten, gevoelens en beweegredenen.
Gewoon maar blijven hopen dat mensen rechtop kunnen blijven staan, hun weg vinden, een thuis, door de stormen van het leven. Mijn zegenwens bij Psalm 81 ging zo:
Wanneer de wereld verward is en verknoopt
en je je afvraagt of daar wel plaats is voor jou
en wat je plek zou kunnen zijn
Moge je dan afdalen in jezelf
Diep binnen in je een vruchtbaar land vinden
Moge je verwonderd raken
over de ruimte van het land in je:
mild verlangen naar heelheid
dromen van zachtheid en mededogen
de verfrissing van stromen levend water in je
een alles overvloeiende, onverwachte zoetheid.
Moge die zoetheid jou voeden en troosten
je brengen naar het land van melk en honing
waar de Eeuwige,
God de Levende jou zegent met
Vrede en alle goeds.